Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16418 resultaten - Pagina 34 van 1095

...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...
[7] Hij lijkt op een pure waterwereld, die aan alle kanten omringd is door lucht waar licht doorheen schijnt, en die uiteindelijk niet in staat is om te bepalen, of zijn waterwereld uit de met licht doorschoten lucht of uit de waterwereld ontstaan is. Hij realiseert zich nog niet duidelijk genoeg, of hij zijn geestelijke kennis uit zijn natuurlijke verstand heeft verkregen, of dat zijn natuurlijke verstand zich uit de in de mens verscholen, misschien al aanwezige, maar ook in het begin zeer geheim werkende geestelijke kennis, heeft ontwikkeld. Om het nog duidelijker te zeggen, hij weet niet of het geloof uit de kennis voortkomt of de kennis uit het geloof, en wat nu wel het verschil is tussen die twee.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Dan komt God weer en helpt de mens verder, als deze uit de hem gegeven en dus eigen kracht genoeg gedaan heeft op deze tweede dag van zijn geestelijke leerschool. En die verdere hulp bestaat daarin, dat het licht in de mens versterkt wordt, waardoor het als een voorjaarszon, niet alleen door de grotere lichtsterkte maar door de juist daardoor veroorzaakte warmte, alle zaden die in het hart van de mens gelegd zijn begint te bevruchten.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Zo worden zelfs afzonderlijke delen van de mens aangegeven. De kennis heeft een eigen plaats: de zee van de mens. En de als een vruchtbare bodem uit de kennis ontsproten liefde, wordt steeds door de zee, zijnde de totale kennis van het echte licht, omspoeld en gesterkt om steeds rijkelijker allerlei edele vruchten voort te brengen.'
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Als dus het inzicht van de mens de liefde aan alle kanten omgeeft, en daarbij meer en meer verlicht en verwarmd wordt door het vuur van de liefde, dat het steeds meer voeding geeft, dan wordt de mens ook in alles steeds energieker en tot daden bereid.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En zie! Zijn juiste inzichten stijgen als met regen beladen wolken op boven de aan banden gelegde zee, en trekken over de droge aarde die ze bevochtigen en vruchtbaar maken. En de aarde wordt groen, brengt allerlei grassen en kruiden met zaden voort en allerlei bomen en struiken met hun zaden. Dit betekent, dat de liefde in het hart van de mens aanstonds verlangt en wil wat het ware door hemelse wijsheid verlichte verstand nu goed en waarachtig vindt.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De door het licht uit de hemel tot de juiste kennis gebrachte oorspronkelijke avond van de mens, wordt zo de aanleiding voor de werken die daarop moeten volgen; en dit is de derde dag van de ontwikkeling van het hart en de gehele geestelijke mens. Om deze geestelijke mens gaat het, daarvoor zijn Mozes en alle andere profeten van God in deze wereld gekomen, net als Ik nu Zelf! Naar Ik meen is dit onderwerp nu toch wel duidelijk genoeg voor u!?'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Een van de Farizeeën zegt: 'Verheven wijze vriend en Meester! Persoonlijk onderschrijf ik ieder van Uw aan ons allen gegeven woorden, want ze zijn volledig waar en moeten dat ook zijn. Maar als U naar Jeruzalem gaat en op deze wijze in de tempel de. Genesis uitlegt, dan wordt U en Uw gehele aanhang gestenigd als U Zich met heel duidelijk beveiligt door Uw goddelijke macht! Maar als U deze macht tegen. de tempelpriesters gebruikt, dan zijn ze ook veroordeeld, en die veroordeling zal dan weinig afwijken van een direkte totale vernietiging door bliksem en vuur van de hemel!
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Bovendien is de aarde rond en is het steeds aan één kant dag en aan de andere kant nacht. Afhankelijk van de wenteling van de aarde om haar as van het westen naar het oosten, wordt het steeds daar dag waar de landen tegenover de zon liggen, of liever door de constante en steeds gelijkmatig draaiende beweging zo gezegd onder de zon geschoven worden.
