Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 34 van 884

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[2] O Heer, vergeef mij mijn grote brutaliteit, waarmee ik zo onbeschaamd tot U doordring! Maar U weet ongetwijfeld dat goede artsen bij de mensen altijd al in groot aanzien hebben gestaan. Want ook in natuurlijke aangelegenheden hadden zij veelal de juiste inzichten, zodat een ieder zich bij het zich voordoen van bijzondere natuurverschijnselen, bij voorkeur tot hen wendde om een verklaring daarvan, hoe vaag eventueel ook. En hoe eindeloos veel hoger dan alle natuurheelmeesters ter wereld staat U immers in mijn ogen, omdat U niet slechts voor alles een Geneesheer bent, maar tegelijk ook de Schepper en Heer van heel de natuur, van eeuwigheid her!
Hoofdstuk 11: Zesde brief van Abgarus aan Jezus (tien weken later geschreven) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[7] 7 Zoek het Grote dat is Mijn Rijk -dan zal het kleine -van déze wereld -tegelijk je deel worden! Maar als je het kleine zoekt, dan zou het kunnen gebeuren, dat je het GROTE niet waardig wordt bevonden.
Hoofdstuk 8: Eigenhandig geschreven antwoord van Jezus in het Grieks(terwijl de andere brieven in het Hebreeuws waren gesteld) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[12] Als een mens op deze wereld maar heel weinig of vaak ook helemaal niets heeft gedaan om datgene wat zijn ziel in haar hart verborgen meedraagt, tot leven te wekken en te ontwik­kelen, maar alles alleen aan de ontwikkeling van zijn uiterlij­ke verstand besteed heeft en dat heeft benut om zorgvuldig de wegen te kiezen waarop hij zich wereldse schatten kon ver­schaffen -van welke aard die ook mogen zijn en welke naam ze ook mogen dragen -om daarmee voor zichzelf de meest verfijnde en in elk opzicht meest aangename genietingen en bekoringen te verkrijgen, dan is, als de ziel van zo'n mens aan gene zijde arriveert, haar goddelijke lichtkamer stevig versperd en afgesloten. Het licht van het aardse verstand echter is eigenlijk alleen maar een combinatie van uiterlijke, materiële lichtbeelden, die op de vele miljoenen lichtvlakjes van de her­senplaatjes*( * zie Het Grote Johannes Evangelie, deel IV / 226 -240 voor de bouw en functie van de hersenen. ) voor de ziel zichtbaar zijn. Aan de hand daarvan maakt de puur materieel ingestelde ziel altijd, op de manier van de domme astrologen, haar materiele berekeningen en voelt zich dan als het ware door de macht van dat bijgeloof gedrongen om daarnaar te handelen. Dat verstandslicht blijft natuurlijk in de wereld achter, net zoals een beeldengalerij achterblijft wanneer de beeldenliefhebber sterft. Het gevolg is dat zo'n ziel dan noodzakelijkerwijs totaal duister in de gees­tenwereld aankomt en niets anders overhoudt dan alleen het bewustzijn ofwel de uitdrukking van leven, en slechts enige herinnering aan haar aardse toestanden en omstandigheden voor zover die in de overeenkomstige hersenkamer van de ziel in overeenstemmende symbolen zijn opgetekend en die de nog altijd uiterst gevoelige ziel voelt en gewaar wordt, ook al kan ze de beelden als gevolg van haar duisternis niet helder bekijken­
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[73] De arme zegt: ach broeder, wat heerlijk, wat zuiver godde­lijk straalt toch dit prachtige morgenlicht, wat een mooie wol­ken! En die heerlijke bergweiden en boompjes! 0, onbegrij­pelijk mooie hemelse wereld! Wat zijn daarbij vergeleken alle heerlijkheden van de aarde? -Maar ik zie nu ook grote scha­ren, die ons tegemoet komen, en ik hoor ook heerlijke hemel­se liederen! 0, wat een harmonie! Wie kan de ongekende wel­luidendheid ervan omvatten? -Wat stralen zij toch, die ons tegemoet komen! Wat voor indruk zal ik wel niet op hen maken in mijn nog heel aards uitziende kleren?
