Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1379 resultaten - Pagina 35 van 92

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[12] Als de Romeinen, die nu de aardse heersers zijn in het land van degenen die eigenlijk de kinderen van God behoorden te zijn, ook maar enigszins hadden gemerkt dat Ik een opruier zou zijn, dan hadden ze Mij al lang voor het gerecht gedaagd, want met hun scherpe ogen zien en merken ze alles wat ook maar enigszins een gevaar zou kunnen vormen voor hun heerschappij! Maar omdat ze zelfs niet het minste ontdekt hebben van al datgene waar jullie Mij van beschuldigen, komen ze Mij ook overal zeer vriendelijk tegemoet en blijken mensen te zijn, vol geloof, liefde en respect ten aanzien van Mij, Mijn leer en Mijn daden. En daarom zullen ze ook opgenomen worden in Mijn licht en Mijn leven; maar jullie zullen in de buitenste duisternis geworpen worden, zoals het geschreven staat, en daar zal veel gehuil en tandengeknars zijn!'
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Een van de gematigde Farizeeën zei nu weer: 'Meester, ik en nog meerderen van ons, zien wel in dat u een geweldige leraar bent en vrij en open spreekt zonder enig aanzien des persoons, en het is ook geheel en al waar dat aan ieder mens de juiste weg tot het leven door de profeten is geopenbaard! Wel, aan deze openbaringen zouden de mensen toch ook meer dan voldoende hebben; waarom wordt het dan toegelaten dat er nog aardse koningen en machthebbers met hun eigen slechte wereldse wetten komen en daardoor de arme, zwakke mensheid nog het meest schade toebrengen? Volgens mij zou dat echt niet nodig zijn. Want hoe de mensen volgens de wil en de onveranderlijke orde van God moeten leven en handelen, is in de openbaringen immers volledig uiteengezet. Waartoe worden dan nog die al te heers en hebzuchtige vorsten, koningen en nu zelfs keizers toegelaten?'
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Daarom probeerden ze ook met behulp van valse profeten, waarvan jullie nog een treurig overblijfsel zijn, het volk te misleiden en het blind te maken voor de ene en ware God. En daardoor kan het uit zichzelf, zonder. door God daartoe geroepen mensen, de juiste weg tot God niet meer vinden, maar leeft het verder in zijn gewoon geworden afgoderij en probeert het van zijn koning of diens gunstelingen door allerlei middelen, - ook al zijn die op zichzelf nog zo slecht -, alleen maar aardse voordelen te verkrijgen. Komt er dan, door God geroepen, een echte profeet, dan wordt die niet alleen niet als zodanig herkend, maar ook nog als godslasteraar vervolgd en vaak gedood, zoals dat bij jullie al heel vaak het geval is geweest.
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ikzelf vertelde de gasten het een en ander uit Mijn jeugd, waar alle aanwezigen in hoge mate van genoten. De aanwezige bekeerde Farizeeën en schriftgeleerden bevestigden het allemaal; een van hen vertelde zelfs in het kort van de gebeurtenis, dat Ik op twaalfjarige leeftijd alle hogepriesters, Oudsten, schriftgeleerden en Farizeeën in de tempel met Mijn wijsheid tot opperste verbazing had gebracht en hij voegde er nog de opmerking aan toe, dat men reeds in die tijd gedurende enkele jaren zelfs in de tempel stellig de mening was toegedaan, dat Ik mogelijkerwijs toch de beloofde Messias was. Maar daarna had men van Mij niets meer gehoord en meende dat Ik als een geestelijk te vroeg gewekte knaap ofwel gestorven was, of dat de Essenen Mij hadden leren kennen en in hun scholen hadden opgenomen, natuurlijk met toestemming van Mijn aardse ouders. En zo was deze aangelegenheid bij de tempel toen langzaamaan ingeslapen en pas nu, de laatste tijd, weer wakker geroepen.
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar God heeft de mensen niet geschapen als zogenaamde speelpoppen voor Zichzelf, maar als volledig aan Hem gelijke evenbeelden, die Hij uit Zichzelf in het leven heeft geroepen, niet als schepselen van Zijn almachtige willekeur, maar als ware kinderen van Zijn eeuwige vaderliefde; en Hij heeft hun de geheel aan Hem gelijke creatieve eigenschap geschonken om zich volkomen vrij vanuit de eigen levenskracht zelf volgens de eigen totaal vrije wil te ontwikkelen tot zij helemaal aan God gelijk zijn. En zie, daarom mag bij de ontwikkeling van de mensen hun vrije wil door geen enkele goddelijke dwang worden geremd, maar men moet hen zelfs onder de kwalijkste omstandigheden hun volkomen vrije wil laten behouden, zelfs ook wanneer dat Mijzelf Mijn aardse leven aan het kruis zou kosten!
