Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 34 van 63

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[22] Probeer niet om Mij eindeloos tevreden te stellen, dat is zelfs voor de hoogste geschapen geest onmogelijk, maar probeer het slechts eindig, overeenkomstig je krachten, zodat de aan jou verleende maat vol wordt. Laat Mij, jouw goede Vader, maar voor het oneindige zorgen!
Hoofdstuk 24: Henochs vrees om te spreken is uit valse deemoed geboren. Men kan God slechts als Mens liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Dit zeg Ik je wel, eeuwigheden zouden voor jou niet toereikend zijn, om de grootte van zijn macht en sterkte te doorgronden; maar desondanks is hij een eindige, geschapen geest en waar al zijn macht voor eeuwig ophoudt, daar begint Mijn oneindige macht pas.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] O, Heiligste, ik weet het nog wel van mijn moeder Zilla, dat U in iedere vorm van hetgeen ooit geschapen werd, geheel alleen werkzaam bent en niemand hebt die U daarbij zou kunnen helpen of dat U iemands hulp nodig zou hebben, maar dat U overal alleen aan Uzelf volkomen genoeg hebt.
Hoofdstuk 32: Abedam zowel Mens als God. Naëhme's grote liefde tot Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[35] En al die zonnen die nog door geen enkele geschapen engelengeest geteld zijn, al die zonnen met al hun grote vuurbewoners, wat doen zij dan, of wat kunnen zij doen? - Luister! Onmogelijk iets anders dan wat de grootste oeraartsengel doet: zij vervullen in hun verheven eerbiedsvolle stilte de heilige wil van de grote, boven alles goede Vader; en dat is alles wat zij kunnen doen. En elke zon verkondigt nog haar lofprijzingen aan de eindeloos verre scheppingen en ook onderling verkondigen zij elkaar in stilte door hun verre stralen dat er slechts één God is en dat deze God een en dezelfde is als de heilige, liefdevolle Vader, die hen liefhebbend schiep voor de liefde, om ook de verre donkere ruimten te beminnen en ze te doen opleven met de liefde van de heilige Vader.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Want waar is in de gehele oneindigheid in alle eeuwigheden der eeuwigheden een wezen geschapen dat in staat is iets dergelijks uit zichzelf voort te brengen?!
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Wat echter de goede geur en smaak betreft, daarvoor biedt mijns inziens de gehele aarde geen vergelijkbaar treffend beeld meer, - behalve als ik de zin van de woorden van Diegene die nu in ons midden is (de heilige, meest liefdevolle Vader!), vergelijken mag met de zin van mijn ledige gezwets, welk onderscheid eindeloos en voor iedere geschapen tong onuitsprekelijk is.
Hoofdstuk 55: Garbiël looft de maaltijd. Abedams woorden over de overdreven dankbetuiging - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Of ik nu een geschapen oeraartsengelengeest ben of een die later uit diezelfde liefde is voortgekomen, wat voor een onderscheid geeft ons dat dan ten overstaan van God?
Hoofdstuk 62: Sehels verheerlijking en zijn heerlijke diep wijze woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Zie, dat weet geen geschapen keest, maar alleen Ik, de oneindige, eeuwige Meester van al het leven! Indien Ik jullie als je heilige, meest liefdevolle Vader nu Zelf voltooi voor dit rouwig ondoorgrondelijke leven van jul~ hr in Mij en jullie doe groeien en alles was( (les doods is uit jullie weg neem, Purhal, hoe kan het dan in de gedachte van jou en van alle anderen ook maar in de verste verte opkomen dat Ik niet te vertrouwen zou zijn?!
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] De hoge Abedam zei echter geruststellend: 'Abedam, sta op en wees kalm! Jouw vragen zijn weliswaar puur onkruid van de materiële wereld, maar ook dorens en distels zijn door Mij geschapen, opdat zij jullie door hun stekels zullen wekken, wanneer je zo maar in het wilde weg blindelings over de aardbodem rondrent en niet weet waarheen je gaat, waarom je gaat en wat je wilt.
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Opdat je echter de grote domheid van je vraag volledig zult inzien en wel in één keer, moet je Mij vanuit jezelf eens zeggen: wat is eigenlijk de grondslag van alle geschapen dingen?'
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Daar Lamechs wil reeds in staat was om jullie te dwingen alles te verlaten om de onzekere en hoogst gevaarlijke strijd met de machtige bewoners van de hoogte aan te gaan, zullen jullie je ook hopelijk des te meer naar de almachtige wil voegen, ja ik zeg jullie, de wil waardoor wij en alle dingen zijn geschapen!
Hoofdstuk 102: De kinderen van de laagte als vrije gevangenen van de goddelijke genade en erbarming. Adams vaderlijke zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Als Ik alle dingen geschapen zou hebben tot verderf en om het te gronde te laten gaan, zou Ik dan als de eeuwig heilige en eindeloos wijze God wel wijs gehandeld hebben door ooit iets te scheppen?!
Hoofdstuk 108: De Heer spreekt over de schade die vloek en toorn teweegbrengen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Omdat Ik dus alles geschapen heb voor de eeuwigheid, zelfs zo, dat zelfs niet eens de minste gedachte die de allergeringste mens allervluchtigst heeft gedacht verloren zal gaan, om welke reden zouden jullie je dan over en weer willen veroordelen tot jullie verderf?!
Hoofdstuk 108: De Heer spreekt over de schade die vloek en toorn teweegbrengen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Waar zou de aarde toe dienen met alles wat er op haar en in haar is; waartoe het firmament met zijn lichtende sterrenwerelden; ja waartoe de oneindigheid zelf, als er buiten Hem geen leven meer zou zijn dat Hem zou kunnen herkennen, die het vanuit Zichzelf vrijgemaakt heeft en dat van alles zou genieten wat Hij voor dat leven geschapen heeft?!
Hoofdstuk 125: Henochs woorden van dank en prijs. Levensvreugde als beste dankbetuiging ten aanzien van de Schepper - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Daarom is de mens ook door Mij geschapen om het leven op te nemen, - maar niet opdat het leven hem zal opnemen!
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...