Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8736 resultaten - Pagina 34 van 583

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[6] Als de mensen dit echter al aan het groene hout doen, wat zullen ze dan doen met een dorre stronk uit Rome!? - Doe daarom dus maar wat je wilt, en Ik zal het goed vinden; maar Ik zeg je ook:
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Ik verheug Mij over jouw altijd goede wil, maar bespaar je desondanks deze moeite! Want zolang Ik rond wil trekken zal geen macht ter wereld Mij dat kunnen beletten! Als Ik echter eenmaal Mijn leven voor de gehele mensheid zal willen geven, zal ook geen macht ter wereld Mij bescherming kunnen geven; en wanneer zij Mij die aan zou bieden, dan zou Ik die toch niet aannemen! Want, vriend: Hij, aan Wie hemel en aarde gehoorzamen, zal toch zeker wel machtiger zijn dan alle mensen op deze aarde, die Mij nauwelijks tot voetenbank kan dienen!? Doe jij daarom maar wat je wilt, maar het zal weinig opleveren! Want al maak je nog zo'n volmaakte wet, dan zul je toch maar al te gauw ge waar worden hoe handig de mensen die wet zullen omzeilen, en daar zul je niets tegen kunnen doen.
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] CYRENIUS zegt: " Alles wat U mij nu zegt is ontegenzeglijk waar, maar ik vraag U toch nog terwille van mijzelf: Wat kan men dan doen tegen de weerspannigheid van de mensen, die net als deze Nazareeërs aan geen God en geen hogere openbaring meer geloven en de geboden van God met hun handelingen publiekelijk honen?! Moet men die dan ook nog zonder strenge wereldse wetten laten, zodat ze zonder enige vrees hun losbandige lusten naar believen kunnen botvieren? Daarbij houden ze zich al sinds lang niet meer aan welke goddelijke wet dan ook, en onder elkaar, en met hun buren, beginnen ze zich erger te gedragen dan de verscheurende dieren uit de woestijn en de bossen! Ik vind strenge wereldlijke wetten geheel op hun plaats, teneinde zulke totaal verwilderde mensen weer tot de orde te roepen en hen daardoor tot de kennis van God terug te brengen!"
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] IK zeg: "Zeker, want in dat geval is er geen andere weg mogelijk en denkbaar dan die van de dwang van de wereldse wet! Maar daarbij is het zeer belangrijk, welke wetten men aan de mensen moet geven!
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Daar heeft men een zeer grondige kennis van de menselijke natuur voor nodig; en de wetgever mag nooit de ware reden van de ontaarding van de mens uit het oog verliezen, -anders lijkt hij op een dokter, die met een en dezelfde medicijn alle bij de mensen voorkomende ziekten wil genezen, maar niet bedenkt, dat de geheel verschillende ziekten die het menselijk lichaam kan krijgen, ook geheel verschillend van aard zijn en allemaal een andere oorsprong hebben. Zo'n dokter zal zo nu en dan wel hier of daar een zieke tegenkomen waarvoor zijn medicijn deugdelijk blijkt en die daardoor geneest, maar honderd andere zieken die aan een andere ziekte lijden, worden van die medicijn niet beter, maar veel zieker en sterven er zelfs aan!
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Is een uit te vaardigen wet vooraf niet daarop onderzocht, dan moet deze niet aan de mensen opgelegd worden, omdat dat in het algemeen beslist meer schade dan nut te weeg zal brengen.
Hoofdstuk 26: De mens en de wet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Waar komt dat nu voornamelijk door? -Wel, dat komt door -de ondeugdelijke wetten, die afkomstig zijn van mensen, die geen kennis hebben gehad van hun eigen aard en nog minder van de aard van hun medemensen, en met hun onbehouwen en slechts op het speciale eigenbelang gerichte wetten het innerlijke zieleleven geheel en al te gronde richtten!
Hoofdstuk 27: Gods wet maakt uit mensenmachines mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Beste vriend Cyrenius, laat jij daarom jouw voorgestelde honderd voorschriften maar liever thuis; want daarmee zou je niemand werkelijk verbeteren! Gebruik in plaats daarvan Gods voorschriften en bekrachtig ze; door die in acht te nemen zul je van de mensenmachines werkelijke mensen maken.
Hoofdstuk 27: Gods wet maakt uit mensenmachines mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Pas als het mensen zijn geworden, kun je hen de behoeften van de staat voorleggen, en dan zullen zij als ware mensen vrijwillig meer doen, dan zij ooit als geknevelde slaven van harde grove wetten zouden kunnen doen.
Hoofdstuk 27: Gods wet maakt uit mensenmachines mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Kijk, Ik zou eeuwenlang macht genoeg gehad hebben om alle mensen met onweerstaanbaar innerlijk geweld te dwingen zo precies een bepaalde gegeven wet op te volgen, dat ze daar geen haarbreedte van af zouden kunnen wijken; maar dan zou de mens ophouden mens te zijn, en zou dan een dier zijn gelijk welk ander dier dan ook uit het grote dierenrijk. Hij zou zijn werk dan natuurlijk heel secuur uitvoeren, maar aan het werk zelf zou je net zo weinig verschil ontdekken als aan het cellenbouwende werk van de bijen en dat van talloos vele andere grote en kleine dieren.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Daarom moet je de gave van de mensen om te kunnen zondigen, niet zo laag en ook niet als te misdadig aanslaan; want zonder de gave om tegen de gegeven wetten in te kunnen handelen, zou de mens een dier zijn en geen mens!
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Daarom moet je ook geen mensen tot stenen maken door dwingende wetten, maar je moet ze slechts vormen als ze vrij zijn, - dan heb je geheel volgens de goddelijke ordening gehandeld.
Hoofdstuk 29: De zegen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] En op die manier bouwen duizend beschaafde mensen zonder twijfel duizend huizen, die allemaal verschillend zijn - zowel in vorm als in inrichting. Als je daarentegen de nesten van de vogels en de legerplaatsen van de dieren beziet, zul je daar nergens verschillen ontdekken! Kijk naar het nest van de zwaluw, van de mus, kijk naar het web van de spin, de cel van de bij en duizend andere van dieren afkomstige produkten en maaksels en je zult er nooit een verbetering en ook nooit een verslechtering aan ontdekken. Kijk echter naar het maakwerk van de mens: wat een bijna oneindige variatie zul je daar ontdekken! En toch zijn het steeds dezelfde mensen, die dat vaak met veel moeite tot stand brengen!
Hoofdstuk 29: De zegen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Daaruit blijkt toch wel heel duidelijk, dat God, die de mensen een aan Hem gelijke geest gaf, de mensen heus niet heeft geschapen om dieren te worden, maar om volledig vrij, aan God gelijk te worden."
Hoofdstuk 29: De zegen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Daarom is het zeker dat wonderen eigenlijk weinig, of meestal helemaal geen waarde hebben voor de verbetering van de mensen, terwijl datgene wat ik nu over wonderen heb gezegd, maar al te waar is; zij wekken bij de toeschouwers vaak wel de nieuwsgierigheid op, maar de duistere banden van het hart slaken zij ondanks alle verontrusting der ziel toch niet. De aangapers van de wonderen blijven zoals ze voorheen waren, en vragen hoogstens vaak zo dom mogelijk aan elkaar: 'Hoe zou die wonderdoener dat toch gedaan hebben!?' Het nog dommere deel ziet echter bij de wonderdoener alleen maar duivels en hun spokerij.
Hoofdstuk 31: Jaïrus spreekt over de invloed van wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...