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als er dus geen twijfel over mogelijk is dat de natuurlijke dag op aarde door haar eigen beweging tot stand wordt gebracht, waarbij de zon niets anders doet dan steeds maar vanaf één plaats licht te geven en door haar licht dáár dag veroorzaakt waar haar stralen komen, en op die manier nooit of te nimmer de dag kan of wil regeren, -dan vraag Ik: Hoe zou Mozes dan met zijn lichten de zon en de maan bedoeld kunnen hebben? En als Mozes de natuurlijke zon en de natuurlijke maan bedoeld had, dan zou hij ter verduidelijking van zijn publieke mededeling aan de mensheid deze lichten zeker bij name genoemd hebben; want in Mozes tijd kenden alle mensen deze beide hemellichamen al!
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Daarbij spreekt Mozes over een uitspansel dat in werkelijkheid in de natuurlijke ruimte helemaal niet bestaat, daar zon, maan en alle sterren net als de aarde zelf in de volledig vrije, door niets en nergens beperkte ether zweven en door eigen wetten op hun bestemde plaatsen gehouden worden, zich vrij bewegen en nergens aan het een of ander hemels uitspansel zijn bevestigd!
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Want er is maar één uitspansel in de eindeloze vrije ruimte, en dat is de wil van God, die door Zijn eeuwige onveranderlijke wet de hele ruimte en alles wat daarin is vervult.
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] De andere sterren, die u vaste sterren noemt, lijken ergens aan vastgemaakt te zijn; maar dat is niet zo. Ze zijn echter zo ontzettend ver van de aarde verwijderd en hun banen zijn zo uitgestrekt, dat ze die vaak nauwelijks binnen honderdduizenden aardse jaren afleggen, zodat daardoor hun bewegingen ook zelfs door honderd mensengeslachten nog niet opgemerkt kunnen worden. En dat is dan de reden, waarom ze u als onbeweeglijk voorkomen; maar de werkelijkheid is anders, en er is nergens een zogenaamd uitspansel in de hele oneindige ruimte.
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het uitspansel dat Mozes bedoelt, is de vaste wil volgens de ordening van God, die voortkomt uit het juiste begrip en uit de liefde, die het gezegende aardrijk des levens is. Deze wil kan slechts voortkomen uit de vruchten schenkende volheid van de echte liefde tot God in het mensenhart, die ontstond uit het hemelse licht dat God in de mens liet stromen toen Hij zijn innerlijke duisternis verdeelde in avond en morgen. Deze echte liefde tesamen met het juiste inzicht en het ware verstand, hetgeen zich in de mens uit als een levend geloof, is de hemel in de mens. En de daaruit ontsproten vaste wil om te voldoen aan Gods orde is het uitspansel in de mens. En aan zo 'n uitspansel geeft God, als dat geheel overeenstemt met Zijn liefdevolle wil, nieuwe lichten uit de hemel der hemelen, ofwel de zuivere vaderliefde in het hart van God. En de lichten verlichten dan de wil en maken dat deze het inzicht krijgt van de engelen en verheffen daardoor de geschapen mens tot het ongeschapen Kind van God, dat zich door de eigen vrije wil nu aangepast heeft aan de goddelijke ordening!'
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Als -- het buitenste vat voldoende ontwikkeld is, waartoe God het overvloedig voorziet van alle nodige bestanddelen en eigenschappen, dan wekt of liever ontwikkelt God Zijn ongeschapen eeuwige geest in het hart van de mens. De kracht van deze geest wordt door Mozes bedoeld, als--hij spreekt over de twee grote lichten die aan het uitspansel geplaatst worden en dat hebben alle aartsvaders en profeten ook altijd zo bedoeld.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als ze echter volgens de haar gegeven wet het goede en ware in alle deemoed en bescheidenheid van haar hart en' volgens de haar door God meegegeven vrije wil aangenomen heeft, dan is zo'n deemoedige,.bescheiden en gehoorzame wil, om het zo maar eens te zeggen een echt uitspansel geworden, omdat hij zich nu gevormd heeft, volgens de, hemelse opgave die in de ziel is gelegd, en zo helemaal geschikt is om het zuiver ongeschapen goddelijke in zich op te nemen. .
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47  ...