Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

25552 resultaten - Pagina 35 van 1704

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[75] Daar wij nu allen vernomen hebben waar het bij ieder van ons op aankomt ten aanzien van God, laten wij dat dan niet enkel aanhoren, maar hetgeen we vernomen hebben door woorden in ons eigen hart verneembaar maken, zodat het vandaar in het bloed en van het bloed in alle geledingen van ons wezen overgaat tot een levende daad. Want als iemand het ware, levende woord uit God Zelf vernomen heeft en hem daardoor de weg, ja de kortste en betrouwbaarste weg is getoond en hij bewandelt deze weg niet meteen geheel en al, dan is hij toch wel een allergrootste dwaas, een allertraagste os en een allerdomste ezel, omdat de kracht van het levende woord alleen al terwijl hij het vernam, hem gesterkt en minstens reeds voor de helft tot leven heeft gewekt, en het dan voor hem zeer gemakkelijk zou zijn om door de werkzaamheid van zijn eigen vrije wil volledig levend te worden.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[87] Al kan echter God, gezien Zijn allerhoogste heiligheid, ons ook het leven in het vlees niet teruggeven, toch heeft Hij Zich in Zijn oneindige liefde over onze geest erbarmd en heeft ons derhalve in de geest weer als kinderen van Zijn genade, erbarmen en eindeloze liefde opgenomen, opdat wij weer het eeuwige leven deelachtig kunnen worden.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Toen jij echter als jongeling de mannelijke kracht in je voelde ontstaan en je trots wilde verheffen, alsof je geroepen was om zon, maan en alle sterren met grote verachting te verbrijzelen en zo jezelf te verstrooien in het eeuwige niets, wie kwam je toen tegemoet, - wie kluisterde toen je hart voor de liefde en het leven in je, - wie leidde je toen weer voor het eerst terug in de eigen woning van het leven, - wie leerde jou toen weer opnieuw de liefde, die je moeder je geleerd had, maar die je vergeten was?
Hoofdstuk 34: Waarheid zonder liefde deugt niet voor het leven. Liefde en leven. De missie van de vrouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Dan weer nam hij stenen en sloeg die tegen elkaar, zodat daaruit niet zelden rijkelijk vlamachtige vonken sproeiden. Dat wekte zijn verwondering, waarop hij dan ook bijna alle stenen die hij vond in stukken sloeg en daarin naar het vuur zocht, maar dat ook natuurlijk nooit vond, waardoor hij tot de slotsom kwam: de hele wereld is een hongerige tijger, die altijd wil vreten, maar nooit iets voor zijn buurman wenst over te laten - behalve enkele ongenietbare dode botten!
Hoofdstuk 36: Het klankwonder in de grot en de weldadige uitwerking daarvan op Hored - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Luister, vader Adam, jij ongeboren eerste mens van de aarde, die ons allemaal geleerd heeft door je kinderen, die jou nader staan dan mensen zoals wij, dat Jehova, de meest Heilige, God is en ons aller meest liefdevolle Vader, aan wie alleen alle lof, alle roem, alle eer, alle liefde en alle aanbidding, alsmede alle offers toekomen en enkel en alleen aan Hem! Hoe kon je nu ten aanschouwen van al je kinderen, die door jou allemaal zo onderricht werden, je dusdanig veranderen en ons allen een heel ander gezicht tonen dan waar wij logischerwijze recht op hadden krachtens jouw onderricht aan ons allen gedurende de tijd dat nog geen sterfelijk oog Jehova gezien had?!
Hoofdstuk 42: In opdracht van de Heer richt Pariholi een vermaning aan Adam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Nu Hij echter, o wonder boven wonder, genade boven genade, goedheid boven goedheid, liefde boven liefde, erbarmen boven erbarmen, zichtbaar in ons midden wandelt, ons leert, leidt, voedt en te drinken geeft door de uitstroming van Zijn oneindige vaderliefde, - nu Hij in het centrum van Zijn buitengewone mildheid tot ons, armzalige kinderen, kwam en ons dode wezens zulke grote beloften gaf en, als we dat maar willen, zelfs het eeuwige leven geeft, - nu pas laatje ons blijken hoe volkomen leeg jouw tot ons gerichte leer was en hoe gering je achting voor God, omdat je nu in Hem juist datgene wilt ontkennen wat Hem naar ons allen toe heeft geleid door Hemzelf?!
