Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 34 van 90

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[24] IK ging naar hen toe en zei: 'Ga nu naar huis en zondig van nu af aan niet meer; want als jullie opnieuw in je oude zonden vervallen, zullen jullie daardoor ook weer in je oude ziekten vervallen! Houdt de geboden welke Mozes heeft gegeven, dan zal alle onheil ver van jullie blijven"
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen PETRUS weer bij ons in de kamer kwam, zei hij: 'Heer en Meester, de strijd is weliswaar bijgelegd, omdat ik mijn buren ertoe heb bewogen om ook voor de achtste keer de overtreding van de visdief door de vingers te zien; maar wettelijk gezien hadden ze hem deze achtste keer wel voor de rechter kunnen dagen. Het zou wel goed zijn, Heer, als U ook op dit aardse juridische gebied de wetten van Mozes iets nauwkeuriger wilde uitleggen, vooral in deze tijd, waarin ook de Romeinse wetten een grote invloed hebben gekregen op de levensomstandigheden van de joden en men niet meer zo goed weet of men zich nu meer aan de wet van Mozes of aan de Romeinse wet moet houden. In sommige opzichten is de Romeinse wet duidelijk humaner dan de Mozaïsche, die als staatswet in heel veel gevallen helemaal niet meer letterlijk toegepast kan worden. Welke wet is nu volgens Uw grote liefde en wijsheid beter?"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het deed de waard bijna verdriet dat Ik niet iets meer en iets beters had verlangd. Maar desondanks ging hij naar zijn voorraadkamer en bracht ons zelfbrood en wijn, en dat in de juiste hoeveelheid. We namen plaats aan een grote tafel en de waard nam met zijn kinderen ook aan dezelfde tafel plaats, at en dronk met ons, en toen de wijn zijn tong een beetje losmaakte, begon hij ons enkele dingen te vertellen die hij had meegemaakt; zodoende kwamen ook de wonderwerken van de Essenen en die van de Farizeeën ter sprake, alsook de tien belangrijkste wetten van Mozes.
Hoofdstuk 254: De Heer met de Zijnen in het huis van de Griekse herbergier. Waarheid maakt vrij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Toen zeiden de FARIZEEËN: 'Als u zo goed thuis bent in de Schrift, zult u ook wel weten, dat dezelfde Mozes die de schepping van de mens beschreef, een formele scheidbrief heeft nagelaten die zo goed als geheel wettelijk is, en geboden heeft dat men om een gegronde reden moet scheiden van zijn vrouw." (Matth. 19,7)
Hoofdstuk 255: Het verbod van echtscheiding (Ev. Matth. 19, 3-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Daarop gaf IK ten antwoord: 'Mozes heeft jullie wel een scheidbrief gegeven, volgens welke jullie van je vrouw kunt scheiden; maar hij deed dit alleen vanwege de hardheid van jullie hart. Vanaf het allereerste begin van de mensheid op deze aarde was het echter niet zo, maar zoals Ik het jullie zojuist gezegd heb. (Matth. 19,8)
Hoofdstuk 255: Het verbod van echtscheiding (Ev. Matth. 19, 3-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] MIJN LEERLINGEN kwamen daarentegen naar Mij toe en zeiden: "Heer, als het er wat betreft de zaak tussen een man en een vrouw zo voorstaat, dan is het werkelijk niet goed om te huwen! (Matth. 19, 10) Want soms zijn vrouwen immers ware hellevegen tegenover hun man, en daarom denken wij dat het wat Uw orde betreft toch niet zo heel erg onpassend zou zijn om zich van zo'n vrouw te laten scheiden en vanwege het huishouden naar de hand te dingen van een andere vrouw. Want krijgt een man een slechte, ontuchtige vrouw, dan is er in zo'n huis toch altijd ruzie en twist en vallen er veel boze woorden, wat in het huis zelf en bij de buren altijd ergernis moet opwekken. Maar als zo'n man zich van zo'n vrouw laat scheiden, zal er spoedig volledige rust in zo'n huis heersen. En in dit geval zijn wij toch wel van mening, dat de scheidbrief van Mozes voor ieder menselijk gezond verstand volledig gerechtvaardigd is."
