Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 34 van 98

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[1] (DE HEER:) "Een mensenziel die nog oorspronkelijk is en onbedorven, kunnen jullie zien als een echte zon temidden van alle op verschillende wijze bezielde en levende schepsels die zich allen moeten onderwerpen aan de mensenziel, omdat zij uit de daarvan uitstralende levenssfeer, wanneer die net als de ziel volledig volgens de orde is, geestelijk levenslicht en geestelijke levenswarmte tot groei van de verder opstijgende levenssfeer van hun ziel opnemen en daardoor zacht, geduldig en gehoorzaam worden. Want de zielen zowel van planten als van dieren hebben immers de aan jullie weliswaar nog zeer onbekende bestemming, eens zelf mensenzielen te worden.
Hoofdstuk 216: Over de invloed van de mens op huisdieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Een wijze kan immers alleen maar door wijzen herkend en begrepen worden! Aan het leven van dieren en echte dwazen is niets te veranderen, want wat daaruit voort moet komen ligt al in Mijn eeuwige orde besloten; maar uit het leven van de mensen kunnen jullie alles ontwikkelen, via de ware weg van waarheid, liefde, geduld en wijsheid!
Hoofdstuk 222: De betekenis van de uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] En als jullie van de mensen echte broeders en vrienden gemaakt hebben, die mettertijd wat levenskennis betreft op jullie zullen lijken, zullen jullie ook ware vreugde en zaligheid onder elkaar genieten en sterk worden in al het goede, dat jullie gemakkelijk zullen uitvoeren! Want honderd armen bereiken meer dan één, honderd ogen die naar alle kanten gericht zijn, zien meer dan twee, en de verenigde, uitstralende levenssfeer van duizenden is een heel merkwaardige, krachtige hefboom om allerlei gevaren en slechte zaken af te wenden, van welke kant die ook maar mogen komen en welke naam ze ook mogen hebben."
Hoofdstuk 222: De betekenis van de uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ik wil echter geen wonderdoeners van jullie maken, maar echte weldoeners van de mensen! Als Mijn in jullie gewekte geest volledig gaat werken, zal jullie begrip helder en verlicht worden, en daardoor zullen jullie langs heel natuurlijke weg de krachten van de natuur beluisteren, en haar geesten of respektievelijk de geestelijke, oorspronkelijke, specifieke wezens aan jullie dienstbaar maken; daardoor zullen jullie grote aardse levensvoordelen verkrijgen, die jullie echter moeten gebruiken voor het welzijn van de armere mensheid!
Hoofdstuk 225: De wonderkracht van de wedergeborenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Daarom is een hoereerder niet alleen een zinnelijke zondebok, maar, als hij geprikkeld is, ook een heel slecht mens; hij zit vol wild vuur en is blind en doof voor al het goede en ware van de geest. Een rover zul je veel eerder bekeren dan een echte hoereerder en echtbreker."
Hoofdstuk 230: De gevolgen van de onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Hoe slecht zulke mensen noodzakelijkerwijs ook zijn, toch is er van hen eerder een volmaakt mens te maken dan van een echte wereldse geleerde. Deze hebben weliswaar in veelopzichten - dat wil zeggen op één punt gericht, dat meestal zelfzuchtig is - een behoorlijk scherp verstand, omdat de piramidehersenplaatjes op z'n minst in het centrum van de hersenen bij ieder mens voor een deel en regelsgewijs behouden blijven, hetgeen maakt dat veel geleerden, soms door elkaar onderling te raadplegen, iets bijzonders ontdekken, echter alleen maar voor zuiver aardse doeleinden; al het innerlijke, diepere geestelijke blijft hun vreemd. Want tussen de wereldse voordelen en de eeuwigdurende van de geest en de ziel blijft een onoverkomelijke kloof, die ook het scherpste, wereldse verstand nooit of te nimmer zal overbruggen.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Bekijk nu ten overvloede nog eens de hersenen daar links! Dat is nu een goed voorbeeld van het duistere wijsheidskamertje van een echte stereotiepe, wereldse geleerde, en jij, beste vriend Cyrenius, vertel jij eens, omdat je zeer scherpe ogen hebt, wat je daarin nu allemaal ziet! "
Hoofdstuk 239: De invloed op de hersenen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De ziel van zo'n stoïcijn is daarom zo goed als geheel blind. Zoals ook ieder mens, ook al kan hij nog zo scherp zien, in een stikdonkere nacht vrijwel volkomen blind is en hoogstens alleen op de tast vooruit kan komen, zo kan ook de ziel van zo'n echte egoïst niet zien wat op haar plaatjes getekend is. Bij zo'n totaal verkeerde ontwikkeling van de hersenen, waar slechts door het steeds maar herhaald besmeren van een hersenplaatje tenslotte een heel stereotiep en vervormd beeld blijft kleven en waar, doordat er geen enkele, actievere gemoedsbeweging voorkomt, helemaal geen licht blijvend in de hersenen opstijgt, daar moet de ziel zich toe gaan leggen op het aftasten van haar duistere, maar stereotiepe beelden op de hersenplaatjes.
