Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 35 van 42

...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42
[9] Bruno zegt: 'Vriend, met grofheden heeft nog geen ziel het hier in het rijk der geesten ver gebracht; laat je dit voorlopig in alle ernst gezegd zijn! Ik zal je daarvoor nooit oordelen, maar je zult je daardoor zelf steeds meer verwijderen van je uiteindelijke bestemming. Waarom vraag je eigenlijk hoe vaak je nog uit een moederlichaam moet worden geboren, voordat je tot een heldere waarheid zou komen? Ik zeg je daarop: zeker nog honderden keren als je volhardt in je eigenzinnige en grove gemoedsgesteldheid!
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Kijk Bruno, zo filosoferen heel eenvoudige lieden! Hoe moeten wij, meer ontwikkelde mensen, dan wel niet oordelen over de domheden, leugens en bedriegerijen van de rooms-katholieke kerk? En welk aanzien moet de stichter hebben van zo' n leer, die zich als was of gips op alle mogelijke manieren laat misvormen?
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Ik zeg echter tot hem: 'Blinde, hoe nodeloos is toch je angst! Wanneer kwam Ik dan ooit tot diegenen, die door zichzelf verdoemd zijn, om hen nog meer te verdoemen? Ik kom om te helpen, maar niet om te oordelen en te verdoemen! Ik zie echter in jou een hardnekkige ziekte en die heet hoogmoed. En daarover moet je Mij, daar Ik jou wil helpen, nauwkeurige opheldering geven. Niet om Mij over jezelf in te lichten, want alle dingen zijn Mij eeuwig welbekend, maar met de bedoeling dat jij jezelf voor Mij van je last ontdoet.
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De vreemdeling zegt: 'Beste vrienden, ik verlang van jullie geen bede, maar slechts een volgzaam en zachtmoedig hart... Al het andere zal vanzelf komen en jullie zullen dan voor eeuwig geen gebrek meer lijden. Voortaan moeten jullie elkaar niet meer vijandig gezind zijn vanwege een meningsverschil, noch elkaar van allerlei zonden beschuldigen, alsof jullie het recht zouden hebben elkaar te oordelen en te veroordelen.
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De graaf, zich langzaam van de grond oprichtend, zegt: 'O Vader, wat bent U toch eindeloos goed! Kon mijn domme tong U maar enigszins overeenkomstig Uw heilige waardigheid loven, maar ik breng nu nauwelijks iets tot stand!'
Hoofdstuk 146: Het grote ogenblik voor de graaf. U bent het! Heerlijke lofrede. De Heer over de verhouding van de Vader tot Zijn kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Eljah zegt: 'Ja, je hebt misschien niet helemaal ongelijk. Maar te oordelen naar de grote verscheidenheid van hetgeen hier te zien is, lijkt het toch dat deze mensen eerder echte wijsheid dan een nog zo hoog ontwikkeld instinct bezitten. Zulke bouwwerken in zo' n gedurfde bouwstijl en deze prachtig aangelegde tuinen leveren het overduidelijke bewijs, dat in deze door het sterkste licht omgeven mensen meer dan louter instinct aanwezig is!' Peter zegt: 'Ja, in dit opzicht zou jij ook wel eens gelijk kunnen hebben, maar ik blijf toch meer bij mijn mening.'