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[43] Dan zegt de in het wit geklede weer: 'Ja, beste vriend, voor het geval je een doodzonde in je zou hebben, zou het met onze voorbede toch ook niet zo gemakkelijk gaan. Want je weet wel uit de leer van de kerk, dat er na de dood bij God geen gena­de kan zijn vanwege Zijn volmaakt strikte en onveranderlijke rechtvaardigheid? Bovendien heb jij op de wereld toch al nooit waarde gehecht aan de voorbede van heiligen en aan het mis­offer altijd maar weinig en tenslotte helemaal niets meer, waardoor jij je tegenover de kerk ontegenzeglijk als een ketter hebt gedragen en in haar ogen een zeer grote zondaar bent geworden. Als ook wij nu bij God voor jou zouden bidden, denk je dan dat onze voorbede enig nut zou kunnen hebben? Waarom heb je dan geen waarde gehecht aan de litanieën van de kerk en aan de zielenmissen?
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[34] Mogen deze laatste woorden van mij op deze wereld de grote rijkdom vormen die ik jullie nalaat; over dit erfdeel zul­len jullie geen belasting hoeven te betalen! -Maar verwijder dit lichaam van mij spoedig uit deze kamer, want het is vol­komen dood. Houd er ook geen ceremoniën bij, want al der­gelijke ceremoniën zijn God een gruwel. Ook hoeven jullie geen mis te betalen, want God de Heer heeft een hekel aan een betaald gebed. Laat echter alles wat jullie doen een lof­prijzing zijn voor de Heer, omdat Hij mij zo'n grote genade heeft willen bewijzen. Hem alleen zij voor eeuwig alle eer, alle lof en al onze liefde. Amen'.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[36] Voorzover jij als gevangene van de wereld consideratie ver­dient, wordt deze je zeker niet onthouden, maar vanwege al die zaken waarvan je de wereld nu beschuldigt, heb je er geen enkel recht op. (...) Wel heb je een grote angst voor de hel, omdat jouw geweten je zegt dat je haar verdient en denkt dat God je daarin zal werpen als een steen in de afgrond. Je beseft echter niet dat je alleen je ingebeelde hel vreest, maar in de echte vind je een groot welbehagen en je wilt daar helemaal niet uit!
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[31] Ik bedoel niet dat de Almachtige mij mijn grote schuld daarom minder aan zou moeten rekenen dan zij in werkelijk­heid is; alleen zou ik graag willen dat er rekening mee wordt gehouden, omdat de wereld werkelijk wereld is, waarmee zelfs met de beste wil niets is te beginnen.
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[35] Je zult nu hopelijk inzien dat hier, waar niets geldt dan alleen de zuivere waarheid, verenigd met de eeuwige liefde, met al je verontschuldigingen niets bereikt wordt, behalve met het 'Mea quam maxima culpa!’* (* Mijn zeer grote schuld) .Dat is alleen juist; al het ande­re heeft geen waarde voor de Heer. Je zult wel moeten toege­ven dat God de wereld tot in haar fijnste vezels sinds alle eeu­wigheid beter kent dan jij haar ooit zult kennen. Daarom zou het ook de grootste onzin zijn als jij tot je verontschuldiging de Heer zou willen beschrijven hoe de wereld is; ofschoon je zegt dit niet ter verontschuldiging aan te voeren, maar alleen opdat de Heer consideratie met je zal hebben, zonder ook maar enigszins te bedenken dat jijzelf een van degenen was die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het slechter maken van de wereld!
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[34] (Hierop zegt de Heer als schipper:) 'Luister nu goed en ont­houd wat Ik je zal zeggen! Ik weet heel goed hoe het met de wereld staat, omdat Ik weet hoe het in alle tijden met haar gesteld was. Want zou de wereld niet slecht zijn, of althans slechts een enkele keer wat beter dan de andere, dan had zij de Heer der Heerlijkheid niet gekruisigd. Aangezien haar grote kwaadwilligheid het groene hout reeds zoiets heeft aangedaan, des te minder zal zij dan het dorre hout sparen. Daarom geldt voor de wereld voor eens en altijd datgene wat uit de mond van de Heer in het evangelie geschreven staat en luidt: 'In die dagen -dat wil zeggen ten tijde van de wereld -moet het hemelrijk geweld worden aangedaan; alleen zij zullen het bezitten die het met geweld naar zich toe trekken!' Maar zulk moreel geweld vriend, heb jij het hemelrijk nog nooit aange­daan. Daarom mag je de wereld ook niet al te zeer aanklagen, want zoals Ik heel goed weet hield jij je altijd liever met de wereld bezig dan met de geest. Want op dit punt was jij zelfs een van de voornaamste tegenstanders van alle geestelijke ont­wikkeling, een vijand van de protestanten, die je wegens hun vermeende ketterij vervolgde met haat en de bitterste gram­schap! (...)
