Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1220 resultaten - Pagina 34 van 82

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[10] Maar voor alles geldt: oefening baart kunst; als de mens te weinig oefent blijft hij een eeuwige knoeier en kan hij voor niets groots en buitengewoons gebruikt worden. Of zou jij als Romeins commandant, die goed doorkneed is in de krijgskunde, aan iemand een belangrijk ambt toevertrouwen, voordat jij je ervan overtuigd hebt dat hij alle kennis bezit die voor dat ambt vereist is?
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Zo moeten ook de mensen, wier inzicht, verstand en fantasie eenmaal ruimschoots ontwikkeld zijn, geen genoegen nemen met deze halve hoogte van het leven, maar zich inspannen om de volle hoogte ervan te bereiken.
Hoofdstuk 20: De voornaamste redenen voor de verscheidenheid in de schepping op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Dan komt het hele plantenrijk in het water en op de aarde, samen met de overgang ervan naar het dierenrijk. In dit rijk neemt het gericht al mildere vormen aan en bevindt de zielensubstantie zich al meer in de fase van een zekere bevrijding dan in de eerdere harde gerichtstoestand; de zielensubstantie, die voorheen als het ware chaotisch dooreen gemengd was, wordt nu met het oog op het ontwikkelen van intelligentie gesorteerd en tot op zichzelf staande eenheden gevormd, en vertoont in dit tweede rijk dan ook een grote verscheidenheid.
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Al zijn er door God steeds echte leraren onder het eenmaal blind gemaakte volk gezonden, ze hebben weinig uitgericht -want de vrije wil, zonder welke de mens tot een dier zou worden, moet bij de menselijke ziel van deze aarde onaangetast gelaten worden; het is dus zaak geduld te hebben met de mensheid en waarschijnlijk het grootste deel ervan in een andere wereld tot een beter inzicht te laten komen.
Hoofdstuk 23: Over het verval van de zuivere leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Wat heeft men zich verzet tegen het licht van Mijn heldere bliksem der wetenschap, die overal van het oosten naar het westen, alles wat er op aarde is opnieuw helder begon te verlichten, en wel reeds driehonderd jaar geleden! En het licht ervan schijnt nu steeds helderder, en wel zodanig dat in deze tijd zelfs de meest geheime en verborgen vertrekken van de vroeger zo grote en machtige hoer van Babel als bij klaarlichte dag open liggen!
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Toen de drie al gauw klaar waren met Mercurius, kwam Venus aan de beurt en daarna Mars, die de drie aanvankelijk met enige schroom bekeken. Maar omdat ze er in plaats van hun oorlogsgod ook alleen maar een planeet in zagen, die tamelijk veel op de aarde leek, werden ze ook daar snel vertrouwd mee. Na Mars kwam in overeenkomstige grootte Jupiter met zijn vier manen aan de beurt, waar de drie Romeinen zich zeer over verbaasden. Rafaël verklaarde hun in het kort het belangrijkste ervan, waardoor ze zijn macht en wijsheid zeer hoog prezen. Daarna liet hij Saturnus tevoorschijn komen, die de Romeinen nog meer bewondering ontlokte dan alle voorgaande planeten* (* Deze planeet wordt uitvoerig beschreven in het boek Der Saturn van Jakob Lorber.) En Rafaël hield zich bij deze uitzonderlijke planeet langer bezig met zijn verklaringen dan bij een van de voorgaande, met uitzondering van de aarde.
Hoofdstuk 14: Rafaël als leraar in de astronomie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Wat jij en je metgezellen nu hebben leren kennen, wisten de mensen in de oude tijden ook; maar toen hun nakomelingen zich steeds meer met de dingen van deze wereld bezig gingen houden en trots en heerszuchtig werden, vergaten ze weldra de oude wijsheid, sloegen er geen acht meer op en dachten dat het niet nodig was dergelijke dingen te weten om het leven in stand te houden. Volgens hen was het voldoende als alleen bepaalde wijzen ervan op de hoogte waren; het volk zou zich daarentegen alleen moeten bezighouden met zijn kudden en met zijn akkers, tuinen, weiden en dierenjachten en niet met de dingen aan de hemel. Kijk, daardoor raakte het volk en zijn leiders niet alleen in deze, maar ook in andere dingen dom en blind en tenslotte vol duister bijgeloof, zoals het dat nu nog is, en terugschrikt voor de waarheid en voor het licht ervan vlucht!
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wat de tweede reden aangaat, die kan iedere denker gemakkelijk zelf ontdekken. Stel je de aarde eens voor als een helemaal eenvormige, grote wereldbol! Op de uitgestrekte bodem ervan zouden alleen maar geheel gelijke beken, meren en zeeën voorkomen, geen bergen, geen andere dieren dan schapen, geen vogels behalve kippen, en geen andere waterdieren dan alleen een overal precies gelijke soort vissen; op dezelfde manier zou er op de aardbodem maar één soort gras groeien als voedsel voor de schapen, en slechts één soort vruchten om de mensen en kippen te voeden, verder ook maar één soort fruitboom en één soort boom om een eenvoudige woonhut van te kunnen bouwen, en zo zou er ook maar één overal gelijke soort steen bestaan alsook maar één soort metaal, waar de mensen het meest eenvoudige gereedschap voor hun huishouden van zouden kunnen maken.
