Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1614 resultaten - Pagina 34 van 108

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[9] Daarom zal Ik eerst de geest van ware wetenschap en allerlei vaardigheden bij de mensen opwekken en vervolgens pas de zeer reine geest van de waarheden uit de hemelen, en alle valse profeten met hun leider zullen dan jammeren en weeklagen, en al diegenen naar de hel vervloeken en op alle mogelijke manieren belagen, die hun voor eeuwig de rug toe zullen keren. Maar dat zal hun allemaal niet helpen; want de eeuwige ondergang der leugen bestaat altijd daaruit, dat zij in het gezicht van de waarheid te schande wordt, zoals het ijs, dat zich zo hard als steen voor zou willen doen, maar door de zon in water verandert, waarna het met zijn hardheid en vastheid afgelopen is.
Hoofdstuk 234: Uitvindingen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Dat hoorden ook de Romeinen, en onze AGRICOLA kwam van zijn tafel naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester, ook van dit onderricht heb ik alles gehoord en het deed me heel veel genoegen dat U ons ook over dergelijke zaken inlicht! Kijk, wij zijn gewend de misdadigers in de kerkers rivier en zeekreeften te eten te geven! Deze dieren worden, wanneer ze gevangen kunnen worden, in zout water waaraan tijm is toegevoegd gekookt. Wanneer ze rood worden, zijn ze voldoende gekookt. Als ze zo klaargemaakt zijn, geeft men ze de gevangenen te eten. In het begin werden zij, zoals men weet, alleen door erge honger genoodzaakt dit voedsel te eten; maar na verloop van tijd smaakte deze kost hun erg goed, en zij werden tevens kerngezond, zagen er met de dag beter uit, en iedereen verheugde zich tenslotte op de kreeften. Degenen die hun straftijd achter de rug hadden, aten ook later vrijwel niets anders dan kreeften, als ze die tenminste konden krijgen. -Wat vindt U van die kost? Zou het raadzaam zijn dat ook andere mensen te laten eten?'
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, de oude Egyptenaren waren in staat een soort spiegels te maken waarmee zij de zonnestralen opvingen. Alle stralen die op een grote wiskundig juiste uitholling van zo'n spiegel terechtkwamen, werden door deze holle spiegel over een afstand van 50-100 manslengten op een punt ter grootte van een hoofd samengebundeld, dat zoveel licht uitstraalde datje er niet naar kon kijken, en die stralen ontwikkelden daar zo'n grote hitte, dat witgloeiend ijzer daarbij vergeleken nog maar koel water was. Het natuurlijke gevolg daarvan was dat een voorwerp waarop dit gloeiende punt gericht werd, ogenblikkelijk in brand vloog en vernietigd werd, zoals jullie, maar vooral de Grieken en de Romeinen al wel vaak zullen hebben horen vertellen.
Hoofdstuk 234: Uitvindingen en hun doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Wie aan iemand die dorst heeft, uit ware naastenliefde uit zijn bron ook maar een slok fris water geeft, zal daarvoor aan gene zijde worden beloond. Want wie hier zijn naaste liefde bewijst, zal ook daarginds liefde vinden. Het komt er hier werkelijk niet op aan hoeveel iemand geeft, maar hoofdzakelijk hoe iemand zijn arme naaste iets geeft. Iemand die uit ware liefde vriendelijk geeft, geeft dubbel en zo zal ook aan gene zijde zijn beloning zijn.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Daarop bracht Rafaël de bevrijde kinderen naar boven en toen zij in de grote zaal kwamen, waren er al drie grote, lange tafels gedekt, en deze nog ware kinderen aten de voor hen klaargemaakte spijzen met veel eetlust en vreugde, en dronken ook wat wijn met water en werden daarbij heel opgewekt en vrolijk.
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Zo is een zon in wording eerst een zuivere, flauw lichtgevende lichtether of een samengaan van talloos vele gedachten en ideeën van God tengevolge van het aan hen uitdrukkelijk ten grondslag liggende en overeenkomstige wilsaandeel uit God. Door deze wil van God die aan hen ten grondslag ligt, trekken zij het aan hen gelijke uit de eindeloze ether voortdurend naar zich toe en zo wordt de eerst flauw lichtgevende ether steeds dichter en krijgt langzaam maar zeker de dichtheid van de lucht van deze aarde. Die verdicht zich langzamerhand ook steeds meer en er zal water te voorschijn komen; maar ook dat verdicht zich langzaam maar zeker en daaruit komt modder, leem, steen en dus ook een vastere bodem voort.
