Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

7187 resultaten - Pagina 34 van 480

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[20] Als jij nu van jezelf kunt beweren dat in zekere zin niets je liefde kan opwekken, noch een mooie gestalte noch een bijzonder goede handelwijze, dan zou ik zelf wel eens van je willen vernemen, door welk derde, mij geheelonbekende middel, de mens liefde in zijn hart kan opwekken en waarmee hij die kan versterken om tot de kracht van de openbaring der goddelijke, zuivere liefde in het hart te komen!?
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Kortom, als er in je hart nog énige twijfel over het voortleven van de ziel na de lichamelijk dood bestaat, dan heeft de levensopenbaring nog niet plaatsgevonden. Aan wat de mens niet heeft, twijfelt hij steeds of hij het ooit zal krijgen ook als hij het zou willen hebben. Maar als je eenmaal het eeuwige leven van de ziel door de openbaring van de zuivere, goddelijke liefde in je hart zó gevonden hebt als een verloren geldstuk, dan zul je daarna ook geen twijfel meer hebben aan het volle bezit van datgene wat je in alle waarheid en werkelijkheid bezit!
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] Dat kan echter alleen door de naastenliefde bereikt worden, en daarom is Ribar veel dichter bij het ware levensdoel dan jij. Want jij hebt je hersenpan wel verlicht met het natuurlijke licht van deze wereld, maar daarvoor Iaat je je hart zonder vuur en licht ronddwalen als een wild dier in het duistere kreupelhout van de moerasbossen van Europa!
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] SUETAL zegt: "Begrepen wel, maar ik zou je bijna liever niet hebben begrepen! Hoe kan ik me dan tot liefde dwingen, als ik daartoe door mijn aard bijna helemaal niet in staat ben? Ik voel alleen maar een verstandelijke instemming bij verschijnselen en daden, maar liefde in mijn hart ken ik niet! Zeg me dan toch hoe dat in een mens aanvoelt, - of waaraan hij herkent dat er liefde in zijn hart is ontwaakt? Er moet toch wel het een of andere teken van herkenning in het leven van de mens zijn, anders heeft hij niets aan die hele liefde. Hij kan haar misschien volledig bezitten, maar weet niet dat zo'n levenstrek 'liefde' heet. Wat helpt of geeft hem dan die hele liefde!?"
Hoofdstuk 80: Een verstandsmens zoekt de liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] SUETAL zegt: "Het is wel lang geleden, maar ik kan nog me nog menig voorval herinneren waarbij ik zo ontroerd was, dat me daarbij de tranen in de ogen kwamen. Moet zo'n kinderlijk gevoel soms liefde zijn?"
Hoofdstuk 80: Een verstandsmens zoekt de liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] RAPHAËL zegt: "Ja, ja, dat is liefde. Wie die niet heeft, mist uiteindelijk alles wat tot het leven behoort, en zo'n mens is dan slechts een werktuig van zijn door de natuur verlichte hersens en weet nauwelijks iets af van het wezen van zijn eigen ziel!
Hoofdstuk 80: Een verstandsmens zoekt de liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] HELENA zegt: "Maar als u alleen de koude waarheid bent en daaruit het zuivere leven, hoe komt het dan dat ik nu zoveel liefde voor u in mij begin te voelen?"
Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De mooie HELENA zegt: "Zij zullen waarschijnlijk wel iets naders over Hem weten, maar dan alleen in symbolische beelden. Maar dat zij deze wonderdoener heel zeker niet daarvoor houden, waarvoor u Hem houdt, en wat Hij ook naar alle waarschijnlijkheid schijnt te zijn, daarvoor zou ik veel op het spel willen zetten! Het enige wat ik nog niet zo precies begrijp is, dat mijn hart steeds meer vervuld wordt met ware, oprechte liefde voor Hem, terwijl toch ieder mens een god slechts mag vrezen, vereren en offers brengen!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] U weet hoe streng onze priester, die Apollo moest dienen, mij verboden heeft een god lief te hebben. Want zo'n liefde was ten eerste te onheilig voor een oppergod zoals Apollo, en ten tweede zou men, als die liefde erg zou toenemen en werkelijk een oppergod aan zou trekken, meteen de bestraffende jaloezie van de godinnen opwekken en dan ongetwijfeld voor eeuwig moeten delen in het harde lot van Europa, Dido, Daphne, Eurydice en Prosperina -en dat zou iets heel verschrikkelijks zijn.
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Van liefde voor een god kon dus in die omstandigheden geen sprake meer zijn! En zie, ik beken u openlijk, dat ik ondanks al mijn innerlijke strijd en ondanks de vreselijkste voorstellingen die ik vanwege de ontwaakte liefde voor een god steeds maar in mijn geheugen oproep, deze God toch steeds meer liefheb! Ja, ik zou uit liefde voor Hem de bitterste dood ondergaan, als Hij mij daarvoor slechts één vriendelijke blik zou waardig keuren!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Maar hier op de wereld in het onreine vlees moet je je er vóór alles voor hoeden juist op deze allerhoogste en allereerste God zelfs maar verliefd te worden! Dat zou toch wel het verschrikkelijkste van het allerverschrikkelijkste zijn! Als je werkelijk al een soort liefde voor Hem voelt, dan is het ons geraden zo vlug als maar mogelijk is hier vandaan te gaan!"
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Kijk maar eens naar deze onbeschrijflijk mooie omgeving! Ik vraag u, kan het Elysium nog mooier zijn?! De ene zon gaat onder en een andere komt op dezelfde plaats op, en ook de sterren ontbreken niet op de heerlijke, eeuwige ochtend! In dat geval, vader, -zou mijn liefde geen zonde meer zijn!"
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] De omstandigheden zijn hier te onmenselijk wonderbaarlijk! De té grote heiligheid van deze plaats vervult ons met angst en schrik, te meer nog omdat het hart van mijn dochter zelfs van liefde vervuld raakt voor de grote God der goden, zoals zij zegt en betreurt,
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Volgens onze Griekse godenwetten is zo'n liefde één van de zwaarste misdaden tegen de onbeperkte heiligheid der goden, vooral tegen de onbekende, allerhoogste God aller goden! Mijn arme dochter kan zich nu echter niet meer tegen deze verschrikkelijke liefde verweren! Zij wil niet, en haar hart zegt onverbiddelijk: ' Je moet!'
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het arme, oprechte kind vertrouwde mij dat toe, en daarom heb ik besloten om via u de grote God te smeken om genadig het hart van mijn arme dochter van die liefde te willen bevrijden, want haar wil is niet de oorzaak van deze liefde, maar het komt beslist alleen door de vreemde, ons totaalonbekende omstandigheden! Zou u, omdat u beslist ook een eerste halfgod bent, ons die genade willen bewijzen? Zou u de grote god om genezing van het ziek geworden hart van mijn dochter willen vragen en mij tevens willen zeggen wat ik voor die genade moet offeren?
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...