Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1914 resultaten - Pagina 34 van 128

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[11] Op hetzelfde moment was Agricola weer in zijn natuurlijke toestand en hij zei tegen Mij: 'Heer, Heer, sinds Sodom en Gomorra met de andere tien steden ten onder zijn gegaan, zijn er zeker wel meer dan anderhalf duizend jaar voorbijgegaan; zijn de zielen die toen leefden dan nog niet tot een beter inzicht gekomen in het rijk van de geesten?'
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] En omdat de witte vredesgeesten die je zag in de eerste plaats voor de verbetering van die slechte ziel zorgen, gaat een ziel die haar leven heeft gebeterd, eerst naar deze geesten over om zich daar in geduld en goede orde en rust te oefenen.
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Voor Mijzelf maakt dat natuurlijk niets uit - want Ik ben en blijf Degene, die Ik eeuwig was -; maar tussen de zaligheidsgraden van de geesten zullen oneindig grote verschillen bestaan. - Begrijp je dat, Mijn vriend?'
Hoofdstuk 119: De vulkanische verschijnselen in de omgeving van de Dode Zee Agricola ziet de voormalige Sodomieten in het geestenrijk. De graden van zaligheid van de geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Johannes zei nog: 'Heer, wat voor geesten regeren dan nu in Uw opdracht de oneindigheid van Uw scheppingen? Het is duidelijk dat U de hoofd en oerregeerder bent; maar aan Uw zijde staan, net als onze Rafaël, talloze legioenen zeer machtige engelen. Zijn zij het, die U bij het verzorgen van Uw eindeloze scheppingen volgens Uw wil dienen, of zijn er nog oneindig veel meer? Wat zullen die dan doen als wij eenmaal de genade ontvangen om aan Uw zijde de oneindige schepping mee te verzorgen?'
Hoofdstuk 129: Het arbeidsveld van de apostelen en de kinderen Gods aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'Wij zijn immers hierheen gekomen om jullie de hulp te bieden waarnaar jullie zo hevig verlangen! Onthoud echter goed: Wie God liefheeft en wie Hij voor grote dingen bestemd heeft in het rijk van de geesten, die beproeft Hij ook sterker en zwaarder dan een ander mens, die Hij slechts voor kleine dingen bestemd heeft.
Hoofdstuk 134: De Heer bij het arme gezin - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De leider van de Egyptenaren schepte veel behagen in Rafaël. Hij bekeek hem van top tot teen en zei toen tegen Mij: 'Heer en Meester van eeuwigheid! Toen deze dienaar van U vierduizend aardse jaren geleden nog lichamelijk op aarde leefde, was zijn gestalte niet zo onbegrijpelijk mooi als nu in zijn zuiver geestelijke toestand. Als ook ik eens waardig word bevonden in Uw rijk te komen, zal ik dan ook een edeler gedaante krijgen? Ik moet toegeven dat mijn verschijning vergeleken bij die van deze dienaar welonnoemelijk lelijk is; voor ons klimaat is zij weliswaar geschikt, maar mooi en edel is zij niet. Ik weet ook dat het in deze wereld niet gaat om het uiterlijk, maar alleen om de volmaaktheid van de ziel; maar in Uw rijk moet toch ook de gedaante en de uiterlijke vorm erg belangrijk zijn, anders zouden de zuivere geesten niet in zulke edele en mooie vormen te zien zijn! Op deze wereld heeft de kleur van de huid en de uiterlijke gedaante van een mens voor zijn innerlijke waarde weliswaar geen betekenis; maar in Uw hemelrijk zal deze heel veel te betekenen hebben. Dat zou ik nu ook graag willen weten. Ik heb er wel enigszins een vermoeden van, maar in dit opzicht heb ik toch nog geen duidelijkheid.
Hoofdstuk 142: Vorm en geest van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zie in mijn ziel wel altijd de hele aarde, haar schepselen en hun omstandigheden, ik ken het nutteloze doen en laten van de mensen en zie alles tot in het middelpunt van de aarde; de myriaden geesten in alle elementen zijn mij niet onbekend, evenals het instromen van Uw eeuwige geest in alle wezens; Maar de reden voor al die verschillende vormen in Uw stoffelijke en vooral in Uw puur geestelijke scheppingssfeer heb ik tot nu toe nog niet kunnen ontdekken. Als U, o Heer en Meester, ons ook daar iets over zou kunnen vertellen, dan zou dat onze zielen erg gerust stellen.'
Hoofdstuk 142: Vorm en geest van de schepselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Want de mens draagt de zeven geesten van God in zich, die het zaligste eeuwige leven in hem bereiden. Eveneens heeft hij de zeven geesten van de hel in zich die ik hiervoor genoemd heb. Die veroorzaken in hem onder hun voorwaarden de eeuwige dood en zijn kwellingen.
Hoofdstuk 151: De goddelijke leiding van de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël zei: 'Er is geen vervolmaking van het leven waarmee niet ook de innerlijke kracht nauw samen gaat, omdat het volmaakte leven ook de volmaakte kracht zelf is. Toch is de gave van de geest uit God aan de mensen, ieder volgens zijn eigen innerlijk, ook noodzakelijkerwijs verschillend, en dit verschil is er opdat in alle eeuwigheid de zalige geesten elkaar wederzijds kunnen dienen naar de mate van hun liefde tot God en uit deze liefde wederzijds tot elkaar.
