Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 34 van 91

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[10] Als je echter weer opnieuw in je oude zonden vervalt, dan blijven ook alle reeds begane zonden voorjouw rekening. Want als je aan je naaste eenmaal een begaan onrecht hebt goedgemaakt, zodat jullie dan vrienden zijn geworden, maar je begaat spoedig daarna ofwel tegenover dezelfde vriend of tegenover een ander een nieuw onrecht, dan komt ook het reeds goedgemaakte onrecht voor het gericht als een bezwarend bewijs ten laste van jouw opnieuw begane zonde, en je zult door het gericht ook dubbel zo zwaar gestraft worden als je voor je eerste wandaad gestraft zou zijn. Maar als reeds de wereldse rechters zo hun oordeel vellen, en terecht, dan zal God niet milder omgaan met een verstokte zondaar, die zijn leven weliswaar soms betert en zijn onrecht goedmaakt, maar weldra weer opnieuw begint te zondigen.
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Na heel lange tijd, in het verloop waarvan er op de aarde reeds een grotere rust en orde intrad, en na vele nog altijd zeer grote stormen op de aarde zien we nu een vijfde periode optreden waarin de aarde wordt voorbereid. Uit de diepte van de zee verheffen zich opnieuw grote stukken land, die zich aansluiten bij de stukken land die al uit de voorgaande perioden bestonden, en vormen zo al hele continenten.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] In deze periode zien we reeds een grote verscheidenheid aan vruchtbomen en andere vruchtdragende gewassen van allerlei soort voor dieren en voor de toenmalige prehistorische mensen. Maar van akkerbouw is dan nog geen sprake, hoewel de prehistorische mensen reeds kudden van bepaalde dieren benutten en een ruw nomadenbestaan leiden, geen kleding hebben en geen huizen of hutten bouwen; maar op dikke boomtakken bouwen ze, net als de vogels, bepaalde stevige woon en rustnesten en leggen voorraden aan van voedsel, waar ze telkens iets van eten. Als de voorraad op is, gaan ze in groepen opnieuw op jacht naar voedsel. Wanneer het erg koud wordt, omdat in deze periode ook de sneeuw in aanzienlijke hoeveelheden verschijnt, trekken deze mensen naar warmere streken, samen met hun huisdieren, die bestaan uit mammoeten, grote hertenkoeien, geiten en schapen -en ook de olifant, de neushoorn en de eenhoorn, allerlei apen en ook vogels horen daarbij .
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Ik zei: 'O ja, waarom zou Ik dat niet doen? We hebben daar immers nog tijd genoeg voor, je kunt dus rustig naar Mij luisteren! Kijk! Als zelfs de zielen van stenen, planten en dieren voortleven en in de toestand, waarin ze vrij zijn van de materie, laten we zeggen, al in menselijke zielen kunnen overgaan door zich met elkaar te verenigen, en vervolgens in het lichaam van een mens tot ware mensen kunnen worden, dan zullen de zielen van de pre-adamieten toch ook een verder leven hebben, zoals ook de zielen van de mensen van alle andere werelden in de eindeloze scheppingsruimte eeuwig voortleven.
Hoofdstuk 74: De zielsontwikkeling van de pre-adamieten (16.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Lazarus ging nu met enkele dienaren nieuwe wijn halen, die bijzonder goed smaakte. Hiermee werden de bekers opnieuw gevuld; wij dronken er allemaal van en ons hele lichaam werd er door gesterkt; allen werden heel opgewekt en prezen Mij, omdat Ik zulke goede en versterkende dingen op deze aarde geplaatst had.
Hoofdstuk 75: Het drinken van wijn De uiteenzetting over het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Want mensen van dit soort zullen na hun lichamelijke dood eerst hun doodzonden op de kale maan moeten afwassen, en van het rijk Gods zullen ze steeds een behoorlijk eind verwijderd blijven; want ze zullen in het nieuwe Jeruzalem nooit binnengelaten worden. Mensen die gespeend zijn van iedere liefde voor God en voor hun naaste, zijn ook gespeend van het rijk Gods in zichzelf. Ze moeten dan ook in hun zwarte schijnlicht blijven! Op de maan zal hun woonplaats zijn, en alleen maar aan die kant die hij onveranderlijk en onwrikbaar naar de materie van deze aarde toekeert.