Hoofdstuk 239: De invloed op de hersenen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Meteen komt echterook OUBRATOUVISHAR naar Mij toe en zegt: "Heer, Heer, wisten de blanke broeders dan vooraf niet wat U hun zo wijs hebt uitgelegd? Bij ons, daarvoor zij U alle lof, weten zelfs onze kinderen dat, want ze kunnen zichzelf allemaal inwendig bekijken en het doet hun altijd veel plezier als zij ons over hun mooie tuin, die zij in zichzelf zo nu en dan bekijken, iets kunnen vertellen. Maar wat hebben deze blanke broeders dan gedaan, dat zij niet meer in staat zijn tot zulke belangrijke beschouwingen? Als zij die buitengewoon belangrijke vermogens niet meer hebben, zijn zij eigenlijk geen echte mensen meer, maar grote apen, zoals die bij ons voorkomen, het enige dat ze meer hebben is dat ze kunnen praten!
Hoofdstuk 241: De vraag naar de oorsprong van de zonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] En zo kan ook Ik wel, als een echte leraar en als een zeer rechtvaardige rechter, altijd vragen aan jullie mensen stellen, niet om van jullie iets te horen wat Ik eerder niet geweten zou hebben, maar om jullie daardoor te dwingen tot nadenken en zelfonderzoek! Dus in die geest kan Ik wel iedereen vragen stellen; maar als Ik iemand van jullie zo zou vragen, alsof Ik Mij zou willen overtuigen of deze of gene van de leerlingen Mijn les wel begrepen zou hebben of niet, dan zou dat wat Mij betreft een ijdel en misplaatst vragen zijn, omdat Ik ook zonder al die vragen, als God toch al sinds eeuwigheden heb kunnen weten wie Mij in deze tijd op deze aarde begrijpen zal en hoe goed! -Is je dat nu ook duidelijk!"
Hoofdstuk 257: De alwetendheid van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ook onder de vogels vind je er met een heel wijs karakter. Daartoe behoren vooral de ibissen en ooievaars, de kraanvogels, de wilde ganzen en de zwaluwen. Onder de viervoetige aardse dieren zijn echter de kameel en nog meer de grote olifant, de ezel, de hond, de aap, de geit, dan de vos, de beer en de leeuw beslist de meest intelligente, en die hebben een echt duidelijke taal. Het verstand van de andere huisdieren is geringer, en hun taal is onverstaanbaarder en dom. Bij de koudbloedige dieren staat de grote hagedis bovenaan, want die wordt bij ons voor een echte voorspeller aangezien, en vaak vertelt hij ons al dagen van tevoren wat er gebeuren zal. Daarom worden deze dieren bij ons ook speciaal verzorgd en met melk en kaas gevoerd.
Hoofdstuk 259: Voorbeelden van de intelligentie van de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "De oude, vrome patriarchen hadden een uitstralende levenslichtsfeer die zo sterk was, dat zij 's nachts licht gaven, ook voor aardse ogen. Nadat Mozes op de Sinaï met God samenkwam, straalde zijn ziel door de gloed van zijn liefde tot God zo sterk, dat zijn gelaat overdag heerlijker en helderder straalde dan het licht van de zon op het midden van de dag, en Mozes zijn gezicht moest bedekken met een driedubbele doek, omdat de andere mensen anders niet naar hem konden kijken. Onder de mensen van deze aarde had Mozes' ziel toen de hoogste volmaaktheid bereikt, daarom moesten dan ook alle schepselen hem heel precies gehoorzamen. Hij stond op de hoogste intelligente manier in verbinding met alle geschapen wezens, vond daardoor ook overal Mijn wil, toonde die aan de blinde mensen en gaf hun ook de juiste wegen aan waarop ieder mens, als hij maar vast wil, tot volmaaktheid van zijn ziel kan komen. Hij richtte ten behoeve daarvan ook een eigen profetenschool op, die in deze tijd weliswaar nog bestaat, maar wel in de trant van de nieuwe, onechte ark des verbonds, omdat de echte Mozaïsche ark allang zijn kracht en uitwerking heeft verloren.
Hoofdstuk 262: De uitstralende levenslichtsfeer van Mozes en de patriarchen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] MARCUS zegt: 'Weet je wat, laten jij en je dochters nu het koken en braden maar op z'n beloop; Rapha‰l zal het allemaal als een echte snelle kok vlug afmaken!"
Hoofdstuk 1: De wonderbaarlijke maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Vanwege het allerlaagste volk zal te eniger tijd de verbreiding van deze zuivere, goddelijke waarheden wel de nodige onprettige strijd opleveren, maar ook aanhangers die naar echt Romeinse zede met vreugde goed, bloed en leven voor deze leer zullen inzetten. Want je vindt op aarde niet makkelijk een ander volk dat voor de dood minder angst heeft dan juist de Romeinen! Als een echte Romein eenmaal voor iets gewonnen is, zet hij ook altijd zijn leven daarvoor in! Een ander volk doet dat niet, daarvan kun je volkomen verzekerd zijn!
Hoofdstuk 8: De godsdienstige verhoudingen in Rome in Jezus' tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Volenti non fit iniuria!* (* Die het zelf willen, geschiedt geen onrecht!) Als iemand op klaarlichte dag in een kuil wil vallen, moet men dan medelijden met hem hebben of om hem treuren? Wij niet! Voor echte oerdomme ezels en ossen voelden wij nog nooit medelijden, vooral niet als zij tegenover iedereen de wijsheid in pacht willen hebben; en heel speciaal verdienen zij geen medelijden, wanneer zij hun voorgewende grote wijsheid, die echter in de grond van de zaak alleen maar de grofste domheid is, door allerlei slechtheid en door een doortrapte sluwheid voor echt willen laten doorgaan.
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...