Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 34 van 92

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[5] De bootsman zei: 'Hoezo tekenen, hoezo wonderen! Het woord en de leer van de Heer, die de eeuwige, meest lichtvolle en levende waarheid uit Zijn eeuwige hemelen is, is op zichzelf al het grootste teken en wonder; want zoals Hij spreekt en leert heeft vóór Hem nog nooit een mens gesproken en geleerd. Ik zal morgen nog heel veel van Hem leren kennen wat mij tot nu toe nog volkomen onbekend is; want wie aan Zijn zijde niet wijs wordt en vervuld raakt van het eeuwige leven van de ziel, blijft doder dan een metselsteen in eeuwigheid.
Hoofdstuk 140: De moedige bootsman (6.3.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Onthoud bovendien nog, dat ieder puur uiterlijk woord evenals een letter op zichzelf dood is en niemand tot leven wekt; alleen de innerlijke geest in het woord - of het nu uitgesproken wordt of in letters geschreven -is het, die iedereen levend maakt die volgens de innerlijke, levende betekenis ervan denkt, handelt en leeft. Wie echter alleen volgens de uiterlijke betekenis van het woord gelooft, handelt en leeft zoals de Farizeeën, blijft dood zoals ook de letter van het woord op zichzelf dood is. - Dat zeg Ik dus om jullie gerust te stellen!'
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] De leider zei: 'O Heer en Meester vol van Gods allerhoogste macht en kracht, kijk, dat was heel eigenaardig! Reeds verscheidene keren sinds U hier geweest bent, hebben grotere en kleinere schepen geprobeerd om deze steeds visrijke inham met riet en biezen binnen te varen; maar het is niemand gelukt om ook maar een handbreed over de rietgrens binnen te dringen, want met de macht van Uw levende woord en wil dreven wij hen allemaal direct ver het meer op. Maar deze keer hielpen Uw woord en wil in ons hart ons niet, om een reden die ik nu heel goed begrijp.
Hoofdstuk 147: De vissers begroeten de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar ik zal de luie dienaren daarover eens goed de les lezen, zodat ze weten wat hun in het vervolg te doen staat met de gasten die hier veelvuldig hun lichamelijk heil zoeken en daarnaast aantoonbaar ook heel vaak hun zielenheil hebben gevonden in deze inrichting, die U, o Heer en Meester, alleen voor het heil van de mensen hebt geschapen; want ik en mijn kinderen en oude dienaren hebben er altijd voor gezorgd dat wij U zodanig als de wonderbaarlijke Meester van deze inrichting aan alle gasten bekend maakten, dat zij alleen door het levende geloof in U in deze inrichting het ware heil van hun lichaam en hun ziel konden vinden.
Hoofdstuk 151: Marcus doet verslag van de succesvolle genezingen in zijn bad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Ik ken de Samaritanen goed en hun velerlei goede eigenschappen zijn Mij niet onbekend, maar er bestaan onder hen ook heel veel misvattingen, waar ze vaak hardnekkiger aan vasthouden dan de heidenen aan die van hen; daarom zullen jullie ter wille van Mijn naam en Mijn leer ook menige harde strijd te verduren krijgen. Want het wereldse verstand van de mensen begrijpt de innerlijke dingen van de geest en van de levende waarheid niet en beschouwt diegenen als dwazen, die hem daarover vertellen, en hij vervolgt hen ook waar hij maar kan. Maar jullie moeten je daar niets van aantrekken en de waarheid onderwijzen, zoals die door Mij in jullie hart en mond wordt gelegd; dan zullen jullie tenslotte vele goede vruchten voor Mijn rijk vergaren, en jullie loon zal later in Mijn rijk niet klein zijn!
Hoofdstuk 132: De Heer geeft aanwijzingen voor het verkondigen van Zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] N u zei dezelfde visser weer: 'Ja, beste Heer en Meester, en ik dank U voor Uw meer dan grote geduld met ons zwakke en nog zeer onnozele mensen! O, het zal zeker nog een hele tijd duren voordat wij, die temidden van louter wonderen leven, die wonderen zullen begrijpen! Wij zien en drinken water en weten niet in het minst wat het is. ook zien wij het vuur en het licht daarvan en voelen de gloed en de warmte ervan, maar weten niet in het minst wat het is en wat de eigenlijke oorzaak is van het ontstaan ervan. Maar hoe het ook zij, wij zijn nu al buitengewoon blij en opgewekt, omdat wij door Uw overgrote genade en liefde nu de onfeilbare weg naar de volle en levende waarheid hebben ontvangen. O, beste Heer en Meester, help ons ook steeds met Uw genade, zodat wij nooit moe, zwak en traag worden bij het bewandelen van deze weg tot aan het lichtende doel!'
Hoofdstuk 143: De werkzaamheid van de geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Als dat nu zo is en niet anders, waarom zijn ze dan onder zulke gelukkige levensomstandigheden, die ze vaak bevestigd kregen door talrijke onmiskenbare onbedrieglijke, eigen ervaringen, niet in het geloof en in de beste en meest levende orde gebleven door God als hun beste Vader boven alles lief te hebben?