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zei: 'Wanneer je zó zult leven dat jouw ziel volledig wordt wedergeboren in haar geest, zal die geest snel en gemakkelijk helemaal kunnen afrekenen met alle onreine geesten die nog in jouw vlees zitten, en dan zul je een heel zalige dood sterven, ook wat betreft het lichaam; maar als iemand in het algemeen weliswaar heel serieus volgens Mijn leer zal leven en handelen, maar daarnaast heimelijk toch ook nog in zijn oude gewoonten vervalt, ja, dan zal hij tijdens zijn leven op deze aarde de volledige wedergeboorte van zijn ziel in de geest ook niet kunnen bereiken en zal hij het zich tenslotte in alle deemoed en geduld wel moeten laten welgevallen, als hij bij het heengaan met nog veelleed te kampen zal hebben. Want dan zal het lijden het vuur zijn waardoor het levensgoud van de mens van veel slakken gezuiverd wordt. Want iets wat geestelijk onzuiver is kan de hemel niet binnengaan, wat zoveel wil zeggen als: de zuivere geest vanuit God kan zich niet eerder volkomen met de ziel verenigen, dan wanneer deze ziel alles wat bij de materie en het gericht daarvan hoort volkomen en voor altijd uit zichzelf verbannen heeft. -Wie derhalve met een zalige lichamelijke dood van deze wereld wil scheiden, moet daar ook goed rekening mee houden!
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] In latere tijden zullen er echter maar al teveelonderzoekers van alle natuurverschijnselen opstaan en alles afwegen en goed berekenen, en dat zal voor het bestrijden van vele verkeerde ideeën en het vernietigen van het zwarte bijgeloof zeker goed en nuttig zijn; maar toch zullen velen van dergelijke onderzoekers dermate ver afdwalen, dat ze het geestelijke standpunt helemaal zullen kwijtraken en in de dode materie zullen rondzwerven, en dat is dan ook niet meer iets goeds.
Hoofdstuk 96: Het ontstaan van de wind - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Marcus zei: 'Ja, Heer en Meester, wat U nu gezegd hebt, hebben wij zeker allemaal begrepen, en U hebt in Uw onderricht nogmaals duidelijk gemaakt dat U de enige Schepper, Heer, Instandhouder en Bestuurder bent van alle dingen in de zintuiglijke waarneembare wereld en in de geestenwereld. Ik ben U daarvoor opnieuw voor eeuwig alle dank verschuldigd. Nu weten we voor eens en voor altijd duidelijk wat voor gedaante onze aarde heeft, wat ze is en hoe ze ingericht is.
Hoofdstuk 97: Over het materialistische onderzoek van de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Ja, ja, Mijn beste vriend en broeder, jij hebt deze zaak heel juist en goed opgevat; want zo was het inderdaad, althans vanuit een natuurlijk standpunt bezien. Maar daarachter zit nog een ongelooflijk veel diepere wijsheid, die echter alleen diegene kan zien die ziet en voelt vanuit zijn innerlijke geest en de dood van zijn materie in zoverre heeft overwonnen als die nog invloed had op de ziel en haar angstig maakte.
Hoofdstuk 101: De vlucht kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Er moeten inderdaad vrije en ware leraren zijn in een gemeente, die hun brood niet met het werk van hun handen hoeven te verdienen; maar als jij de heel goede mening bent toegedaan dat de mensen op een sabbat op een plaats bijeen moeten komen om daar over God en Zijn wil weer opnieuw onderricht en aan Hem herinnerd te worden, dan moet dat ook gebeuren. Maar daarna heeft de leraar immers ook zes werkdagen! Wanneer hij eenmaal in de geest gewekt is, hoeft hij zich die zes dagen immers ook niet alleen bezig te houden met wat hij de gemeente op de volgende sabbat zal voorleggen; want als iemand vanuit Gods Geest spreekt zal hetgeen hij moet zeggen op datzelfde ogenblik in zijn hart en op zijn tong worden gelegd.