Hoofdstuk 147: Een blik door de tweede deur van de westelijke wand. Een middenzon van hogere orde. Pracht van steden en bouwwerken. Scheppingen van het instinct of van ware wijsheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Bruno zegt: 'Wees verstandiger, dan zal niemand je uitlachen! Maar wanneer je hier met louter jezuïeten bezwaren aankomt en daardoor mijn werk aan jullie vertraagt, heeft vriend Niklas gelijk, als hij je een beetje op stang jaagt. Wie is er dan goed en rechtvaardig voor God en wie heeft verdiensten voor Hem, de Almachtige? Heeft Hij dan niet Zelf gezegd: 'Als jullie alles gedaan hebben, dan moeten jullie nog zeggen, dat jullie luie en nutteloze knechten waren!' Wanneer Hij echter zo heeft gesproken, waarom oordelen wij dan nog over de vraag of wij wel of geen verdiensten voor Hem hebben? Wanneer Hij echter genadig en barmhartig tegenover ons wil zijn, waarom zouden we ons dan daartegen verzetten? Kijk, dat is ijdel! Wij allen zijn slecht en God alleen is goed! Wanneer Hij ons nu echter vanuit Zijn eeuwige goedheid iets wil geven, dan is het aan ons om te doen zoals eens de zondaar Zacheüs, toen de Heer hem uit de boom liet komen, in zijn huis intrek nam en daarna met hem de maaltijd gebruikte. Laten wij nu ook doen wat eens Zacheüs heeft gedaan!'
Hoofdstuk 117: De twijfelaars geloven nu, maar sommigen zijn bang om naar de Heer te gaan. Tweespraak tussen een kerksgezinde en een vrijdenker. Humor in het geestenrijk - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[20] Ik zeg: 'Goed, Mijn beste Thomas, het is allemaal in orde wat jij hebt gesproken, maar wanneer je Mij verwijt, dat Ik tegen de gruwelen van de roomse kerk nog nooit een weerwoord heb laten horen, doe je Mij onrecht. Bekijk toch eens al die afscheidingen van de roomse kerk; zijn dat geen geweldige tegenkrachten? Maar zij baatten weinig, omdat Ik de draak omwille van Mijn liefde nog niet wilde oordelen. Kijk verder eens naar de grote verbreiding van het zuivere woord door het gedrukte schrift in alle talen. Maar het baatte weinig, omdat Ik de draak nog niet wilde oordelen omwille van Mijn liefde. Kijk verder nog naar de te allen tijde door Mij gewekte nieuwe profeten. Deze oefenden een sterk tegenwicht uit. Maar het baatte weinig, omdat Ik de draak nog steeds niet wilde oordelen... omwille van Mijn liefde. Bekijk dan nog de honderdvoudige verdeemoedigingen, die Ik de roomse kerk als krachtige vermaningen op velerlei manieren heb laten ondergaan. Maar zij baatten tot nu toe eveneens maar weinig, omdat Ik de draak nog steeds niet wilde oordelen omwille van Mijn liefde.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] 'Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld zult worden! Verdoem niemand, opdat gij niet verdoemd zult worden. Wees barmhartig, dan zult ook gij barmhartigheid ondervinden!' Dat zijn de ernstige vermaningen, die de Heer de mensen op aarde gaf. Maar ondanks al deze ernstige, goddelijke wetten doen zij die machtig zijn geworden, nu met hun broeders wat zij maar willen. Zij oordelen, verdoemen en doden nu naar believen om hun macht te laten gelden. Spoedig zullen verscheidene mensen, die de laatste tijd wreed vermoord werden, hier aankomen en zij zullen luid beginnen te weeklagen. Jullie moeten hen meteen opnemen, troosten en kalmeren, aldus zullen jullie je eerste hemelse taak verrichten!'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De graaf zegt: 'Maar beste vriend, hebt u dan zoëven niet gehoord, dat de Heer voor ons allen genadig en barmhartig wil zijn? Waarom zou Hij ons dan willen oordelen, of waartoe zou de Almachtige en Alwetende eerst een confrontatie willen met Zijn schepselen, om hen door hun eigen bekentenis ertoe te brengen in te zien, dat zij terecht worden verdoemd? 0, het is verdraaid zwak van een rooms-katholieke ordepriester om de Godheid menselijke zwakheden toe te dichten. God is goed en genadig, voor wie Hij goed en genadig wil zijn, maar voor hen die Hij wil laten vallen, helpt niets meer, het allerminst de voorspraak van een Hongaarse graaf. Ik geloof echter, dat de lieve God niet zal kijken naar de rommel die wij elkaar voor de deur hebben geveegd. Begrijpt u dat, beste pater-meedogenloos?'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Wij verwachten daarom van God de rechtvaardige dan ook geen loon, maar toch ook geen eeuwige verdoemenis. Of we het recht hebben om hier zo te spreken, is natuurlijk een andere zaak, maar ondanks de hellepreken van onze priesters geloven we nog altijd dat God de Heer niet zo'n onverbiddelijke rechter zal zijn als de rechters op aarde. Deze oordelen genadeloos volgens de letter van de wet en kennen genade noch mededogen. Bij God zou het er echter bij een volledig herstel van een zondige ziel toch wat genadiger aan toe mogen gaan.'