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De man uit Opper-Egypte zei: 'Kijk, ik ben nog in de hoogste mate een volmaakt natuurmens en bezit nog die gaven die God ons gaf, waardoor de mens als het sluitstuk en volmaaktste deel van de hele schepping de eigenlijke heer wordt van de hele natuur, van haar geesten en elementen, en ik ben tot veel in staat. Ik ken alles wat menselijk, dierlijk, plantaardig en mineraal is op de hele aarde, van het ontstaan ervan tot aan de toekomstige totale vernietiging, en ik ken zelfs al jullie morele, godsdienstige en staatkundige omstandigheden en ik versta ook alle talen, zelfs die van de dieren, zonder dat ik die ooit uit enig geschrift geleerd heb; want dat alles leerde mij mijn geest die mij door God gegeven werd, reeds in mijn negentiende jaar.
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ja, de weg naar de levensvervolmaking is voor iedereen dezelfde. Hij lijkt volledig op het uitstromen van het licht uit de zon en het neervallen van de regen uit een wolk. Maar zie dan eens naar de eindeloos verschillende uitwerkingen van hetzelfde zonnelicht en dezelfde regen zowel in het rijk van de mineralen als ook in dat van de planten en dieren! Als je nu reeds bij de wezens in de materie een eindeloze verscheidenheid kunt opmerken, dan vind je in het volmaakte rijk van de zaligs te engelen nog een des te grotere verscheidenheid. En dat heeft Gods hoogste wijsheid en liefde zo ingesteld opdat de zaligheid van de geesten des te groter zal zijn.
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] En kijk, zo is het ook gesteld in een gemeenschap van mensen en geesten, die in haar geheel ook op een mens lijkt! Een deel vertegenwoordigt de ogen -dat zijn de zieners -, een deel de oren -dat zijn de hoorders -, een deel de handen -dat zijn de doeners -, een deel de voeten -dat zijn degenen die altijd naar het hogere licht voortgaan -, een deel het hart -dat zijn de machtigen in de liefde -, een deel de maag -dat zijn de opnemers van het goede en ware uit God, die daardoor de hele gemeenschap voeden -, een deel komt overeen met de hersenen -dat zijn de wijzen, die voortdurend de hele gemeenschap ordenen -, en zo gaat dat van het kleinste tot het grootste in het oneindige verder, en ieder nog zo gering onderdeel en iedere afzonderlijke vezel van de gemeenschap is op zijn wijze volkomen machtig en zalig en neemt deel aan de gaven en eigenschappen van de hele gemeenschap, zoals ook jouw voeten volkomen deel hebben aan het licht van je ogen en je ogen aan de bekwaamheid van je voeten. Je oog verheugt er zich over dat het met het hele lichaam door de voeten gedragen wordt, naar waar het nieuwe wonderen en dingen ziet en er zich in het hart en het verstand over verheugt; maar deze vreugde wordt dan ook aan de voeten meegedeeld alsof de voet zelf volledig het oog, het oor, het verstand en het hart zelf was!
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Die bestaat daaruit, dat de volmaakte mens, goed wetend dat hij nu als een machtig heer van de hele natuur zonder zonde kan doen wat hij maar wil, toch zijn wilskracht en macht deemoedig en zachtmoedig in toom houdt, en bij alles wat hij doet en laat uit pure liefde tot God wacht tot hij rechtstreeks van God daarvoor een opdracht krijgt, -wat juist voor de volmaakte heer van de natuur ook nog een heel moeilijke opgave is, omdat hij in zijn volkomen wijsheid altijd beseft dat hij volgens de in hem zelf wonende wil uit God alleen maar juist kan handelen.
Hoofdstuk 155: De drie graden van innerlijke levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Daarop strekte Ik Mijn handen uit over de zeventig en zei: 'Neem aan de macht van Mijn wil! Als jullie bij allerlei zieken en gebrekkigen zullen komen, leg hun dan de handen op in Mijn naam, dan zal het beter met hen gaan! Als jullie bij mensen komen die door duivels ( onreine geesten in het vlees) bezeten zijn, gebied deze dan ook in Mijn naam, dan zullen zij het lichaam van de geplaagden verlaten en daarheen gaan waarheen jullie willen dat ze gaan!
Hoofdstuk 166: Het uitzenden van de zeventig arbeiders als boden van de Heiland (Ev.Lucas, Hfdst.10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Ik geef jullie ook macht over de kwade geesten in de lucht, over die in het water en over de boze geesten in de spelonken der aarde. Verder geef Ik jullie macht om op schorpioenen te treden en over slangen te gaan, en ook om iedere vijand van jullie te verdrijven, en niets zal in staat zijn jullie kwaad te doen.
Hoofdstuk 166: Het uitzenden van de zeventig arbeiders als boden van de Heiland (Ev.Lucas, Hfdst.10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...