Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 34 van 103

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[8] Als iemand Mij echter kent, maar desondanks toch de wereld vreest en bij zichzelf zegt: 'Al ik erken de Messias geheel en al en geloof heimelijk alles wat Hij leert, en handel er ook naar; maar omdat de wereld nu eenmaal zo is en men daarmee toch moet leven, laat ik uiterlijk voor de wereld niets merken van wat ik heimelijk in mijzelf belijd, opdat niemand kwaad over mij kan spreken!', die belijdt Mijn wezen en naam niet echt, en heeft de ware en volkomen levensechte liefde tot God nog niet en op die manier zal hem in dit aardse leven de volheid van Gods rijk nauwelijks ten deel vallen; want de volheid van Gods rijk bestaat immers juist uit de hoogste liefde tot God, en die heeft geen vrees of angst voor de wereld.
Hoofdstuk 127: Het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De man uit Opper-Egypte zei: 'Kijk, ik ben nog in de hoogste mate een volmaakt natuurmens en bezit nog die gaven die God ons gaf, waardoor de mens als het sluitstuk en volmaaktste deel van de hele schepping de eigenlijke heer wordt van de hele natuur, van haar geesten en elementen, en ik ben tot veel in staat. Ik ken alles wat menselijk, dierlijk, plantaardig en mineraal is op de hele aarde, van het ontstaan ervan tot aan de toekomstige totale vernietiging, en ik ken zelfs al jullie morele, godsdienstige en staatkundige omstandigheden en ik versta ook alle talen, zelfs die van de dieren, zonder dat ik die ooit uit enig geschrift geleerd heb; want dat alles leerde mij mijn geest die mij door God gegeven werd, reeds in mijn negentiende jaar.
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Maar Salomo was in zijn laatste tijd, met al zijn twijfels toch nog veel beter dan jullie nu zijn. Zijn begeerte naar pracht en ook zijn grote zucht naar vrouwen hebben Salomo het misnoegen van de Heer bezorgd, omdat Salomo Hem negeerde, hoewel Hij hem tweemaal verschenen was, met hem gesproken had en hem waarschuwde, om nooit van Zijn wegen af te dwalen. Het gevolg daarvan was dat zijn grote rijk verdeeld werd en aan zijn zoon slechts het kleine gebied rondom Jeruzalem werd toebedeeld; en zelfs deze genade viel Salomo alleen maar ten deel vanwege zijn vader David. Maar jullie zal helemaal geen genade meer ten deel vallen, jullie zullen ondergaan in de poel van jullie ontelbaar vele zonden en jullie totale onverbeterlijkheid!'
Hoofdstuk 145: De man uit Opper-Egypte onthult de gedachten van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Wat denkt u ervan, heer en meester, als wij ieder van de genoemde vrienden een deel van onze schatten geven, zodat één persoon niet te zwaar belast wordt met het werk voor de armen?'
Hoofdstuk 158: Over de juiste wijsheid en voorzichtigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Jullie hebben daarover van de Heer door Zijn woord al de hoogste en werkelijk volmaaktste uitleg en leringen gekregen. Dat is mij ook bekend en daarom ontbreekt er ook niets aan mijn kennis van de sterrenhemel in deze nieuwe tijd; maar ik zou dat alles ook in mijn geest als met eigen ogen net zo willen zien, als ik de hele aarde kan zien. Dat zal mij en ook mijn zes metgezellen hier ten deel vallen. Dan, dan, vriend, zal ik pas helemaal volkomen zijn; want pas dan zal ik de eeuwige grootheid van de Heer steeds beter gaan begrijpen.'
Hoofdstuk 159: Het geestelijk oog van de mannen uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De man uit Opper-Egypte zei: 'Daarmee heb je ten dele wel gelijk, maar toch niet helemaal! Het vaste en onwrikbare geloof van de ziel wekt in de mens wel een volledig streven en een hoopvol vertrouwen, dat hij hetgeen hij gelooft ook eens werkelijk kan en zal schouwen; als het geloof in kracht en vastheid toeneemt, groeit echter ook de begeerte en het verlangen om het geloofde ook eenmaal in zijn volheid te schouwen en er daardoor ten volle deel aan te hebben. En kijk, vriend, zo staat het geestelijk schouwen welonbeschrijflijk veel hoger dan het pure geloof; want het geestelijk waarnemen is immers de eeuwige kroon van het geloof!'
Hoofdstuk 160: Geloven en schouwen De geestelijke ontwikkelingsgang van de man uit Opper-Egypte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Wil iemand de vrijheid en daarmee het eeuwige leven, dan zal hij dat ook vinden; wil iemand echter het gericht en de dood, dan zal ook dat zijn deel zijn! Want van nu af aan zal geen jood meer kunnen zeggen: 'Ik zou ook wel de wegen van het licht zijn gegaan als ik daar iets over had geweten! ' Ik heb overal Zelf geleerd en gewerkt, en vandaag nog zal Ik zeventig leerlingen uitzenden, die Mijn leer naar alle einden van het gehele oude joodse rijk zullen uitdragen en verkondigen aan heidenen en joden, en binnen een jaar zullen in Mijn naam Mijn oudste en eerste leerlingen dit evangelie in de hele wereld uitdragen. Heil aan ieder die het zal aannemen en zijn leven daarnaar zal richten!'
