Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11480 resultaten - Pagina 35 van 766

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[8] Jonaël zegt: 'Vriend, je bent op de goede weg! Maar, onder ons gesproken, dit is nog niet het goede ogenblik om daar onze mond over open te doen. Maar pas als Hij, zoals Hij Zelf gezegd heeft, hier vandaan misschien naar Galiléa gaat, zullen we beginnen het volk over Hem te leren, en als Hij dan binnen niet al te lange tijd weer bij ons komt, dan zal Hij onze poorten behoorlijk wijd en de wereldse deuren behoorlijk hoog vinden voor Zijn intocht, d.w.z. onze harten zullen zo ruim mogelijk zijn om Hem op te nemen en onze liefde tot Hem zal tot boven de sterren verhoogd zijn; want onze harten zijn de poort, die verbreed moet worden en de ware liefde tot Hem is de deur, die boven alles verhoogd moet worden!'
Hoofdstuk 73: Sichar. Johannes, de genezen verlamde man. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Op dit moment ga Ik bij hen staan, leg Mijn handen op hun schouders en zeg: 'Zo is het goed, Mijn beste vrienden! Waar jullie zo in Mijn naam bij elkaar zult zijn, daar zal Ik, weliswaar niet zichtbaar, maar dan toch jullie zo krachtig mogelijk versterkend, in jullie midden zijn! Nu hoor Ik echter lawaai in de straten van de stad; wees daarom allemaal kalm! We zullen zien, met welke geest de gemoederen bezield zijn endoor wie ze geleid worden!
Hoofdstuk 73: Sichar. Johannes, de genezen verlamde man. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Direkt daarna komt een tamelijk grote, van knuppels voorziene bende op ons af, met in haar midden de tien stommen, die door de dokter op de eerste avond stom werden gemaakt vanwege de lasterpraatjes die zij rondstrooiden; en de bende eist dreigend dat de tong van deze stommen weer losgemaakt moet worden!
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Simon Petrus zegt: 'Heer! Wie zal U verlaten, wie zal U niet willen dienen?! Want U alleen geeft immers richtlijnen voor het leven zoals ze vóór U nog nooit door een mens zijn uitgesproken! U kunt alles van ons verlangen en wij zullen het doen, maar verlang nooit van ons dat we U moeten verlaten! Heb echter geduld met ons in onze grote zwakheld en sterk ons door de genade van de Vader in de hemel, die ook U zo wonderbaar gesterkt heeft, zodat U daar staan kunt en kunt Ieren en werken in volkomen eenheid met Uw Vader in de hemel!
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Simon, deze taal bevalt Mij beter dan je eerdere verdediging van de wet en diens straf! Wat heeft een land of rijk eraan als het met grote dwang de rust en orde handhaaft?! Het zal best een tijd goed gaan; maar wanneer het voor de te sterk onderdrukte duivels te zwaar wordt, dan zullen ze opspringen en onder hoongelach de wet en de wetgever onder de voet lopen. Want zolang je nog met geweld in toom gehouden en geleid moet worden, ben je een duivel; maar als je je door de liefde, de zachtmoedigheid en het geduld Iaat leiden, ben je als een engel van God, en waard om een kind van de Allerhoogste te zijn!
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Lees de geschiedenis van mijn volk maar eens, en die zal je haarfijn aantonen, hoe de Heer in alle tijden iedere zonde die het volk beging, zeer streng en vaak haast onverbiddelijk heeft gestraft, en ik zeg je: De Heer van hemel en aarde is nog voortdurend onveranderlijk Dezelfde, Die Hij alle eeuwigheden door was! Hij is lankmoedig, zeer geduldig en laat het volk nooit helemaal zonder leraar en tekenen van boven; maar wee het volk, als de Heer eens Zijn geduld verliest! Als Hij eenmaal de grote tuchtroede zwaait, dan houdt Hij ook niet op voordat alle ledematen van het volk fijngehakt zijn en haar botten zo murw worden als een lichte en dunne brei!
Hoofdstuk 77: De Heer weet de juiste maat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De overste zuchtte diep en zei: 'Edele wijze vriend! Hoe kun je nu toch opgewekt zijn, als je bijna de hele mensheid nog duizend maal te slecht vindt voor de onderste Tartarus, gesteld al dat die er zou zijn. Als twee uitgehongerde wolven een bot vinden en dan door honger gedreven daarom op leven en dood met elkaar vechten, dan is dat begrijpelijk! Want ten eerste zijn het wolven, dieren zonder hersens, door de natuur in stand gehouden machines, die door de hun opgelegde natuurlijke aard gedreven worden zich te verzadigen, en ten tweede zijn ze daardoor goed beschouwd totaalontoerekeningsvatbaar, zoals een gezwollen beek, die door haar grote en zware watermassa alles vernietigt wat ze op haar weg tegenkomt. Maar hier gaat het om mensen die van zichzelf zeggen, dat ze in zekere zin alle kennis en wijsheid hebben, maar die ondanks dat in hun hart erger zijn dan alle wolven, tijgers, hyena's, leeuwen en beren! Voor zichzelf eisen ze alle mogelijke consideratie, terwijl ze hun medemensen in geen enkelopzicht ontzien! -Vertel jij me nu eens, vriend, zijn dat dan nog mensen?! Verdienen zij ook maar het minste medeleven?! Nee, zeg ik, en nog eens duizendmaal nee! Wacht maar, jullie onbehouwen volk! Ik zal het jullie wel eens duidelijk maken, zodat je voor altijd horen en zien zal vergaan!'
