Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1529 resultaten - Pagina 34 van 102

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[3] In deze tweede en hogere graad van schouwen kent de mens zichzelf en ook God, en hij kan dan ook de geesten of respectievelijk de zielen van zowel de reeds gestorvenen als ook van de nog in het vlees levende mensen schouwen en ook beoordelen hoe het daarmee gesteld is. De visioenen van zo'n mens zullen dan ook niet materieel en onwerkelijk zijn, maar geestelijk, zuiver, waar en derhalve reëel, en er zal weinig verschil meer zijn tussen het helder zien in 'wakende toestand of dat in de lichamelijk slapende toestand van een mens.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Dat jouw ziel en ook die van je broer dat in de droom al een halfjaar eerder gedaan hebben, komt door de grote fijngevoeligheid van de vrijere ziel, die zich uit de behoeften die in haar leven en de logischerwijs daaruit voortvloeiende daden en omstandigheden in haar vrijere toestand reeds datgene voor de geest haalt, wat in aardse tijd pas veellater gebeurt. ledere ziel heeft echter ook in de lichamelijk wakkere toestand het vermogen om toekomstplannen voor zichzelf te maken en zich die als reeds volbrachte werken voor te stellen; maar omdat de ziel in haar lichaam alle voorwaarden en omstandigheden die nodig zijn voor de uitvoering van een opgevat plan klaarblijkelijk niet voldoende zuiver en zeker kan zien en voelen, wordt er aan de tevoren bedachte plannen nog heel veel veranderd, zowel wat betreft de vorm en doeltreffendheid als ook wat betreft de tijd, waarbinnen de ziel het werk volgens haar voorgenomen plan al in zijn volledige afronding voor zich zag.
Hoofdstuk 135: Raphaël spreekt over het wezen van de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] En kijk, in een dergelijke toestand heb ik jullie nu zojuist gebracht door de kracht die in mij woont, en jullie ziel kon dan ook de zielen van op aarde reeds lang gestorven mensen onbelemmerd zien en ook spreken. Maar jullie konden in die tweede graad van schouwen alleen zulke geesten zien en spreken die zich op hetzelfde niveau als jullie bevonden, behalve Johannes ( de doper) , die zich vanwege zijn leerlingen uit eigen macht vanuit de hemelen naar de zojuist beschreven tweede sfeer van zien en voelen verplaatste, anders zouden jullie hem, die een zeer voleindigde geest is, niet hebben kunnen zien en spreken.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Alleen zulke mensen die zich net als de profeten reeds op de overgang naar de derde en dus hoogste en helderste graad van schouwen en voelen bevinden, omdat hun geest zich al meer met de ziel is gaan verenigen, nemen datgene wat ze in de reeds hogere geestenwereld hebben gezien en gehoord ook mee terug naar de lichamelijk wakende toestand en kunnen het weer aan hun medemensen meedelen. De meeste kleine profeten bevonden zich in zo'n toestand.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] In deze toestand wordt een mens dan helemaal in het licht opgeheven, begint daardoor gevoed te worden, en hoe meer voeding hij daaruit ontvangt, des te minder neemt hij, als steeds meer vergeestelijkte ziel, voedsel op uit de substantieel-materiële sfeer van de ziel. De levensaar bloeit, verenigt zich daardoor met de geest van de liefde en dat brengt dan weer het levensgraan voort, dat aanvankelijk met de melk uit de hemelen gevoed wordt, maar reeds na korte tijd met steeds helderder en eeuwig vaste en onwankelbare waarheden.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Kijk, dat is dan ook de derde en hoogste graad van schouwen en leven van de ziel! In deze toestand ziet en hoort de ziel dan alles wat er ook maar in de gehele schepping is en bestaat. Ze ziet de hemel geopend en kan met de hele geestenwereld het meest lichte en levendigste contact hebben. Wat een dergelijke ziel dan ziet, hoort en voelt, kan nooit meer uit haar zeer heldere herinnering verdwijnen; want haar uiterst heldere sfeer van schouwen en voelen is alomvattend, eeuwig blijvend en alles doordringend.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] In een dergelijke toestand bevonden zich de grote profeten en ook alle voleindigde geesten der hemelen bevinden zich in zo'n toestand, en ikzelf bevind mij ook in die toestand, want anders zou ik je die niet hebben kunnen beschrijven -want niemand kan iemand anders iets geven wat hij zelf niet heeft, zoals je wel zult begrijpen.'
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wanneer de levenshalm van de mens op deze wijze tot de aar is uitgegroeid en de ziel zich geheel in de liefde tot God en in haar levenslicht en levenswarmte bevindt, dan begint ze daarmee ook zelf in haar geest over te gaan en er volledig mee één te worden. In deze zalige toestand wordt de levenskorenaar helemaal bovenaan de halm zichtbaar en gaat nu in het zuivere goddelijke licht snel bloeien; de bloei toont dan echter de volledige liefdes en levensvereniging met haar geest en dus ook met God.