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Omdat ook de grote heren van de wereld moeten sterven -een uiterst noodlottige eigenaardigheid van het leven -en zij nog altijd geen verzekering daartegen hebben kunnen oprichten, omdat ze het met al hun politiek en diplomatie nog niet zover gebracht hebben, moest ook onze minister zich tenslotte gereedmaken om het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen.
Hoofdstuk 9: Het sterven van een minister - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Maar zie, de Heer weet wat voor zware last jij te dragen had en Hij heeft groot erbarmen met je. Daarom heeft Hij ons naar je toe gestuurd, opdat je gered zult worden en niet ten onder zult gaan door de grote wereldse last die je nog met je mee hebt gebracht. Denk hierbij niet aan een gericht; want in het rijk van vrijheid van de geest bestaat er geen gericht en geen rechter, behalve de eigen vrije wil van ieder mens! Denk ook niet aan de hel. Die is nergens, behalve in ieder mens zelf, als hij die in zichzelf door het kwaad dat in hem is, zelf schept. Denk echter ook niet aan een hemel als beloning die in het vooruitzicht is gesteld voor goede werken; maar Iaat het Woord van de Heer Jezus jouw wil zijn, zoek Hem alleen! Als je Hem hebt, heb je alle hemelen en je macht is dan uit de lief­de en dat is een heel andere macht dan je gehad hebt op de wereld op grond van je wereldse wijsheid en hoge positie. Nu weet je alles; doe, wat jouw vrije wil toelaat in naam van de Heer Jezus. Amen'.
Hoofdstuk 9: Het sterven van een minister - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[12] Daaruit bestaat dan ook de opdracht die wij namens de enige Heer, ten behoeve van jou uitvoeren, dat wij je dit moe­ten meedelen en jou tevens onthullen dat hier in deze eeuwi­ge wereld voor jou aan elke wereldse eer en positie een einde is gekomen en eveneens aan alle politiek. Dit vertrek, jouw kledij en al deze vermeende belangrijke staatspapieren zijn enkel bedrog en een product van jouw fantasie, die nog uiterst sterk op de wereld gericht is. Zij zullen verdwijnen zodra je ons volgt. -Als je ons volgt, zul je een gemakkelijke weg naar het ware, eeuwige levensrijk hebben, waar ongekende zalighe­den bestaan; als je ons echter niet volgt, zul je het heel moei­lijk hebben om het levensrijk van God te bereiken! Want kijk, op de wereld was jij weliswaar door Gods toelating een groot man en had je grote macht, maar door deze macht is bij jou heel sterk de heerszucht gewekt, en die heeft je tot veel dingen gebracht die niet in de goddelijke orde geworteld zijn. Tevens heeft die wereldse macht als heerszucht jou ook het geloof in de Heer ontnomen en veelvuldig ook de liefde tot je naaste en heeft jou zo volledig ongeschikt gemaakt voor het rijk Gods.
Hoofdstuk 9: Het sterven van een minister - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Bij dit voorbeeld zullen we direct aan gene zijde beginnen en daar een man in ogenschouw nemen die op deze wereld een heel belangrijke rol heeft gespeeld. Hij was de mening toege­daan dat de wereld er ter wille van hem was en hij ermee kon doen wat hij wilde, aangezien hij zich werkelijk aanmatigde de plaatsvervanger van God te zijn, meer nog dan welke andere soortgenoot ook. Maar desondanks moest hij toch 'in het stof bijten' en daartegen beschermde hem noch de grote macht die hij zich had aangemeten noch de wereld en al evenmin zijn plaatsvervangerschap van God.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Zie, we bevinden ons in een koninklijk praalvertrek. Hier schittert alles van goud, zilver en kostbare edelstenen en -voor de wereld -van de kostbaarste schilderijen. Op de vloer van het vertrek liggen de fijnste Aziatische tapijten, en voor de grote ramen met spiegelglas hangen gordijnen, waarvan er één zoveel kost, dat daarvan duizend armen een maand lang te eten zouden hebben. Kasten, tafels, sofa's, stoelen en nog een groot aantal koninklijke inrichtingsstukken van grote waarde sieren het vertrek. Allerlei welriekende geuren drijven door de ziekenkamer en de beroemdste artsen staan rond het rijkelijk met goud versierde bed, waarin de op aarde hooggeplaatste zieke tevergeefs op zijn genezing wacht.
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...