Hoofdstuk 20: De voornaamste redenen voor de verscheidenheid in de schepping op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Ja, het kan zichzelf versterken en opnieuw bestendig worden; maar daar is ten eerste een onbuigzame, vaste wil voor nodig om alles wat oud en vermolmd is weg te doen, een nieuwe, stevige bodem te leggen en met vele goede bouwlieden het hele huis inclusief een stevig dak te herstellen; dan zal men dat overal zien en zeggen: kijk, nu heeft dit huis, dat vroeger volkomen waardeloos was geworden, weer echt waarde en men kan de fundamenten, kamers en daken ervan vertrouwen!
Hoofdstuk 27: De onmogelijkheid van meer godsdienstoorlogen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Dat het (Frankrijk) zich nu voor de vorm als beschermer van Babylon opstelt, maar er in feite een vijand van is, is heel juist; want daardoor houdt het andere nog zeer Babylonisch ingestelde staten en hun gebieders ervan af om met hun vereende macht de oude nacht weer op haar hoge troon te helpen en hun volkeren dan nog meer dan ooit tevoren te knechten. Want van een vrije, goede wil ten opzichte van hun volkeren is bij de oude machthebbers nog maar bitter weinig aanwezig. Wat ze nu ten gunste van het volk doen, wordt afgedwongen door de omstandigheden. Als ze die door een voor hen gunstig middel van zich af konden schudden, zouden ze voor hun volkeren onmiddellijk een ander, en wel zeer treurig lied beginnen te zingen en zouden de mensen opnieuw naar de pijpen van de oude Spaanse inquisitie moeten gaan dansen, wat vast niemand meer zal wensen.
Hoofdstuk 30: De orde der ontwikkeling De Heer in de omgeving van Caesarea Philippi (vervolg) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Probeer dus die grote heer en meester, over wiens wonderbaarlijke daden wij reeds hebben gehoord, ervan te doen afzien om bij ons onderdak voor de nacht te zoeken en te willen nemen; er zijn in deze stad immers verscheidene goed ingerichte herbergen.'
Hoofdstuk 55: De reis naar Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen wij in de kelder waren, waar deze arme joden weer buitengewoon verbaasd over waren, troffen we daar een groot aantal grote en kleine stenen vaten en een nog grotere hoeveelheid stenen, lemen, zilveren en ook gouden drinkgerei aan, waar de arme joden natuurlijk heel verbaasd naar keken en waarvan ze niet wisten of deze dingen ook op wonderbaarlijke wijze door Mij waren geschapen of dat ze, wat het uiterlijk ervan deed vermoeden, nog uit de oertijd stamden.
Hoofdstuk 59: De burcht van Melchizédek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Toen toonde Ik hun onderaan de vaten een met een stop dichtgemaakte, enigszins uitspringende opening, trok de stop met gemak uit de opening, en onmiddellijk stroomde er rijkelijk een oude, uitstekende wijn uit in het drinkgerei, dat eronder werd gehouden; want de uiterst krachtige geur ervan vertelde direct alle aanwezigen, waar ook de commandant en een van zijn onderofficieren bij was, dat men hier met een oude, uitstekende wijn te maken had.
Hoofdstuk 59: De burcht van Melchizédek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Hierop liet de burgemeester zijn beker nog eens vullen en dronk hem ter ere van de wonderbaarlijke, met ware goddelijke kracht begiftigde restaurateur van deze oude burcht tot op de laatste druppelleeg. Daarna zei hij: 'Hoge gebieder, nu zou ik -als u dat goedvindt -mij ervan willen overtuigen of de hele burcht die vroeger zeer veel vertrekken gehad moet hebben, te oordelen naar de zeer grote ruïne, zich in dezelfde goede bouwkundige staat bevindt als deze grote eetzaal, die voorheen door allerlei ongedierte bewoond werd!'
Hoofdstuk 66: De burgemeester van Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Daarop zei de commandant: 'Je hebt nu wel heel goed gesproken, en jouw woorden waren heel verstandig; maar voor mij hebben ze toch maar een heel geringe waarde, omdat de inhoud ervan en de waarheid in jouzelf ver uit elkaar liggen. Want kijk, ten eerste heb jijzelf geen vonkje geloof en vertrouwen in de goden, wat ik jou evenals al je collega's vanuit mijn ervaring overduidelijk zou kunnen bewijzen -en omdat jijzelf geen enkel geloof in een god hebt, is ten tweede jouw betoog voor mij niets anders dan een zinloos pronken met woorden zonder enige waarde.
Hoofdstuk 86: De commandant onderricht de priesters over de nutteloosheid van de afgodendienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...