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Is dan niet alles wat de mens tot voeding dient, Gods woord en Gods wil? Als jij, die nog een natuurlijk mens bent,jouw lichaam met natuurlijke kost verzadigt, neemt de ziel daarvan ook het substantieel geestelijke deel in zich op en gebruikt het om haar vorm te verstevigen; en als de onvolmaakte ziel dat doet, al gebeurt dat ook onbewust, dan zal een van zichzelf zeer helder bewuste voleindigde geest dat des te meer kunnen doen, aangezien hij in staat is om alle materie plotseling op te lossen en in haar oorspronkelijke geestelijke toestand te veranderen. -Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Rafaël zei: 'Mijn beste vriend, met woorden gaat dat absoluut niet, want al zou ik je de gestalte van de aarde een jaar lang beschrijven, dan zou jij er nog geen volkomen juiste voorstelling van hebben; maar ik zal voor jullie nieuwelingen iets anders doen om jullie duidelijker voor te lichten over de gestalte van de aarde, en wel, als jullie dat willen, hetzelfde wat ik bij jullie gedaan heb om het voortleven van de ziel na de dood van het lichaam te verklaren. In zo'n verhoogde toestand van zien van de ziel zullen jullie voor een paar ogenblikken de hele aarde kunnen overzien en je op die manier dan de meest ware voorstelling van haar gestalte kunnen vormen.
Hoofdstuk 147: Sneeuw en ijs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar deze keer liet Rafaël hen bijna een uur lang in die helderziende toestand, zodat ze ook de draaiing van de aarde duidelijker konden waarnemen, evenals de naar de evenaar toe steeds toenemende activiteit van de ether-, lucht en alle zuiverder geesten en de grovere natuurgeesten, die zij in de vorm van heel kleine, min of meer zwak oplichtende wormpjes waarnamen. Dat zij ook alle andere dingen, zaken en voorwerpen in alle windstreken van de aarde goed konden onderscheiden, spreekt vanzelf
Hoofdstuk 148: Aanmanende woorden van Agricola over het vertrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar daarna moet hij ook onverwijld volgens Gods wil beginnen te handelen. Dit handelen is dan de leven brengende regen, waardoor de goddelijke geest ertoe bewogen wordt in de ziel van het levensgraan over te gaan. Nu moet men dan in de eerste plaats in zichzelf keren door de ware deemoed, door geduld, zachtmoedigheid, door de ware liefde tot de naaste en door de echte barmhartigheid. Als een mens van harte en met alle ijver deze opgaven aanvaard gaat hij daardoor ook binnen in de diepten van zijn eigen leven en graaft hij de geestelijke voedende levenswortels in de aarde van de goddelijke kracht, die zulke wortels gretig opzuigen om vervolgens de levenshalm naar het goddelijke licht te gaan opstuwen, te ontwikkelen en te voltooien. In deze toestand gaat de ziel dan ook steeds meer over in de steeds levender wordende liefde tot God, en wel naarmate haar geest ook steeds werkzamer in de ziel overgaat.
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Wij weten nu dat de in hun rust gestoorde ethergeesten heel gauw actief worden en zodoende het onweerstaanbare geweld en de macht te kennen geven die hun eigen is. En kijk, dat doen ze ook als ze in het water door een steeds toenemende activiteit van buiten van hun metgezellen, door vuur dus, onrustig worden. Wanneer ze dan bij het koken nog kunnen ontwijken en in een toestand van rust kunnen komen, dan is hun dat natuurlijk liever; maar als jullie water in een stevig gesloten vat op het vuur zetten, zullen de in het water rustende ethergeesten jullie weldra laten zien wat voor geweld ze in zich hebben, als ze actief beginnen te worden. Het zal niet lang duren voor het in stukken gereten wordt, al zou het vat ook van ijzer zo dik als een arm gemaakt zijn, en de geesten zullen zich met een harde knal vrij maken en zich daarna terugtrekken in de hun aangeboren rust. -Dat is een heel aanschouwelijk voorbeeld, waar jullie nu wel en beslist nog duidelijker kunnen opmaken, dat de ethergeesten ook in het water wonen.
Hoofdstuk 145: Elektrische verschijnselen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Na een uur maakte Rafaël hen weer wakker in hun natuurlijke toestand, en allen bedankten eerst Mij, omdat Ik dat toegelaten had, en daarna ook Rafaël, omdat hij hun deze weldaad bewezen had, die hun zo helder en diepgaand inzicht had gegeven over de ware gestalte en beweging van de aarde, alsook over het bestaan en de werking van de natuurgeesten.
Hoofdstuk 148: Aanmanende woorden van Agricola over het vertrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Ik zei: 'Maria, ook al zal Ik Mij lichamelijk niet bij en onder jullie bevinden, Ik zal toch in de geest bij jullie aanwezig en werkzaam zijn; want in de geest ben Ik. immers voortdurend alomtegenwoordig, omdat Ik alle dingen in de eeuwige oneindigheid in stand moet houden en moet leiden. Als Ik niet in de geest alomtegenwoordig zou zijn, dan zou ieder bestaan te gronde gaan en zou er geen enkel schepsel bestaan in de hele oneindigheid, - wat je nu wel zult begrijpen. Want door de macht van Mijn uiterst levende en werkzame wil ben Ik Zelf immers van eeuwigheid alles in alles, en alles is in Mij! De Vader, die Mij als een mensenzoon in deze wereld gezonden heeft, is in Mij, en Ik en Hij zijn niet twee, maar volkomen één; de wil van de Vader is derhalve ook Mijn wil, en die is overal werkzaam.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...