Hoofdstuk 89: Sabbat en priesterstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'Kijk, bij de oude Egyptenaren bestonden er ten tijde van de latere farao's ook een aantallouter uiterlijke natuuronderzoekers en natuurkundigen, en nu nog vullen de werken die ze geschreven hebben grote zalen en kasten en planken! Je zou er zeker een paar eeuwen voor nodig hebben om al die boeken en rollen en tabletten door te lezen. Kijk, de zielen van die natuurkundigen zetten ook aan gene zijde hun onderzoekingen en zoeken voort, vallen van de ene dwaling in de andere, laten zich door geen engel iets leren en blijven in hun waan en zoeken de oergrondslag van de krachten alleen maar in de materie, die voor hen zo goed als helemaal niet bestaat; want hun eindeloos gezwoeg vindt alleen maar plaats in hun schijnmaterie, die nergens anders uit bestaat dan alleen uit hun vluchtige en zeer wisselvallige inbeelding en fantasie!
Hoofdstuk 97: Over het materialistische onderzoek van de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Dat het met die zielen zo gesteld is, kun je wel van Mij aannemen; maar dan vraag Ik: wat voor levensnut levert dat voor hen op? Kijk, helemaal geen; want zolang zij in hun waan volharden, kan er voor hen toch zeker nooit enig levensheil opbloeien en tot een rijpe vrucht worden! Daarom dient ook hier een louter vorsen in de dingen van de natuur alleen maar in zoverre een voorbijgaand aards nuttig doel, dat zich daaruit dingen voor de mensen kunnen ontwikkelen die voor wereldse doeleinden te gebruiken zijn; maar al die vele uitvindingen, die in de toekomst nog door de natuurkundigen ten uitvoer gebracht zullen worden, zullen net zolang het stempel van onvolmaaktheid dragen als ze niet door zulke mensen worden uitgevoerd, die de krachten van de natuur der materie alleen vanuit de lichtende en waarachtige geestelijke grondslag leren kennen en daardoor ook ware heersers over de gehele natuur zijn, waar jullie een voorbeeld van hebben gezien bij de zeven Egyptenaren.
Hoofdstuk 97: Over het materialistische onderzoek van de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Zo ging het ook met de profeet Jeremia, een zoon van Chilkia, uit het priestergeslacht van Anatot in het land Benjamin, die Ik geroepen had ten tijde van Josia, de zoon van Amon, in zijn dertiende regeringsjaar als koning van Juda, en eveneens ten tijde van koning Jojakim, een zoon van Josia, en tot aan het einde van het elfde jaar van Sedekia, ook een zoon van Josia, koning van Juda, en tot de gevangenneming van Jeruzalem in de vijfde maand. Ja, de voorspelling van deze profeet is dikwijls in vervulling gegaan, en de gevangenschap vond plaats; maar niet vanwege het feit dat Ik het de toenmalige joden, die Mij helemaal vergeten waren, van tevoren door de genoemde profeet had laten aankondigen, maar omdat de joden hun leven niet beterden, de profeet enkel uitlachten en uitscholden en tenslotte zelfs vervolgden, zodat hij zelf onwillig werd en alles wat hij geschreven had vernietigde en Ik hem vervolgens zei dat hij alles weer opnieuw op moest schrijven en hem dat ook liet doen.
Hoofdstuk 99: Uitgekomen en niet uitgekomen voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar het zal voor jullie tot nu toe nog onbegrijpelijk lang duren eer het eigenlijke einde der tijden van deze aarde zal komen! Want kijk, alle materie van deze aarde bestaat uit gerichte zielen, die nog vrij gemaakt moeten worden. Reken nu één atoom materie voor de substantie van één ziel, en bedenk dat er per jaar maar 10.000 maal 10.000 zielen uit het gericht van de materie verlost kunnen worden langs de weg, die Ik jullie al herhaalde malen getoond heb - omdat er namelijk bij zo'n grote jaarlijkse toename van het aantal mensen niet meer mensen op de aardbodem kunnen bestaan - dan zullen jullie wel inzien dat de aarde, hoewel onder nog vele veranderingen, ook in materieel opzicht nog behoorlijk lang zal blijven bestaan.
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...