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Toen richtte ik me weer tot de God der joden en vroeg Hem mijn roem en alle valse afgoden weg te nemen. Daarop kwamen ook de andere sterren als mensen naar me toe en zeiden: 'Ook wij zijn net als jij op de aarde geweest; maar wij waren arme joden, die door jouw priesters vervolgd werden; maar jij hebt ons beschermd, gaf ons geschenken en hielp ons om weer naar ons land te gaan. Nu ben jij arm en hebt van alle aardse schatten niets behalve datgene watje voor ons hebt gedaan; en daarom zijn we nu ook doordat God het toeliet naar je toe gekomen om je het goede te vergelden datje voor ons hebt gedaan; Wanneer je zonder enige roem met ons wilt meegaan, dan zul je bij ons onderdak vinden!'
Hoofdstuk 218: De geesten vertellen over de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Geheel verbluft zei toen de gestrenge hoge raadsheer tegen de geest van Julius Caesar: 'Waar bevindt zich dan voor aardse begrippen het gebied dat je nu zo getrouw hebt beschreven?'
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Overigens zijn jullie schepen voor deze tijd heel goed en zeer bruikbaar. Jullie nakomelingen zullen later nog zeer wonderbaarlijk vernuftige schepen bouwen, waarmee ze zo snel als vogels in alle richtingen over de zeeën zullen kunnen varen; maar dat zal het geluk van de mensen noch fysiek en al helemaal niet geestelijk verhogen, maar juist enorm verminderen. Blijf daarom nog maar lange tijd bij datgene wat jullie nu hebben; want een te grote verbetering in aardse dingen is altijd een ware en blijvende verslechtering wat het geestelijke betreft, wat toch het enige is dat de mens moet cultiveren met al zijn levenskracht.
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarom waren de oervaderen van deze aarde zulke gelukkige mensen, omdat ze zo eenvoudig mogelijk voorzagen in hun aardse levensbehoeften. Maar toen vooral de mensen, die in de lager gelegen dalen woonden, steden begonnen te bouwen, is daarmee ook de hovaardij in hen gevaren. Ze werden verwekelijkten, werden traag en vervielen spoedig in allerlei kwaad en daardoor in allerlei ellende. Wat voor goeds hadden ze eraan? Ze verloren God uit het oog van hun ziel en alle innerlijke levenskracht van hun geest verliet hen, zodat ze zoals velen van jullie niet meer konden geloven aan een leven na de dood van het lichaam.
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Julius Caesar zei: 'Op deze aarde zal dat door mij beschreven gebied zich wel nergens bevinden, maar toch is het zo dat het plaatselijk overal kan zijn; want waar ik ben, is ook dat gebied. Zo langzaam aan heb ik wel geleerd dat de plaats, de omgeving en alles wat mij in onze wereld als schijnbaar levenloze materie omgeeft, uit mijzelf is gegroeid -zoals in zekere zin een boom uit de aarde- of met andere woorden: ikzelf ben de schepper van de wereld die ik bewoon. Ik en mijn vrienden bewonen daarom ook eenzelfde landschap, omdat wij eenzelfde liefde, dezelfde wil en derhalve ook eenzelfde denkwijze hebben; maar op dezelfde plek kunnen ook nog talloze andere geesten wonen, en ieder in een andere omgeving. Dat is het grote verschil tussen ons, geesten, en jullie, nog aardse mensen.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Blijf daarom bij hetgeen jullie hebben! Hecht er geen belang aan en kijk vooral hoe je meer en meer op de weg van de geest kunt wandelen, dan zullen jullie daarmee de grootste en beste uitvinding gedaan hebben voor de grote scheepvaart, vanuit dit aardse naar het andere rijk, aan gene zijde, het geestelijke!
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Wend al jullie krachten en middelen ten volle aan om datgene te bereiken wat eeuwig duurt; maar zorg slechts in zo verre voor het aardse, voor je lichaam, als redelijkerwijs nodig is! Dat een mens moet eten en drinken en zijn lichaam moet beschermen tegen kou en grote hitte, is heel natuurlijk; maar wie voor het lichaam meer doet dan voor de ziel en tenslotte alleen nog maar voor het lichaam zorgt, is werkelijk een blinde en domme dwaas.
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Wanneer jullie dat nu goed hebben begrepen, vragen jullie Mij niet meer hoe je nutteloze, aardse dingen veel kunt verbeteren; want Ik ben alleen maar naar deze wereld gekomen om jullie de wegen te wijzen naar het eeuwige leven en deze goed te banen, opdat jullie er veilig en gemakkelijk op vooruit kunnen komen!"
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Wie zich in één keer dermate zou kunnen verloochenen, dat hij alles van de wereld opgeeft en -in de juiste mate -zijn schatten aan de armen zou geven alleen uit pure liefde tot God, en zich niet te buiten zou gaan aan het vlees van de vrouwen, zou waarlijk binnen heel korte tijd voleindigd zijn! Maar wie klaarblijkelijk langere tijd nodig heeft om zich van alle aardse slakken en aanhangsels te zuiveren, moet ook langer wachten tot hij de volledig gelukkig makende toestand van de ware geestelijke voleinding bereikt.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Dat is nu zo mijn ware getuigenis, waar ik voor mijzelf tot aan het einde van mijn aardse leven trouw aan zal blijven; ieder van jullie gelove en doe wat hij wil!'
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...