Hoofdstuk 42: In opdracht van de Heer richt Pariholi een vermaning aan Adam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Begrijp nu dat Ik niet als Rechter naar jullie toegekomen ben, maar als liefdevolle, heilige Vader om met eigen hand aan alle kinderen reeds op aarde het heerlijke, heilige zaad voor het eeuwige leven te geven; dan zul je eindelijk in je eigen vlammende hart duidelijk inzien dat Rechter en Vader in het liefhebbende hart van de kinderen in eeuwigheid nooit één worden, dat altijd alleen de Vader of alleen de Rechter het leven beheersen moet, de Vader tot het eeuwige leven - en de Rechter tot de eeuwige dood van de geest der liefde.
Hoofdstuk 44: Abedams woorden over de `Vader' en de `Rechter' in Hem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] In grote liefde ontstoken snelden allen nu op Abedam toe. Hij omarmde hen allen, zegende hen en drukte hen vervolgens tegen Zijn borst en zei toen legen alle omstanders: 'Kinderen, laat allen die hier zijn hiernaar kijken: zoals Adam en deze familie Garthilli nu reeds aan Mijn borst een eeuwig leven ademen in de geest van hun grote liefde en allergrootste deemoed en zoals eveneens Henoch, Jared, Lamech, Seth, Methusalah, Enos, Kenan, Mahalaleël, Abedam de bekende, Sethlahem, Kisehel en zijn broers, Jura, Bhusin, Ohorion, Zuriël, Uranion, Gabiël en zijn broers Lamel en Hored, en met hen ook hun vrouwen en kindertjes en kinderen dat ademen, zo zullen allen een eeuwig leven ademen in de geest der liefde tot Mij en in alle waarheid die daar uit voortkomt!
Hoofdstuk 46: Hoe men moet bidden. Het wezen van God en van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Diegene van jullie, kinderen, die voortdurend zal roepen: `Heer, Heer, God van alle gerechtigheid, God van genade, God van liefde en alle erbarmen!', die zal Ik weliswaar niet verwerpen en Ik zal hem het leven laten, - maar het zal zeer moeilijk voor hem zijn ooit hier aan te komen in het oord van het volkomen zalige vrije leven.
Hoofdstuk 46: Hoe men moet bidden. Het wezen van God en van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Na deze woorden van Garbiël liet Abedam hen allen weer van de grond opstaan en zei tegen hen: 'Kinderen, nu is het tijd dat jullie Mij naar de hoogte volgt, opdat Ik jullie daar innerlijk in tegenwoordigheid van alle vaderen een andere zin in Mijn bedoeling met jullie zal tonen!
Hoofdstuk 52: Garbiëls goede toespraak over de goddelijk-vaderlijke Geest in de woorden van Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Toen nu de vaderen die wens van Abedam hadden vernomen, strekten alle vaderen, vrouwen en kinderen hun armen naar de twaalf uit en zo werden zij op de meest liefderijke manier opgenomen.
Hoofdstuk 54: De vaderen ontvangen de twaalf. Seths spraakgebrek door Abedam genezen. De spijziging van de twaalf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Dat heb je ook gezien, toen je zag hoe in Mijn licht van liefde en genade al deze op jou lijkende wezens naar je toe drongen en spoedig geheel één met je werden en datje toen in deze hereniging pas in staat was, als een zodanig voltooid mens weer de vaderlijke stem van Mijn geest in je te horen, die je meedeelde wie Ik ben, waar Ik ben en waar en waarvandaan alle dingen zijn en wat ten slotte jijzelf bent of moet zijn en worden.
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen echter Purhal en alle anderen deze woorden van Abedam hadden vernomen, werden zij bijna stom en wel zodanig dat, uitgezonderd Henoch en Adam, er nagenoeg niemand was die het zou hebben gewaagd Abedam ook maar met één woordje te antwoorden, ofschoon Abedam alle kinderen als de enig ware, goede en meest liefdevolle Vader hoogst vriendelijk aankeek.
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] O luister, jullie allen, mijn lieve broeders en zusters, mijn natuurlijke vader, moeder en kinderen en verheug je met mij; want de Heer, onze grote God en allerheiligste en liefdevolle Vader is onvoorstelbaar goed, zachtmoedig en vervuld van het grootste geduld; daarom heeft Hij mijn tong los gemaakt en wil uit mijn mond nu weer datgene vernemen wat alleen Hij al tevoren in mijn hart gewekt heeft!
Hoofdstuk 72: Oalims visioen: drie harten in elkaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Anderen weer nemen het grote begrip van het kindschap Gods zo ruim, dat zij zichzelf en alle schepselen als Mijn kinderen beschouwen.
Hoofdstuk 83: Een kind van God te zijn is hoger dan Gods broeder of Gods knecht te zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...