Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1562 resultaten - Pagina 34 van 105

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[13] Julius Caesar zei: 'Ook dat, ten dele; maar ik zou hen zonder dat zij dat willen niet voor de geest kunnen halen en nog minder met hen kunnen omgaan, hen zien, horen en spreken. Maar dat lijkt ook heel sterk op het zien, horen en voelen van je medemensen op deze aarde. Want jij ziet de werkelijke mens ook niet, maar alleen een afbeelding ervan in jezelf, je voelt hem slechts door je eigen gevoel en hoort het geluid van zijn woorden in je oor, dat zo is ingericht dat het het geluid dat er door de lucht naar toe komt, nabootst. Maar wanneer jij blind, doof en zonder gevoel bent, bestaat er voor jou geen medemens, ook al zou hij zich heel dicht in je buurt bevinden. Maar al hoor, zie en voel jij nog zo veel mensen en stel jij je hen in gedachte voor, dan zul je toch in werkelijkheid niemand zien, horen en voelen als er niemand is.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Als jullie echter geloven dat jullie daarvoor machtig genoeg zijn, dan staan jullie wel ver boven God; want God Zelf, als de Oerwet, bestaat en handelt steeds binnen Zijn wet en staat derhalve binnen en onder Zijn wet. Wanneer God Zelf dat echter eeuwig ten strengste in acht neemt, wie gaf dan aan jullie het recht om je boven de wet te stellen, je te verkleden, opdat men jullie niet zou herkennen en niet zou zien, hoe en wanneer jullie zelf je eigen wet overtreden? Als jullie heer over de wet zijn, waarom dan die angst door het volk herkend te worden, als jullie in strijd met jullie eigen wetten handelen?'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Want wanne,er de mens met lichaam en ziel alleen bestemd zou zijn voor deze materiële wereld die, al is zij nog zo groot, toch haar grenzen heeft, dan zou als gevolg van de dagelijkse toename van het aantal mensen als die ook dat hun lichaam betreft onsterfelijk zouden zijn, deze aarde ai gauw te klem en te beperkt worden voor de mensen, temeer daar ze uit veel meer water dan vaste, bewoonbare grond bestaat; God zou na een bepaalde tijd de mensen onvruchtbaar moeten maken en ze ook niet meer ouder moeten laten worden, zodat ze dan in een bepaalde normale kracht en sterkte eeuwig konden voortleven en de aardbodem bewerken voor hun levensonderhoud.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Eén ding wil Ik vandaag nog voor hen doen, en dat bestaat daaruit dat alle tien een voor hen zeer gedenkwaardige droom zullen hebben. Die zal hun morgen en nog lang daarna veel gespreksstof geven en hen tot nadenken stemmen. Waaruit die droom zal bestaan, zullen ze jullie morgen in Bethanië met al hun welsprekendheid wel vertellen.
Hoofdstuk 11: De Heer prijst Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Het is een heel goede wet dat hij die een mens doodt, ook met de dood bestraft moet worden, als waarschuwend voorbeeld voor anderen die misschien ook in hun kwade lusten door iemand gehinderd worden. Maar een wet, waardoor bijvoorbeeld iemand die van het dak is gevallen en door zijn val een ander mens van het leven heeft beroofd, eveneens met de dood bestraft moet worden, zou toch wel het meest onrechtvaardige zijn wat er op de wereld bestaat! En kijk, precies zo komt mij ook de zojuist aangehaalde goddelijke beschikking voor met betrekking tot de ziekten en de zeer pijnlijke lichamelijke dood van de meeste mensen; ze ondergaan daardoor een straf, die ze in feite nooit door schuld verdiend hebben! Dat zou U in het vervolg toch wel iets anders kunnen inrichten!