Hoofdstuk 125: Robert en peter bewerken de grappenmakers. Deze geven hun zwakheid toe en verontschuldigen zich. Mensen en Godsgericht. Een bode van boven. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Robert zegt: 'Zeker, ieder gericht van de Heer is een weg tot bekering en voltooiing van de geest; alleen het gericht van mensen brengt verderf en de dood van de ziel teweeg. Volg ons daarom maar naar deze heuveltop; daar zullen jullie van de Heer Zelf horen hoezeer zijn oordelen totaal verschillen van die van de mensen. De oordelen van de Heer zijn een balsem ter genezing van alle wonden die een ziel ooit werden toegebracht! Wees daarom onbevreesd, want jullie wacht een zachte rechter en geen schietklare troep schutters.'
Hoofdstuk 125: Robert en peter bewerken de grappenmakers. Deze geven hun zwakheid toe en verontschuldigen zich. Mensen en Godsgericht. Een bode van boven. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik zeg: 'Dat komt eenvoudig hierdoor: zij hebben geen liefde, en daarom kunnen ze ook onmogelijk het juiste licht hebben. Als de mensen slechts overeenkomstig hun behoeften leefden, hadden ze allemaal genoeg. Maar omdat ze voor luxe leven en hoogmoedig zijn, lijden ze gebrek en ellende en staan bij iedereen in het krijt. Begrijp je deze eenvoudige grondwaarheid?'
Hoofdstuk 107: Gesprekken over oude en nieuwe tijden. De mensheid was nooit goed, maar wel waren er altijd enkele uitzonderingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Ik zeg: 'Ja, jullie hebben volkomen gelijk. Zo is het ook! De reden dat Ik aangekondigde oordelen vaak niet laat plaatsvinden, is, dat straffen die werkelijk plaatsvinden, de mensen zelden beter, maar meestal alleen maar slechter maken. Daarom laat Ik, als zich ook maar enkele meer rechtvaardiger mensen gelovig tot Mij wenden, de dreigementen graag in zegeningen veranderen. Daarom laat Ik ook alleen voorwaardelijk met straffen en oordelen dreigen. Vinden zij harten die ook maar enigszins aan de voorwaarden voldoen, dan is alles weer in orde. En Ik zegen dan voor weinig goeden ook veel slechten mee, opdat ze niet in de gelegenheid komen nog slechter te worden, zoals dat gewoonlijk bij oorlogen het geval is. Want oorlogen zijn steeds de beste voeding voor de onverzadigbare woekergeest en de beste school voor de wreedheid van duivelse hoogmoed.
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Hoe vaak hebt U door de mond van Uw profeten en knechten aan de kinderen van de wereld alle mogelijke oordelen als ernstige gevolgen van hun slechte handelingen laten voorzeggen. Als zich dan echter slechts enkele, betere mensen in hun hart tot U keerden, trok U Uw scherpe tuchtroede weer terug. U zegende de aarde weer en sloeg dan voor de verbetering van de kwaden een heel andere weg in dan die, welke U door Uw profeten had laten aankondigen. Jona en Jeremia geven daarover een onmiskenbare getuigenis. Bij alle goede beloften hebt U nog altijd woord gehouden. Maar bij het dreigen met straffen alleen dan, als de mensen U helemaal uit het oog hadden verloren.'
Hoofdstuk 144: De eeuwige dood, zijn oorzaak en zijn wezen. Het lot van degenen die in de derde hel ten prooi vallen aan de eeuwige dood. Het dreigen met het oordeel en de lankmoedigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42