Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 34 van 458

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[6] Maar je ontwikkeling is nog niet, zo, ver dat je kunt begrijpen, wat Ik nu verteld heb. Alleen dit zeg Ik jullie nog: Geen sterfelijk oog kan zien, geen oor horen, en geen aards verstand kan ooit begrijpen wat degenen, die het waard worden om kinderen Gods te heten, in het hiernamaals in het hemelrijk wacht!
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar als een echte profeet in een huis komt en als zodanig aangenomen wordt, zal degene die hem als een echte profeet opneemt, of ook als hij een door de profeet gezondene in naam van de profeet opneemt, hem aanhoort en in zijn hart rekening houdt met diens woorden, in het hiernamaals in het Rijk van God het loon van een profeet krijgen. En wie een rechtvaardige in de naam van een rechtvaardige opneemt, -dat wil zeggen, als zo iemand als rechtvaardig bekend staat en die naam hem toekomt, of ook als hij niet als zodanig bekend staat, maar door degene die hem opneemt als zodanig erkend wordt en hem zo opneemt, zonder van de rechtvaardige een bewijs te vragen -, die zal eenmaal in het hemelrijk het loon van een rechtvaardige ontvangen. (Matth. 10:41)
Hoofdstuk 141: Eerste uitzending van de apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Petrus stapt naar de leider van de belastingafpersers en zegt op heel ernstige toon: 'Ongelukkige! Met welk recht begaat u zulke afgrijselijke daden? Weet u dan niet, dat boven u een almachtige God leeft, Die u tesamen met uw medeplichtigen in een oogwenk kan vernietigen? Houd met uw gruwelen op, geef alles terug, anders zult u op deze plaats de volle gestrengheid van Gods toorn over u zien komen!' De leider van de belastingafpersers zegt tegen Petrus: 'Wie ben je, dat je het waagt om op zo'n toon met mij te spreken? Weet je soms niet, welke macht ik van Herodes heb gekregen, die deze gepacht heeft van de keizer in Rome? Weet je soms ook niet, dat ik ieder, die mij in de weg komt, ogenblikkelijk zonder enige voorafgaande rechtspraak kan laten doden? Ga nu opzij! Nog één woord, en je voelt de scherpte van het zwaard!'
Hoofdstuk 142: De eerste daad van de uitgezonden apostelen. Aan de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Maar Herodes, een geboren Griek, vond alleen geld belangrijk en al het andere kon hem niet in het minst schelen. Behalve geld hadden ook nog hele mooie concubines voor hem enige waarde. Om die te plezieren kon hij zelfs onmenselijk worden als ze dat wensten; verder kreeg niemand zonder geld iets van hem gedaan, - maar voor geld deed hij dan ook alles.
Hoofdstuk 143: Aan de zee. Het antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Waarlijk, Ik zeg je, zo lang er al mensen op deze aarde bestaan, vanaf Adam tot nu toe, heeft nog nooit een zuiverder ziel in een lichaam gewoond en het tot leven gebracht!
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Wie zelf komt, kan meer bereiken dan wie een bode of een brief stuurt. De geest van Johannes is groot en groter dan alle geesten, die ooit op deze aarde een lichaam gehad hebben; maar zijn lichaam behoort aan deze aarde, en uit diens zwakheden heeft zich ook een zwakke zielontwikkeld, en zo is het goed!
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Johannes deed wat niemand deed, om volledig meester van zijn lichaam te worden. Hij zag het heil vóór zich en kon het toch niet grijpen. Waarom ging dat niet? Moest het misschien zo zijn?
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nathanaël gaf aan de achtergeblevenen als het ware leiding omdat hij voor zichzelf, zonder dat Ik hem dat persoonlijk opgedragen had, uitgebreider dan alle anderen een evangelie vastlegde in de Griekse taal, die hij goed meester was. Hij kwam tot in het diepst van zijn wezen geschokt naar Mij toe en zei: 'Heer! Almachtige! Ik zag dat visioen ook en daarin de verschrikkelijkste dingen, zodat ik van angst niet meer schrijven kon! Ik vraag U in alle volheid van mijn liefde voor U, eeuwig Heilige, om mij te zeggen of dat te eniger tijd in het hiernamaals in alle werkelijkheid zo gebeuren zal zoals ik en velen het nu hebben gezien.'
Hoofdstuk 149: De opwekking tot het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als jullie Mij hoe dan ook belasterd zouden hebben dan zou Ik het jullie vergeven. Maar jullie zijn hoogmoedig geworden en hebt je bewapend tegen Mijn geest, die liefde heet en eeuwig Mijn Vader is en deze zonde zal je niet vergeven worden, niet hier en nog minder in het hiernamaals! Verdwijn dus, zodat Ik die paar dagen hier bij Mijn vriend Kisjonah zonder verdere storing kan doorbrengen!'
Hoofdstuk 150: De bestraffing van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Zijn roeping, om terwille van de mensen voor Mij de weg te banen, was een zeker 'Moeten', waarachter echter ook nog eeuwige vrijheid verborgen ligt, die jullie in dit lichaam niet kunnen begrijpen; maar dat hij Mij had mogen volgen toen hij Mij zag en herkende, dat was geen 'behoort' en nog minder een 'moeten'. Zijn geest heeft toen geluisterd naar de ingeving van de ziel, begon daarom ook te twijfelen en heeft al voor de tweede maal boden naar Mij gestuurd. Wie vraagt, weet nog niet waar hij aan toe is; want iedere vraag gaat uit van pure onwetendheid, of twijfel aan de waarheid van wat men denkt te weten. Als Johannes helemaal wist waar hij aan toe was, zond hij geen boden naar Mij.
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Veel leerlingen spraken met de geesten over het leven na de dood van het lichaam, en de geesten waren voor hen een overtuigend bewijs van een verder en volkomener leven na de lichamelijke dood, en zij kregen een inzicht in de aard daarvan.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De vijf dochters wilden van dit brood en die wijn ook wat proeven en vroegen Mij dat. Kisjonah verbood het hen echter en zei: 'Begerig zijn is ook een zonde; daarom is zelfverloochening bij alles noodzakelijk, anders komt een mens nooit tot de ware deugd, zonder welke er geen leven kan zijn.'
Hoofdstuk 154: De terugkomst van de twaalf apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kisjonah zegt: 'Ja Heer, U heeft gelijk; maar ik ben ook maar een mens. Is het geen oordeel voor mijn ziel, dat ik nu zonder enige twijfel niet alleen geloof, maar ook heel zeker weet Wie U bent?'
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] En zie, dat was een doelmatige voorbereiding voor je ziel en je geest, zodat je Mij nu een hele aarde en uit stenen mensen zou kunnen zien scheppen zonder je daar druk over te maken. Want je hebt uit vrije wil op wetenschappelijke wijze aangenomen dat God een mens kan zijn en dat een mens heel goed en geheel wetenschappelijk bewezen een god kan zijn! En daarom kan het nu je ziel en je geest nooit van de wijs brengen, als je volkomen beseft dat Ik eeuwig de enige en enig ware God en Schepper van alle dingen ben.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] En nu zul je wel zonder moeite inzien waarom Ik je zo-even van de rots afriep, waar je de mensen wilde onthullen wie Ik ben. Daarom moet de ene blinde nooit de andere leiden, maar dat moet iemand doen die door zijn goede verstand scherp kan zien, - omdat ze anders beiden in de afgrond storten.
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...