Hoofdstuk 15: De toekomstige bevolkingsdichtheid van de aarde. De gebreken van de ouderdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] De magiër zei: 'Heer en Meester, wanneer zulke mensen, die meestal heidenen zijn, er niets aan kunnen doen dat ze nooit iets van een ware God hebben gehoord en er daarom ook niet in konden geloven, dan is een zeer afschrikwekkend voortbestaan van hun ziel aan gene zijde toch een te zware straf! Ja, mensen zoals wij nu, die God hebben leren kennen en in Hem moeten geloven omdat Hij zichtbaar voor hen bestaat en hun Zelf de wegen van het leven leert -wanneer zij desondanks afvallig zouden worden en het kwade zouden doen, zouden ze wel zo'n afschuwelijk lot aan gene zijde, zoals dat nu door U beschreven is, verdienen; maar mensen, die het niet kunnen helpen dat ze bijna meer dier dan mens waren op de wereld, zou ik als ontoerekeningsvatbaar willen beschouwen, en een straf aan gene zijde voor hun hier bedreven slechte daden lijkt me niet in overeenstemming te zijn met de goddelijke orde en de aan de liefde van God ontspringende gerechtigheid. Want wanneer iemand op deze aarde geen God en derhalve ook Zijn wil niet kent en geen andere wet heeft dan alleen maar wat zijn natuur en zijn hartstochten hem voorschrijven, kan hij ten opzichte van Gods wil, die hij niet kent, ook geen zonde begaan en daarvoor gestraft worden. Heer en Meester, kijk, ook dat is nog een duistere hoek in mijn ziel, die U misschien nog allergenadigst een beetje meer zou willen verlichten!'
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Onthoudt allemaal goed: Gods rijk spreidt geen enkele uiterlijke pracht ten toon en komt ook niet in een uiterlijke afbeelding en vorm tot jullie, maar het is in jullie diepste innerlijk en bestaat in de geest van zuivere liefde tot God en tot de naaste en in de waarheid van het daaruit voortvloeiende leven van de ziel; want wie geen liefde tot God of de naaste in zich heeft en gewaar wordt, heeft ook geen leven in zich en geen opstanding, die de hemel in de mens is, en derhalve ook geen leven daarin, maar alleen het gericht en de daaruit voortvloeiende eeuwige dood, in plaats van het enig ware en volmaakte leven in de hemel.
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Zoals Ik nu aan jullie allen de volle vrijheid vanuit Mijzelf terug geef, moeten jullie datzelfde in Mijn naam ook aan jullie broeders doen! Doop hen in naam van Mijn eeuwige liefde, die de Vader is; in naam van het woord, dat de vleesgeworden Zoon van de Vader is, en in naam van Zijn Geest van waarheid, en wis daardoor in hen het oude erfelijke kwaad uit, dat bestaat uit het jullie nu welbekende en verwenste 'moeten' van de wet! -En nu vraag Ik jullie, of jullie allen dat begrepen hebben.'
Hoofdstuk 20: Over de wetten van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Hoewel echter een volledig in de geest wedergeboren mens maar één volmaakt mens is, bestaat zijn wezen niettemin eeuwig uit een in zichzelf goed te onderscheiden drie-eenheid.
Hoofdstuk 24: De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wanneer de ziel nu wat haar vorm betreft als mens bestaat, zal ze ook een met de vorm overeenkomende inhoud hebben. Deze inhoud ofwel het inwendige lichaam is het wezen dat haar leven geeft, dus de ziel zelf.
Hoofdstuk 25: De activiteiten van de drie lichamen van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Dat de ziel tenslotte als een individu zichtbaar wordt, bekleed met een uiterlijk lichaam dat in zekere zin als de derde persoonlijkheid verschijnt, laat de dagelijkse ervaring jullie zien. Het lichaam is voor de ziel een uiterlijke openbaring van haar diep innerlijke geest en heeft tot doel de intelligentie en de vrije wil van de ziel naar buiten te keren, te beperken, om dan pas de innerlijke onbeperktheid van de intelligentie, van de wil en de ware kracht daarvan te zoeken en deze te vinden, en daardoor als een oneindig verheerlijkt en volkomen zelfstandig individu één te worden met de innerlijke geest, die het enige is wat echt bestaat en werkzaam is in de mens.
