Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 34 van 179

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[5] Dat Salomo in de eerste zin, waarin hij om iets vraagt, namelijk om het woord van liefde, Mij nog in de derde persoon aanroept, betekent dat hij door wijsheid als zodanig nog ver van Mij afstaat; maar door de tweede persoon in de rest van de zin, waar de reden van de vraag uit het eerste deel wordt uitgesproken, laat Salomo reeds zien dat hij dichter bij God komt op de weg van de liefde dan op de weg van de pure wijsheid. Maar de kus, namelijk de liefde, waarom Salomo in zijn Hooglied heeft gevraagd, krijgen jullie allen zojuist van Mij en dus, Mijn beste Simon, is het eerste vers van het Hooglied je nu waarschijnlijk wel wat duidelijker dan het je eerst was!"
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[26] Wat is de mens van deze aarde toch een armzalige drommel! Hij begint met niets, leeft met niets en eindigt tenslotte weer met niets. Als hij gedurende de betere en heldere periode van zijn leven meent iets te begrijpen, maar vervolgens ongelukkigerwijs in aanraking komt met Salomo's Hooglied, is het helemaal gedaan met de dwaas; want zodra de mens eenmaal door woord of geschrift van een ander mens duidelijk is gemaakt dat zijn wijsheid helemaal niets voorstelt, is het ook helemaal gedaan met de mens zelf, dat wil zeggen, hij leeft nog wel verder, maar als een dwaas die niet meer in staat is nog iets te bevatten en te begrijpen! Als de mens net als ik zover is gekomen dat er geen vooruitgang meer is, keert hij om en begint als een dier alleen nog maar te vegeteren. Waarom zou hij ook verdere moeite doen voor niets en nog eens duizendmaal niets?!
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Nu bent U, o Heer, hier bij ons zoals Salomo in het eerste vers vraagt! Wij hebben Uw naam, Uw heilig woord van liefde, dat veel kostbaarder is dan Salomo's zuivere wijsheid! Wij hebben nu de voor ons uitgegoten zalf, Uw naam, Uw liefde, Uw heilig levenswoord, voor allen begrijpelijk bij ons.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wel, de maagden die daarom van U houden, zijn wij kennelijk ook, gezien vanuit het standpunt van ons beperkte inzicht en verstand! Want een maagd is weliswaar een lieflijk wezen, niet geheel zonder inzicht en verstand, maar in het algemeen gezien kan van een grote manlijke wijsheid toch geen sprake zijn. Daarom zijn wij blijkbaar de maagden, die U, o Heer, boven alles liefhebben omdat wij Uw woord van liefde begrijpen, waardoor het dus voor ons een uitgegoten zalf is waarvan de heerlijke geur een wonderbaarlijk genot voor ons is. -Zeg mij, o Heer, of ik nu volgens het eerste vers het tweede wel juist heb opgevat! "
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] 'Trek mij, o Heer, achter U aan, dan lopen wij!' Wie, behalve de liefde, kan geestelijk trekken?! En het gevolg is dat degenen die met en door de liefde onderwezen en opgevoed worden, in één ogenblik meer opnemen en begrijpen en daardoor werkelijk lopen in de groei van hun kennis, dan in vele jaren van dorre en kille wijsheid. De enkelvoudige persoon en de eerste zin is dus slechts een morele persoon en deze verschijnt in het laatste deel van de tweede zin verdeeld over een veelvoud, dat voorlopig kennelijk nog gevormd wordt door ons, en vervolgens door heel Israël, en uiteindelijk zelfs door alles wat op de gehele aarde mens heet.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] De Koning, de Eeuwige, de Heilige, leidt mij en ons allen nu natuurlijk de heilige en stralende liefde en levenskamer van Zijn heilige Vaderhart binnen! En wij verheugen ons nu en zijn uitermate blij om U, en denken beslist duizendmaal meer aan Uw Vaderliefde dan aan welke dorre en kille wijsheid dan ook! Alleen in Uw liefde zijn wij vol deemoed en eenvoudig en daardoor gelovig van hart; wij zijn daardoor gelovig en in ons geloof, o Heer, houden wij pas volkomen van U.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] De ochtend der wijsheid, die overeenkomt met die boven op de berg, is weliswaar heerlijk en mooi, maar hier beneden bij de tafels van het gastvrije liefdemaal in de grote, heilige kamer van Uw heilige Vaderhart bevindt zich inderdaad ook dezelfde morgen van het ware leven. Boven op de berg, waar wij onderwezen waren in de ware kennis, genoten wij van de heerlijke ochtend van het levenslicht, maar daar waren geen tafels met voedende en het leven sterkende, heerlijke spijzen klaargezet.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Het licht van de diepste wijsheid beviel ons goed, maar U zag bij menigeen misschien ook reeds de kiem van eigendunk, opgekomen in de voren van het levenstuintje in het hart, en U zei met meeslepende woorden van liefde: 'Kinderen, beneden in de diepte der deemoed vind je dezelfde ochtend! Als jullie de korte weg afleggen van de hoogte van de eigendunk, die gewoonlijk een gevolg is van grote, pure wijsheid, naar de deemoedige diepte van van de liefde, genieten jullie van dezelfde stralende ochtend! En beneden in de diepte van de liefde vind je hem net zoals hier, en daar geniet je hem dubbel, want daar is niet alleen hetzelfde licht, maar in de liefde en de deemoed bevindt zich ook de bron van het licht en het liefdeleven! Beneden staan de volle tafels tot sterking, voeding en instandhouding van het leven in al zijn facetten! ,
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Verder staat er: 'Kijk mij er niet op aan dat ik zo zwart ben (voor jullie dochters van Jeruzalem), want de zon (jullie wereldse trots) heeft mij verbrand (door jullie hoogmoedige, wereldse gezichten)! De kinderen van mijn moeder zijn boos met mij.' Wie anders kan Uw moeder in U zijn, o Heer, dan Uw eeuwige wijsheid, zoals de Vader in U Uw eeuwige liefde is?! Uw moeder is ook tevens Uw eeuwige orde waarvan de, evenals U, o Heer, toornig zijnde kinderen de eeuwige, oneindige ruimte vullen en hun toorn uiten door de grote wanorde van de kinderen Israëls te ordenen.