Hoofdstuk 256: Uitzonderingsgevallen met betrekking tot huwelijkszaken (Ev. Matth. 19, 10-12) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ten tweede spreekt het vanzelf dat Ik jullie door Mozes nooit een scheidbrief gegeven zou hebben als Ik hiervan niet in sommige gevallen, die wel met redenen te omkleden zijn, de noodzaak had ingezien. Maar weten jullie dan niet wat voor een verderfelijk misbruik de Farizeeën in deze tijd en ook reeds lang daarvoor met echtscheidingen begaan?! Zijzelf stichten heimelijk allerlei onvrede in een overigens goed huwelijk en brengen het tenslotte zover, dat de echtelieden zich moeten laten scheiden. Wel, de echtscheiding wordt door de priesters voltrokken en kost veel geld, en dat is precies de reden waarom er in deze tijd zoveel echtscheidingen voorkomen en waarom Ik in dit opzicht de Farizeeën Gods oerwetten voor ogen heb gehouden. Mijn macht kennen ze en daarom zijn ze ook met heimelijke boosheid verdwenen.
Hoofdstuk 256: Uitzonderingsgevallen met betrekking tot huwelijkszaken (Ev. Matth. 19, 10-12) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar IK zei tegen hem: 'Die, welke Mozes heeft gegeven, zoals: Gij zult niet doden; gij zult geen echtbreuk plegen; gij zult niet stelen; gij zult geen vals getuigenis afleggen! (Matth. 19, 18) Eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf!" (Matth. 19,19)
Hoofdstuk 258: De rijke jongeling (Ev. Matth. 19, 16-26) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Want zie, het is Mijn wil dat degenen die volgens Mozes' wetten leven ook wat hun aardse goederen betreft niet armzalig hoeven te leven.
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Dat alle wetten van Mozes in de twee geboden der liefde zijn samengevat spreekt vanzelf; want wie God boven alles liefheeft zal zeker alles wat zondig is uit de weg gaan en niet zondigen tegen een of ander gebod van God, en wie zijn naaste liefheeft als zichzelf, zal niet willen dat hem iets slechts overkomt en zal hem nog minder iets slechts aandoen.
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] IK zei: 'O, denk vooral niet dat Ik u bij Mijn Vader zal aanklagen! Er is een ander die u aan zal klagen, en dat is Mozes, waarvan u hoopt dat hij eens eerst nog met Elia zal komen. (Joh, 5, 45) Hij is ook gekomen, maar door u evenmin herkend als u Mij Zelf nu herkent. (n.b.: Mozes' geest was in Zacharias en Elia's geest in Johannes.)
Hoofdstuk 4: De verstoktheid van de tempeljoden (Ev.Joh. 5,40-47) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Als u met uw wereldse instelling ooit Mozes geloofd zou hebben, dan zou u ook Mij geloven; want Mozes heeft over Mij getuigd. (Joh.5,46) Maar omdat u zijn geschriften nog nooit geloofd heeft, hoe zou u dan nu Mijn woorden kunnen geloven?!" (Joh.5,47)
Hoofdstuk 4: De verstoktheid van de tempeljoden (Ev.Joh. 5,40-47) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] DE JODEN zeiden: 'Hoe kun je zeggen dat wij, die op zijn stoel zitten Mozes niet geloofd zouden hebben?'
Hoofdstuk 4: De verstoktheid van de tempeljoden (Ev.Joh. 5,40-47) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Wat de mens geloven zal, dat moet hij eerst kennen, Ik zeg u echter, dat u alleen voor het geld priester bent geworden en het sinds uw kindsheid niet eens de moeite waard hebt gevonden de geschriften van Mozes door te lezen. Waarom ook; want het is u immers zonder die moeite steeds erg goed gegaan! Weet u wie altijd uw Mozes en uw profeten waren? Ik zeg het u: Dat was uw buik!'
Hoofdstuk 4: De verstoktheid van de tempeljoden (Ev.Joh. 5,40-47) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Toen keken de joodse priesters wat verbouwereerd, en EEN van hen zei: 'Wordt dan niet iedere week de Schrift op het vastgestelde uur van de dag voorgelezen?! Wij bezitten slechts vijf exemplaren en het origineel, dat als relikwie door niemand anders dan de hogepriester op straffe des doods aangeraakt mag worden. Hoe kun je dan zeggen dat wij niet zouden weten wat Mozes en de profeten geschreven hebben?! Weliswaar kunnen wij het zelf niet lezen, maar wij horen het altijd als het gelezen wordt!'
Hoofdstuk 4: De verstoktheid van de tempeljoden (Ev.Joh. 5,40-47) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...