Hoofdstuk 25: De activiteiten van de drie lichamen van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar er bestaat nu nergens op aarde een volk dat helemaal zonder enige wet is. Want God heeft onder alle volkeren al naargelang hun behoeften wijze mannen opgewekt en deze hebben hun wetten gegeven en hun ook gezegd en laten zien dat er een God bestaat, die alles heeft geschapen en ook alles in stand houdt, leidt en regeert. Zo leerden die wijze mannen de mensen ook dat God degenen die aan de wetten gehoorzamen, hier en aan gene zijde zal belonen, maar de degenen die in strijd met de wet leven zal tuchtigen en onverbiddelijk streng straffen, hier al en zeker aan gene zijde, omdat de ziel van de mens na de dood van het lichaam in een andere wereld van geesten verder leeft en overeenkomstig haar handelen gericht wordt.
Hoofdstuk 17: De behandeling van de mensen aan deze en aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Kijk, de mens is helemaal naar Gods evenbeeld geschapen, en wie zichzelf volkomen wil kennen moet zich realiseren dat hij als een en dezelfde mens in feite ook uit drie persoonlijkheden bestaat! Je hebt ten eerste een lichaam, voorzien van alle noodzakelijke zintuigen en andere lichaamsdelen, van zeer groot tot nauwelijks voorstelbaar klein, die voor een vrij en zelfstandig leven nodig zijn. Dit lichaam heeft ten behoeve van de ontwikkeling van de geestelijke ziel een heel eigen natuurlijk leven in zich, dat zich van het geestelijke zieleleven in alle opzichten onderscheidt. Het lichaam leeft van materiële voeding, waaruit het bloed en de andere voedingssappen voor de verschillende onderdelen van het lichaam gevormd worden.
Hoofdstuk 24: De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) "Als jullie maar een beetje opletten, merken jullie aan ieder tastbaar en bestaand ding een te onderscheiden drievuldigheid op, Het eerste wat in het oog springt is natuurlijk de uiterlijke vorm; want zonder deze zou geen tastbaar ding denkbaar zijn. En als het eerste eenmaal bestaat, is het tweede natuurlijk de inhoud van de bestaande dingen; want zonder inhoud zouden ze ook helemaal niet bestaan en zouden ze ook geen vorm of uiterlijke gestalte hebben. Wat is nu het derde, dat bij een tastbaar en bestaand ding net zo noodzakelijk is als het eerste en het tweede? Kijk, dat is een inwendige kracht in ieder ding, die de inhoud van de tastbare en bestaande dingen op een bepaalde manier bijeenhoudt en het eigenlijke wezen ervan uitmaakt. En omdat deze kracht de inhoud en derhalve ook de uiterlijke vorm van de tastbare en bestaande dingen uitmaakt, is zij ook het oorspronkelijke wezen van alle bestaan, van welke aard dat ook is, en zonder die kracht zou er evenmin een wezen of een tastbaar ding denkbaar zijn als zonder een inhoud of zonder een uiterlijke vorm.
Hoofdstuk 25: De activiteiten van de drie lichamen van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Omdat jullie nu door deze verklaring van Mij hopelijk duidelijk inzien hoe een mens op zichzelf beschouwd, evenals op een lager niveau ook ieder ander ding, uit een zekere te onderscheiden drie geleding bestaat, zullen we tot besluit van deze hoogst belangrijke toelichting overgaan naar het drieënige wezen van God zelf, opdat jullie helder en duidelijk inzien, waarom Ik jullie vanwege de hogere en innerlijke levende waarheid met klem heb moeten aanraden om de mensen, die in Mij geloven en Mijn leer metterdaad hebben aangenomen, in de naam van de Vader , de Zoon en de Heilige Geest te dopen, dat wil zeggen: te sterken.
Hoofdstuk 25: De activiteiten van de drie lichamen van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...