Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1077 resultaten - Pagina 34 van 72

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[13] Ik heb uit de mond van betrouwbare getuigen al heel veel gehoord over de uitzonderlijke daden en werken van jouw nieuwe God, die echter toch net als wij allemaal uit een vrouw geboren en een mens van vlees en bloed is en evengoed als wij. allemaal zal sterven; maar ik kon niet anders dan mijn oude overtuiging, die Ik uit de boeken over al die vele grote, beroemde mensen heb verkregen, ook bij deze Godmens van jou weer opnieuw bevestigd te zien.
Hoofdstuk 3: De genezen Romeinse rechter bekeert zijn vrienden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[22] Ik denk dat zo iemand de God is, van wie alle Joodse en ons niet onbekende wijzen hebben voorspeld dat Hij in deze tijd in vlees en bloed als de Heer naar de mensen van deze aarde toe zal komen en hun zal teruggeven wat ze door hun traagheid, liefde voor de wereld en heerszucht hebben verloren.
Hoofdstuk 3: De genezen Romeinse rechter bekeert zijn vrienden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Heer en Meester, U ziet dat deze dingen er zelfs bij het zuiverste menselijke verstand niet in kunnen! Slechts het meest duistere bijgeloof, dat nooit iets denkt en onderzoekt, zoals dat van de meest gewone en laagstaande Joden alsook de heidenen als zodanig, kan zulke ongerijmdheden aannemen; voor een denkend mens zijn ze echter schadelijk en ze ontnemen hem zijn geloof in een zuiver goddelijke openbaring, aan de onsterfelijkheid van de ziel na de dood van het lichaam en eveneens het geloof in een toekomstige opstanding van het vlees op die bepaalde jongste dag. - Wat moeten we daar nu van denken?'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Naar waarheid houdt de opstanding van het vlees het volgende in: onder het 'vlees' moeten de werken worden verstaan die de ziel met haar lichaam heeft verricht.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] In die toestand ziet de ziel dan reeds de goede vruchten van haar werken en begint zich daar steeds meer over te verheugen; en dat aanschouwen is dan de ware opstanding van het vlees.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Zoals het dus hier met de werken van een ziel gesteld is, zó zullen die haar later eenmaal als woonomgeving dienen. En kijk, daaruit bestaat de ware opstanding van het vlees! Geloof dat en houd je eraan; want zo is het, en absoluut niet anders!'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Ebal zei: 'Ja, dat klinkt wel totaal anders dan wat de blinde Farizeeën tegenover het volk hebben staan bazelen; ook het zuivere verstand van de mens is het er volkomen mee eens en er gaat haar een nieuw, groot licht op. Maar van het vlees, dat de ziel hier heeft gediend, zal dus zelfs niet een zonnestofje verenigd met de ziel aan gene zijde opstaan tot een eeuwig leven?'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Het eeuwige Woord heeft nu vanuit Zichzelf vlees aangenomen en is nu als een mens naar Zijn mensen in deze wereld gekomen, en de Zijnen herkennen het niet! En jij bent ook een mens en herkent het eeuwige Woord in Mij niet, omdat je blind van hart bent. - Heb je de profeten van de Joden dan niet gelezen?'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Nu vroeg Ebal Mij: 'Heer en Meester, de Joden geloven voor het merendeel in een opstanding ook van het vlees in het dal van Josafat. Toch vind ik dat enigszins merkwaardig! Want ten eerste wordt slechts het kleinste deel van hen in het dal van Josafat begraven, en ten tweede: wat zal er op die mysterieuze jongste dag gebeuren met de lichamen van de mensen die nog nooit van een dal van Josafat hebben gehoord en derhalve op andere, ver verwijderde plaatsen zijn gestorven, die voor een deel verbrand zijn en die voor een deel misschien net als bij ons Joden direct in de aarde begraven zijn? En tenslotte, als derde: wat zal er op de jongste dag gebeuren met degenen die door de zee en andere wateren verzwolgen zijn en die door wilde dieren zijn opgegeten? Wanneer zal volgens onze tijdrekening die jongste dag komen, die de Farizeeën ons als heel verschrikkelijk beschrijven?
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Zo viel het volk steeds dieper, hoewel Ik nooit nagelaten heb het steeds door gewekte en van Mijn geest vervulde profeten te vermanen zijn leven te beteren en boete te doen en het de gevolgen duidelijk te maken, die het door zijn verstoktheid zou kunnen verwachten; en zo heb Ik tot nu toe met dit volk gehandeld en ben nu Zelf gekomen, in het vlees.
Hoofdstuk 12: De voortdurende inspanningen van de Heer voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Rafaël zei: 'In de eerste plaats ben ik in alle opzichten een mens zoals jij, maar wel met het belangrijke verschil dat ik dit lichaam, dat jij nu kunt zien, in mijn zuiver geestelijke wezen kan veranderen, en dat ik als mens van vlees en bloed reeds bijna vierduizend jaar geleden, nog voor de zondvloed van Noach, in trouwe overgave aan God gedurende vele jaren op deze aarde heb geleefd en gehandeld.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Bij alle planten en gewassen is ervoor gezorgd dat ze hun voeding uit de aarde, het water, de lucht en uit de warmte van het zonlicht halen en zo voortreffelijk gedijen; alleen de dieren en voor een groot deel ook wij mensen moeten om ons lichaam te voeden dieren vangen, doden en hun vlees eten.
Hoofdstuk 18: De vraag van de commandant over het doden van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Watervogels zijn weliswaar ook roofdieren, die zich voeden met vissen en allerlei andere waterdieren; maar ze zien er voor ons gemoed toch zachtmoediger uit, en hun roven en moorden van onschuldige waterdieren maakt op ons hart en gevoel niet zo'n storende indruk als wanneer een machtige adelaar vanuit de hoogte als een pijl op een van de vele watervogels omlaag schiet, hem met zijn klauwen grijpt en daarna omhoog naar een of andere rots draagt, hem daar verscheurt en zijn vlees opeet!'
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Onderweg verwonderden de leerlingen zich over de wijsheid van de commandant, en Simon Juda zei: 'Dat heeft hem ook niet zijn vlees en bloed gegeven, maar de Heer -echter in één keer meer dan aan ons, sinds wij bij Hem zijn; maar de Heer zal wel weten waarom!'
Hoofdstuk 42: De commandant troost de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Zulke onzuivere geesten - voor een deel geesten die al eens in het vlees in deze wereld hebben geleefd, maar merendeels natuurgeesten, die nog nooit in een menselijk lichaam tot leven zijn geroepen -zijn er overal: in de lucht, op en in de aarde, in het water en het vuur, in stenen, metalen, planten, dieren en ook in het bloed en vlees van de mensen; daarom moeten de mensen ook geen vlees van gestikte en onreine dieren eten.
Hoofdstuk 54: Over de gevaren bij het eten van onreine spijzen De Heer in Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...