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Het vierde dat weer uit deze drie ontstaat, is en heet de orde. Zonder deze orde zou een wezen nooit een blijvende en vaste vorm en dus ook nooit een bepaald doel hebben. Want als je een os voor de ploeg spant en zijn vorm en gedaante zou veranderen, bijvoorbeeld in een vis of in een vogel, zou je daar dan wel ooit een doel mee kunnen bereiken? Of als je een vrucht zou willen eten, die voor je mond in een steen zou veranderen, wat zou je dan aan die vrucht hebben? Of als je ergens naar toe zou gaan over een vaste weg en de weg zou onder je voeten in water veranderen, zou de stevigste weg je dan iets helpen? Kijk, dat alles en ontelbaar veel meer wordt verhoed door de goddelijke orde als vierde geest van God!
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Want ik denk dat de goede God veel machtiger is dan de boze, die het water wel kan doden en tot steen maken, maar het zelf niet weer vloeibaar en levend kan maken. Hier hebt u de goede en machtigste God gevonden; neem Hem mee in uw hart en offer aan Hem alleen, dan zal Hij ons grote land vast ook zegenen! Als u thuis echter weer aan de boze god offert, zal ons land nooit zo worden als dit mooie, warme land.'
Hoofdstuk 39: De opvattingen van de jonge slaaf De toekomst van Rusland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Dat echter, zodra de maat der zonden vol is, heel zeker het gericht volgt -wat de eigenlijke geestelijke dood is - is door God al sinds eeuwigheid zo bepaald en onveranderlijk voor de hele toekomstige eeuwigheid vastgesteld; want als dat niet zo was, dan zou er geen vuur, geen water, geen aarde, geen zon en geen maan en ook geen schepsel daarop zijn.
Hoofdstuk 53: Over de maat van het goede en het slechte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Voor het huis was een bron die goed en zuiver water gaf en Ik zei tegen Lazarus: 'Broeder, laat ons, om Nikodemus geen ergernis te geven, kruiken brengen en die met water vullen, zodat we onze handen kunnen wassen en er niet gezegd kan worden dat we het brood met ongewassen handen eten!'
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] En zij gaven allen ten antwoord: 'Ja, Heer, we zien ook het uiterste van dit grote werelddeel, want verder naar het oosten zien we niets dan alleen maar water en nog eens water met uitzondering van een paar eilanden! Maar het is een groot rijk, en we zien ook een verschrikkelijk grote stad die door een muur van wel een dagreis lang omsloten is, en daarbinnen ontelbaar vele mensen!'
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Nu zijn onze jonge mensen echter ook al wakker geworden en hebben honger: Rafaël, ga jij daarom naar hen toe en zorg dat zij eten krijgen en wat wijn, maar gemengd met twee derde water!'
Hoofdstuk 64: De dank van de bevrijde slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Het water, vooral het regen en bronwater, is hetzelfde als wat de lucht is, maar alleen in een meer gebonden toestand. Het zoute water van de zee is natuurlijk nog dichter, meer gebonden.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar deze ether is, ofschoon hij er helemaal niet lijkt te zijn, beslist niet zo nietig als hij er voor jullie uitziet; want in die ether bevinden zich alle ontelbare stoffen en elementen in een toestand, die nog minder gebonden is dan in de zuiverste atmosferische lucht van deze aarde. Maar zij bestaan daar nog meer als vrije krachten en zijn veel dichter bij en meer verwant aan het oervuur en het oerlicht, en zij voeden de lucht van de aarde, en die voedt vervolgens het water en het water voedt de aarde en alles wat op haar leeft, beweegt en streeft. Als dat allemaal in de ether aanwezig is, is dat wel degelijk iets en geen niets, ook al lijkt dat voor jullie zintuigen zo.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] En een van de jongeren die bijzonder begaafd was wat het denken en het spreken betreft, zei: 'Waarlijk, in dit land dat werkelijk zo mooi en warm is, moeten de mensen veel dichter bij de goede God staan dan waar wij geboren zijn, want daar is het maar korte tijd warm en daarna een lange tijd erg koud, zodat het water van louter kou tot steen wordt en het hele land ziet er erg triest uit! Daarom staan de mensen daar ook dichter bij de boze god en zijn daarom ook boos en slecht. Want daar hebben de mensen elkaar niet lief en iedereen streeft er alleen maar naar hoe hij zijn medemensen kwaad kan doen. De sterkste is daar een verschrikkelijke heerser voor de andere zwakke mensen en dwingt hen om zonder loon de zwaarste diensten voor hem te verrichten -dat moet daar echt de boze god veroorzaken! En u, Hibram, bent daar ook zo'n sterke heer; laat daarom in de toekomst als u thuis bent uw hart en uw verstand toch niet meer door de boze god gevangennemen en breng hem geen offers meer, maar offer aan de goede God van dit land, dan zal ook ons land zo mooi en warm worden als dit nu is.
Hoofdstuk 39: De opvattingen van de jonge slaaf De toekomst van Rusland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...