Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3506 resultaten - Pagina 34 van 234

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[9] De HOOFDMAN zegt: "Heer, ik zie de noodzaak van dit alles maar al te goed in, maar ook de verschrikkelijke moeilijkheid om streng daarnaar te leven. Kleine heuveltjes effenen is niet zo'n grote kunst, maar als we tegenover hele bergen moeilijkheden en hindernissen komen te staan, dan is het ook al helemaal onmogelijk om een rechte weg verder door te trekken. Dan, Heer, moet U ons helpen!"
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] De schippersknechten zijn het hier helemaal mee eens en wij gaan naar de stad en daar naar het huis van Ebahl waar de bedienden druk bezig zijn om een goed avondmaal voor ons klaar te maken, want de zon is al ondergegaan. De HOOFDMAN neemt de tweehonderd ponden zilver in ontvangst en geeft ze aan Ebahl met de woorden: "Neem dit aan als een kleine schadeloosstelling voor de vele honderden en nogmaals honderden armen en zieken die je verpleegd hebt en van wie je nooit ook maar een stater verlangd hebt! Jij bent echt de enige mens in de stad die de naam van mens verdient! Al het andere volk van deze stad verdient die erenaam niet; want het is morsdood, bekommert zich nergens om en voert ook niets uit! Denken jullie dat al de wonderen die hier in deze paar dagen gebeurd zijn, ook maar enige indruk op dit volk gemaakt hebben? Zeker niet! Deze bangeriken lopen rond alsof er niets aan de hand is! Ja, de zieken hebben zich wel laten genezen, maar hebben daar nauwelijks voor bedankt en denken er nu ook nauwelijks meer aan, dat ze ziek waren en dat zij van hun ziekte bijzonder wonderbaarlijk zijn genezen! Daarom is Ebahl ook de enige mens in deze stad; al het andere is echt meer dier dan mens!"
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Als God Zelf nu heel strikt en met het grootste geduld en uithoudingsvermogen in alle dingen zo'n orde in de opeenvolging aanhoudt, dan zullen jullie, als Mijn echte leerlingen, Mij toch ook in alles wat Ik jullie heb getoond en waarvoor Ik jullie de weg heb gebaand, navolgen, opdat jullie niet zullen verdwalen op je zelfgemaakte weg! -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?"
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Dit woord maakte allen verlegen, en de leerlingen vroegen Mij, wie Ik bedoeld had.
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Na deze woorden van Mij begrepen de leerlingen wel dat Ik Judas Iskariot bedoeld had, maar zij zwegen en lieten door niets hun gegronde verdacht merken.
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Na deze woorden scheepte Ik Mij met Mijn groep van twintig leerlingen in, en met goede wind voer het schip met grote snelheid naar de andere oever van de zee in de richting van Sidon en Tyrus (Matth. 15:21), welke steden natuurlijk wel behoorlijk ver van de Galilese zee aan de Middellandse zee lagen.
Hoofdstuk 167: Vertrek uit Genezareth. Naar Tyrus en Sidon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar omdat de vrouw erg hard riep, zodat de LEERLINGEN daar hinder van ondervonden, hielden zij Mij staande en zeiden: "Stuur haar toch weg! Want nu schreeuwt ze al bijna een half uur zo hinderlijk dat onze oren er van tuiten! (Matth. 15:23) Als U haar niet wilt of kunt helpen, maak dan toch dat zij weggaat, anders zullen de andere mensen, die ook op deze weg lopen, nog gaan geloven dat wij de vrouw iets gedaan hebben, en dan zullen zij ons ophouden en met allerlei vragen lastig vallen!"
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Daarop zeg IK tegen de leerlingen: "Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israël!" (Matth. 15:24)
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De leerlingen keken elkaar na dit antwoord met grote ogen aan en wisten niet wat ze daarmee aan moesten. JUDAS Iskariot gaf aan Thomas te kennen dat hij mij erg inconsequent vond en zei: " Je zou vaak uit je vel willen springen van ergernis over al die flagrante tegenstrijdigheden in zijn spreken en handelen! Nu deze vrouw hem om hulp vraagt, is hij alleen maar tot de schapen van het huis van Israël gezonden, maar toen hij alle mogelijke hulp gaf aan de Romeinen, die toch nog meer heiden zijn dan deze arme half Griekse half Joodse vrouw, dacht hij er niet aan dat hij alleen maar tot de schapen van het huis van Israël is gezonden!"
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar terwijl de leerlingen onder elkaar zo hun meningen uitwisselen, komt de VROUW naar Mij toe, valt voor Mij op haar knieën en zegt: "Heer, help mij!" (Matth. 15:25)
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Alle leerlingen waren verbaasd over dit antwoord en PETRUS zei stilletjes: "Nee, dat is kras! Zoveel wijsheid ben ik maar zelden bij een Jodin tegengekomen, en die vrouw is nog wel een Griekse van geboorte, hoewel ze in Kana in Galilea geboren is! Ik ken haar en heb haar al heel wat vis verkocht, maar dat was natuurlijk al vijftien of zestien jaar geleden. "
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De avond was echter gevallen en de leerlingen vroegen Mij of Ik wel door wilde gaan naar Tyrus, of dat zij hier aan de grens van het gebied uit zouden zien naar een herberg, omdat het van daaruit nog drie uur gaans was naar de stad Tyrus.
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zei toen tegen de leerlingen: "Weten jullie wat? Laten wij hiervandaan in plaats van naar het westen waar Tyrus ligt, naar het zuidoosten gaan! Daar komen wij weer aan de Galilese zee. Vlak aan de oever ligt een mooie berg, waarvan wij de boomloze top hiervandaan gemakkelijk binnen twee uur bereiken, daar zullen wij overnachten."
Hoofdstuk 168: Genezing van de dochter van de Kananese vrouw. Op de berg aan de Galilese zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De LEERLINGEN zeggen: "Heer, wij hebben gedurende de gehele ruim twee uur lange tocht geen mens gezien, maar daarom willen we nog niet beweren dat niemand ons gezien zou hebben!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De LEERLINGEN zeggen: "Heer, wij zijn nog niet zo moe, laten wij daarom na middernacht deze berg verlaten en ergens anders heengaan, waar dat steeds zo hinderlijke volk ons niet kan vinden. Dan kunnen we op die manier een paar dagen uitrusten!"
Hoofdstuk 170: De wonderbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...