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Dus zullen we er ook in de tempel voor zorgen dat de grote profeet in ieder geval door ons niet meer vervolgd zal worden, doordat wij niet meer deel zullen nemen aan de bijeenkomsten van de hoge en nu eigenlijk slechte raad; maar of de Hoge Raad er daardoor van af zal zien de grote en machtige profeet te vervolgen, weten we werkelijk niet! Maar volgens hetgeen jij en de grote machtige wonderdoener uit Opper-Egypte over hem hebben gezegd, zal hij voor de Hoge Raad nog minder bang zijn dan jullie beiden. Want wat kan de Hoge Raad met al zijn trucjes en besluiten bereiken tegen de macht van een mens die toegerust is met alle macht van Gods geest? - Nu heb ik gesproken en het is nu aan jou om ons te zeggen of ik juist gesproken heb.'
Hoofdstuk 148: Raphaël onthult de zonden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Je hebt wel op dat punt iets waars gezegd, dat jullie, als er in de Hoge Raad over het vervolgen van de grote profeet gesproken wordt, niet meer deel zullen nemen aan het beraad, en ook, dat jullie al het aangerichte kwaad nooit meer kunnen goedmaken, maar toch hetgeen nog wel goed te maken is, ook willen goedmaken; maar dat willen jullie allemaal alleen maar doen, omdat je ons, en ook de profeet, aanziet voor aartstovenaars en niet voor echte boden van God. Voor ons als aartstovenaars zijn jullie heel erg bang en daarom willen jullie je niet tegen ons keren. Ik zeg jullie echter dat we geen tovenaars zijn, maar werkelijke boden van God; de grote profeet uit Galilea is echter eigenlijk geen profeet, maar Hij is wat de profeten over Hem hebben geprofeteerd!
Hoofdstuk 149: Het overtuigende wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] En kijk, zo is het ook gesteld in een gemeenschap van mensen en geesten, die in haar geheel ook op een mens lijkt! Een deel vertegenwoordigt de ogen -dat zijn de zieners -, een deel de oren -dat zijn de hoorders -, een deel de handen -dat zijn de doeners -, een deel de voeten -dat zijn degenen die altijd naar het hogere licht voortgaan -, een deel het hart -dat zijn de machtigen in de liefde -, een deel de maag -dat zijn de opnemers van het goede en ware uit God, die daardoor de hele gemeenschap voeden -, een deel komt overeen met de hersenen -dat zijn de wijzen, die voortdurend de hele gemeenschap ordenen -, en zo gaat dat van het kleinste tot het grootste in het oneindige verder, en ieder nog zo gering onderdeel en iedere afzonderlijke vezel van de gemeenschap is op zijn wijze volkomen machtig en zalig en neemt deel aan de gaven en eigenschappen van de hele gemeenschap, zoals ook jouw voeten volkomen deel hebben aan het licht van je ogen en je ogen aan de bekwaamheid van je voeten. Je oog verheugt er zich over dat het met het hele lichaam door de voeten gedragen wordt, naar waar het nieuwe wonderen en dingen ziet en er zich in het hart en het verstand over verheugt; maar deze vreugde wordt dan ook aan de voeten meegedeeld alsof de voet zelf volledig het oog, het oor, het verstand en het hart zelf was!
Hoofdstuk 152: Verscheidenheid van gaven van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Om je daar zelf echter voor een deel van te overtuigen, kun je met mij naar de hut gaan en kun je het gedeelte in ogenschouw nemen waar Nikodemus voor gaat zorgen!'
Hoofdstuk 164: Een snelheidswonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Bouw echter vooral geen tempel voor Mij, en maak ook niet net als de heidenen bepaalde dagen van het jaar tot bijzondere dagen, maar stel een wekelijkse dag vast die jullie het geschiktste lijkt om te onderrichten en laat de mensen in jullie huizen komen om hen te leren! Deel ook jullie brood met de armen en laat je daarvoor niet extra eren en eis van niemand loon of een offer; want voor niets hebben jullie het gekregen en ook voor niets zullen jullie het weer aan je medemensen uitdelen! Het loon daarvoor kunnen jullie in alles van Mij verwachten
Hoofdstuk 165: De Heer zendt de slavenhandelaren naar hun eigen land terug - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik wil je echter ook nog raad geven over de manier waarop je met je grote schepen het veiligst naar huis kunt komen. Zie, al gauw zullen nu de dag en nachteveningsstormen beginnen op te treden die, omdat ze uit het westen komen, het de schepen die van het oosten naar het westen varen, erg moeilijk zullen maken! Daarom zul je in deze tijd over de grote Middellandse zee niet gemakkelijk vooruitkomen. Ga daarom via KleinAzië over land naar huis terug en laatje schepen doorvaren tot aan de eerste zeeëngte. Tot daar zal Cyrenius wel zorgen voor een goede en veilige gelegenheid voor de reis. De zeeëngte kun je gemakkelijk en zonder enig gevaar per schip oversteken en van daar verder langs de oever van Griekenland Dalmatië bereiken. Van daaruit kun je het smalste deel van de Adriatische zee gemakkelijk per schip oversteken. Verder ken je zonder meer de veilige weg naar Rome. De schepen zul je pas een paar maanden later naar een haven ten zuiden van Rome kunnen laten brengen, wat echter ook nog vroeg genoeg zal zijn. Ik heb je dit nu alleen maar meegedeeld, opdat je ook in aards opzicht geen schade zult lijden.'
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Maar zij konden geen woorden vinden om te beschrijven wat zij daar allemaal aan wonderlijk moois gezien hadden; en vooral het vrouwelijke deel vroeg MIJ of Ik hun nog een tijdje die hemelse schoonheden wilde laten zien.
Hoofdstuk 169: De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Maar nu zullen we dan, omdat de handelaren reeds voor het grootste deel een onderdak gevonden hebben, ook deze heuvel verlaten en eerst een uurtje naar jouw woonhuis gaan, en daarna pas naar de herberg om daar een avondmaal te gebruiken! Dan zal wel vanzelf blijken wat we kunnen doen.'
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...