Hoofdstuk 77: De Heer weet de juiste maat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De overste zegt: 'Beste wijze vriend! Wat je zegt is zonder meer waar, maar wat moet ik als vreemdeling daar nu over zeggen?! Ik ben nu tot geloof gekomen en ik ben er geheel en al van overtuigd dat deze Jezus uit Nazareth niemand anders is dan de enig werkelijke God in menselijke gedaante. En dat concludeer ik niet speciaal uit de grote tekenen die Hij deed, maar veel meer uit Zijn onbegrensde wijsheid! Want wie een wereld scheppen wil, moet zo wijs zijn als Hij in ieder van Zijn woorden is!
Hoofdstuk 78: Straffen als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Het is wel onze plicht om de mensen, die gezondigd hebben en hun leven daarna geheel gebeterd hebben, broederlijk te wijzen op de grote gevaren der zonde. We moeten hen daarentegen ook in hun verbeterde toestand met alles, wat ons ter beschikking staat, steunen en sterken, opdat ze nooit weer terugvallen in het slavendom van de zonde; maar als je ze na hun verbetering ter verantwoording roept en straft, dan maak je je er aan schuldig, dat de verbeterde zondaars terugvallen in tienvoudig grotere en ergere zonden!
Hoofdstuk 78: Straffen als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] En dan vraag je je af, of zó'n handeling voor God niet honderdmaal strafbaarder zou zijn dan alle zonden, die de veroordeelden ooit begaan hebben! -Geloof mij, de straf die iedere zonde al met zich meesleept, is een geneesmiddel tegen de kwaal van de ziel, die 'zonde' heet; als de kwaal echter al verholpen wordt door het in de kwaal opgesloten geneesmiddel, waarom zou er dan nog een volgend geneesmiddel nodig zijn, als de kwaal al over is?!' De overste zegt: ' Als een middel ter voorkoming van het mogelijk weer de kop opsteken van de kwaal!'
Hoofdstuk 78: Straffen als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Een zieke heeft wel de dokter en het goede geneesmiddel nodig; maar hem ervoor straffen, omdat hij het ongeluk had om ziek te worden, dat, beste vriend, hoort thuis in het ergste deel van het land der Scythen! Ik denk echter wel, dat je nu zult inzien dat het altijd beter is de Heer van het leven in alles na te volgen, dan Hem met grove onbekwame handen met wat dan ook te willen helpen, en daardoor de grote goddelijke kwekerij op een duivelse manier moedwillig of toch zeker uit pure domheid te gronde te richten!
Hoofdstuk 78: Straffen als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Kijk naar een oorlog, waar niet zelden duizenden mensen lichamelijk gedood worden! De overwinnaar denkt nu, dat hij van zijn vijanden af is, omdat hij ze volgens zijn blinde gedachte lichamelijk vernietigd heeft. Maar dat is een hele grote vergissing! De zielen en geesten van de gedode mensen hebben een direkte invloed op de weersgesteldheid op aarde en langs die weg vernietigen ze alle mogelijke zaden en vruchten; de voedingsmiddelen worden hierdoor schaarser en duurder, daardoor ont staat hongersnood en dat geeft weer aanleiding tot allerlei besmettelijke ziektes en pest! Daardoor worden bij de overwinnaar in korte tijd meer mensen weggemaaid, dan er bij zijn vijand soldaten gedood zijn. Omdat de macht van zijn eigen land hierdoor te gering is geworden, moet hij soldaten uit vreemde landen voor veel geld gaan werven. Zijn land komt daardoor in de schulden en na een aantal jaren, als land en volk totaal verarmd zijn en hij zijn schulden en soldaten niet meer kan betalen, zal men hem dra onder verwensingen overal gaan vervolgen. Zijn volk, dat hem de macht gaf, zal door de te grote nood tegen hem opstaan en de vijanden van buitenaf zullen deze gelegenheid ook niet onbenut voorbij laten gaan en zij zullen tegen hem ten strijde trekken, en hij, de eerst gevierde overwinnaar, zal die strijd nooit winnen, maar de vertwijfeling zal hem als met tijgerklauwen grijpen en geestelijk tot in zijn binnenste levensvezels verscheuren!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Daarom is het nu juist ook zo dringend nodig om op deze wereld liefde en ware vriendschap te geven en welke vijand dan ook liever goed dan kwaad te doen en diegene te zegenen, die mij vervloekt; want ik kan niet weten wanneer de Heer hem van deze wereld zal wegroepen! Als hij in deze wereld slechts in bepaalde kleine dingen een vijand van mij was, dan zal hij het mij later als geest honderdvoudig in grote dingen terugbetalen.
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De overste zet grote ogen op, net als veel van de andere aanwezige gasten en zegt: ' Ja, als dat zo is, dan is het aardse leven een bijzonder gevaarvolle onderneming; wie zal dat overleven?'
Hoofdstuk 80: Vermijdt de eigendunk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als ik me nu de grote aarde voorstel, waarvan geen onderzoeker nog heeft vastgesteld waar ze begint en waar ze eindigt, en denk aan het zeer grote aantal verschillende mensen dat het onmetelijk wijde aardoppervlak bewoont, dan begint het mij te duizelen! De onbeschaafdste en ruwste kwaadaardigheid schijnt bij vele bewoners van de grote aarde de algemene hoofdtrek van hun levenswijze te zijn!
Hoofdstuk 80: Vermijdt de eigendunk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...