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] SIMON gaat verder: "Als Salomo, of zijn met alle wijsheid gevulde ziel, gelegenheid gehad zouden hebben hier in ons midden te zijn, dan zou het zesde vers zeker niet geschreven zijn, want in het zesde vers zegt Salomo: 'U, die mijn ziel liefheeft, vertel mij waar U vertoeft, waar U 's middags rust, zodat ik niet hoef te zoeken bij de kudden van U w metgezellen! ' Want Salomo, en door hem de ziel van zijn volk, zou U zeker hebben gevonden terwijl U Uw schapen 's morgens, 's middags, 's avonds en ook om middernacht aan het hoeden was; dus steeds bezig en niet alleen 's middags rustend!
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Ik ben nu weer uitgesproken en geloof voldoende bewezen te hebben dat mijn vroegere overtuigingen onmogelijk anders konden zijn; want zoals het onderricht is, zo is de mens en zo ook zijn wil en zijn daden! Dat ik nu met de diepste verachting terug kan kijken op dat echt helse onderricht, spreekt wel vanzelf! Ik verwacht nu echter ook van U, o Heer, dat U tengevolge van Uw liefde en wijsheid, mijn gedachten en daden die ik hier getrouwen waarachtig heb 'verteld, genadig door de vingers zult zien en zult vergeven!"
Hoofdstuk 173: Gabi's beginselen als Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Overigens zul je nu wel beseffen hoe en waarom dit meisje in al haar liefde zo bijzonder aan Mij gehecht is. Want in die mate waarin dit meisje Mij liefheeft, heeft niemand van jullie Mij lief; want jullie liefde is meer een verbazing over Mijn wijsheid en Mijn voor jullie onbegrijpelijke wonderen. Maar dit meisje houdt van Mij puur om Mijzelf, nu zij eenmaal weet wie in Mij schuilt. En dat is meer waard dan Mij als God te bewonderen, want het moet toch voor iedereen duidelijk zijn, dat bij God alle dingen mogelijk zijn. Ook dat is wel goed, maar het andere is beter
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Alleen Simon, als mijn intiemste vriend, wist, maar alleen ten dele, hoe het er met mijn Salomo's wijsheid uitzag. Hij hield mij dat vaak voor en toonde mij aan, dat ik met het Hooglied van Salomo óf mijzelf óf de wereld voor de gek hield. 'Want', zei hij mij vaak, 'denk je soms dat jij terwijl jouw overige kennis en ervaring in alles beperkt is, het Hooglied zult begrijpen omdat je het zo moeizaam uit je hoofd hebt geleerd? ! ' Maar ik probeerde het hem toch half te laten geloven door te zeggen dat ik juist een voorliefde had voor de diepste, onduidelijkste en meest duistere geheimen, omdat ik mij voorstelde dat daar iets ontzettend belangrijks achter school. Uiteindelijk nam Simon dat toch van mij aan, maar dat was een geweldige vergissing van hem. Want innerlijk was ik een vijand van de wijsheid van Salomo, die hem uiteindelijk tot afgodendienaar had gemaakt.
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ben je een zondaar omdat je bij tijden honger en dorst hebt? Zondig je, wanneer je kijkt, luistert, proeft en ruikt? AI deze zintuigen zijn je gegeven om de vormen van de dingen waar te nemen, om de wijsheid van het gesproken woord te horen en om goede en slechte en schadelijke geesten van de nog ongegiste en ruwe materie waar te nemen!
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Dat stemde de goede, oude man erg vriendelijk en hij zei toen tegen mij: 'Aan onze oude en zuivere wijsheid zullen jullie erg veel hebben! Maar neem niets over van onze totaal verdorven zeden, want die zijn slechter dan slecht! Deze stad was eens de trots van het land, wat ook haar naam Memavise (in het Grieks: Memphis) = 'de verhevenste naam', klaar en duidelijk zegt; nu is de naamloze verhevenste slechts een uitgestrekte puinhoop, waarvan jullie jezelf straks zonder moeite kunnen overtuigen!
Hoofdstuk 182: Het verhaal van Oubratouvishar over zijn reis naar Memphis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...