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De wil van de ene, enig ware en eeuwig vanuit Zijn eigen macht levende God en Vader van de mensen kunnen jullie uit de boeken van Mozes en de profeten leren kennen. Als jullie nauwkeurig volgens de -zeg -slechts tien geboden leven, zal Gods geest jullie doordringen en jullie zelf verlichten. In dat licht zullen jullie dan de ene en enig ware God niet alleen volkomen kennen en Hem dan ook boven alles kunnen liefhebben, maar dan zal Hij Zichzelf ook aan jullie openbaren en jullie tot alle wijsheid en de macht daarvan verheffen.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar aangezien U, Heer, Heer, in Uzelf diezelfde enig ware, ene God bent waarin alle mensen ten volle moeten geloven en Wiens getrouw aan hen geopenbaarde wil zij in levende daden moeten vervullen, wagen wij het om vol geloof het zeer onderdanige verzoek aan U te richten of U onze lichamen, zolang wij die nog nodig hebben voor de ware voleinding van onze zielen, zo gezond mogelijk zou willen maken! Want wij geloven nu dat niets voor U onmogelijk is.
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar deze man bestaat en legt overeenkomstig de volle waarheid voor het oog van alle mensen getuigenis af van het feit dat Hij een echte, levende en werkelijk bestaande God is, wat wij niet eens blind hoeven te geloven, omdat wij ons daarvan met al onze zintuigen kunnen overtuigen; derhalve verklaar ik Hem alleen daarom al tot een enig ware God en verwijs ik alle andere, alleen in de fantasie en het inbeeldingsvermogen van de mensen ontstane afgoden naar het rijk van de vage en loze fabelen, omdat Hij jullie twee alleen door Zijn wil zo gezond heeft gemaakt als jullie, voorzover ik weet, vroeger nooit geweest zijn. Daarom zij Hem door mij reeds bij voorbaat alle aan een God toekomende eer bewezen! Ondanks mijn ook allang bestaande maag en leverklachten verheug ik me erop Hem te zien en Hem met alle liefde en diepe eerbied tegemoet te treden. Misschien zal Hij mij ook een volledige genezing waardig achten, wat heel gemakkelijk voor Hem is.'
Hoofdstuk 160: Wat de Griekse arts had vernomen en zijn getuigenis over de Heer (9.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar als de almacht van Zijn wil nu zo openlijk aan mij bevestigd wordt, waarom zou ik, die op Zijn hulp kan rekenen, tegenover de machteloze mensen zwijgen? Zou ik soms bang moeten zijn om door de een of ander ter verantwoording geroepen te worden vanwege mijn nieuwe belijdenis, die op levende ervaring berust? Waarlijk, wat dat betreft zou ik voor de keizer nog niet bang zijn!
Hoofdstuk 161: De belijdenis van de arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Daarop zei de arts, helemaal gloeiend van ijver: Vrienden, met de zekere hulp van mijn nieuwe en enig ware God durf ik de heilig grote en.levende waarheid tegenover alle mensen hardop uit te spreken, en ze zullen mij niet te na komen! Die overtuiging leeft nu al diep in mijzelf, hoewel ik nog niet de genade heb gehad om de persoon van mijn God en Heer te zien; hoeveel groter zal mijn moed dan wel niet worden, als ik Hemzelf gezien en gesproken zal hebben! Moge Hij nu gauw naar ons toekomen!'
Hoofdstuk 162: Het gesprek tussen de Romeinse opperrechter en de Griekse arts - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] De rechter, helemaal verbaasd over het gedegen inzicht van de arts, zei: 'Ik dank je, beste vriend, voor dit onderricht van jou! Je hebt mijn gemoed totaal veranderd en ik deel nu helemaal jouw opvatting. 0, als jouwen nu ook mijn enig ware God ook mij zou willen helpen zoals Hij jou heeft gedaan, zou ik mijn hele leven alleen Zijn naam prijzen en Zijn eer luid tegenover iedereen verkondigen! O Heer, en nu ook mijn enig ware, almachtige en levende God, help ook mij van mijn reeds lang durende ernstige kwaal af! Laat Uw heilige wil mij genezen!'
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Daarom moeten jullie in de toekomst ook geen tempels en altaren voor Mij bouwen; want Ik zal nooit in tempels die door mensenhanden zijn gebouwd wonen en Ik zal Mij niet op altaren laten eren. Wie Mij liefheeft en zich aan Mijn eenvoudige geboden houdt, is Mijn levende tempel, en zijn hart, volliefde en geduld, is het ware en levende offeraltaar tot Mijn eer, dat Mij als enige welgevallig is. Al het andere is gericht, dood en verderf.
Hoofdstuk 166: De Heer geeft gedragsregels voor de gelovigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik zei: 'Vriend, nu heeft weer de oude, blinde Romein en heiden uit jou gesproken, en ondanks jouw voorbeeldig sterke en levende geloof in Mij heb je laten blijken datje nog helemaal niet bent ingewijd in de geheimen van het ware, innerlijke zielenleven!
Hoofdstuk 167: De weemoed van de Romein bij het mooie uitzicht (16.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...