Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 35 van 53

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[5] Kijk, als bij jullie in de zomer alle vegetatie in het wit tevoorschijn zou komen en wel zo wit als de sneeuw in de winter, dan kan ik jullie stellig verzekeren dat jullie overdag niet naar buiten zouden kunnen gaan zonder binnen korte tijd door de buitengewone sterkte van het licht totaal te smelten en op te lossen, want de stralen van de zon vallen tijdens de zomer te intensief op het oppervlak van dat deel van de aarde dat jullie bewonen. Maar in de winter heeft de witte kleur een goede uitwerking, want zonder deze kleur zou het licht te weinig effect hebben en na verloop van tijd zou de kou zo zeer toenemen, dat jullie het onmogelijk in de buitenlucht zouden kunnen uithouden. De witte kleur van de sneeuw echter werpt het licht weer terug en zo wordt de lucht achteraf opgewarmd.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] We zijn op de plaats van bestemming; wat zeggen jullie wel van dit schouwspel? Heeft een op aarde levend mens met zijn ogen, ik bedoel de ogen van zijn ziel, ooit in zijn allerstoutste fantasie ooit iets dergelijks ook maar kunnen vermoeden?! Kijk, dit nog buitengewoon grote, ronde plateau waarop we ons bevinden, straalt zachtgroen, en dit stralen is geen golvend, maar een rustig stralen. Waarmee zou men deze vloer kunnen vergelijken? Misschien met buitengewoon mooi gepolijst smaragd? O, wat een zwakke vergelijking zou dat zijn. Zou men de vloer misschien moeten vergelijken met het allerfijnste zijdefluweel, dat straalt alsof de draden waarvan het gemaakt is van groen goud zouden zijn? Ik zeg, ook deze vergelijking is zwak en is hier niet op zijn plaats. Ja, met aardse vergelijkingen zullen we hier beslist niet verder komen. We zullen dus wat hoger moeten grijpen; we zullen onze handen ver in de eindeloze ruimte moeten uitstrekken, om daarin enkele planetaire zonnen aan te treffen, die met zo'n groen licht de haar omgevende hemellichamen verlichten. Ja, een zon moet het zijn en deze zou als een vlakke schijf hier neergelegd moeten worden; dan is de vergelijking juist.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] In de eerste plaats lijkt het of de galerijen uit louter sterren bestaan, waaruit heel stevige versierselen zijn gevormd die dan daarna lijken te zijn samengevoegd tot een bruikbaar geheel. De sterren hebben een buitengewoon heldere glans en stralen in duizenden kleuren door elkaar. De wenteltrap binnen de zuilenrondelen lijkt enkel uit lijnen van sterren te zijn samengesteld en tussen deze sterrenlijnen is geen ander vast materiaal te zien. Dat is echter ook alles, voorzover onze taal tenminste toereikend is om alles wat we hier zien onder woorden te brengen. Maar wat de versiering in het midden van het rondeel betreft, die we ook wel zien, dat is een voorwerp dat te hoog boven de horizon van ons spraakvermogen ligt en daarom kunnen we het ook absoluut niet beschrijven.
Hoofdstuk 40: Overgang van de liefde in de wijsheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Wat gebeurt er echter na verloop van tijd met deze uitgegroeide mens? Hij wordt uit zijn wankele bodem gehaald en begraven op de begraafplaats achter de lanen der beproeving. Of begrijpelijker gezegd: alles wat tot de materie behoort, wordt weer door de materie verzwolgen en niemand bekommert zich om de vruchten welke de door de materie weer opgenomen materie nog een tijdlang voortbrengt. Alleen de vruchten welke de boom in de bakken droeg, worden bewaard als zijnde hoogwaardig.
Hoofdstuk 37: Vierde verdieping. De gewone mens en de goddelijk-geestelijke mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] En kijk, hier is deze zaadkorrel van de eerste verdieping al in de aarde gelegd en er is al een klein boompje uit gegroeid. Het geeft de toestand weer van de mens, hoe hij een moreel wezen wordt zodra hij enige kennis omtrent God in zich heeft opgenomen, waardoor hij dan ook al voor een toekomstig vruchtdragen geschikt is, zoals het bieden van woonruimte aan de vogels van de hemel. Zo zullen jullie op deze tweede verdieping verhoudingsgewijs ook al het andere aantreffen.
Hoofdstuk 35: Tweede verdieping. Geestelijke vooruitgang, uitgebeeld door de paleisinrichtingen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Jullie zeggen: lieve vriend en broeder, wij vinden geen woorden om te beschrijven wat zich daar allemaal op wonderbaarlijke wijze voor onze armzalige ogen ontvouwt! Wij zien een vlakte vol golvende glans en vanuit elke golf sproeien miljoenen stralen over elkaar heen, allemaal in verschillende kleuren. De stralen grijpen in elkaar en er ontstaan vormen die ook weer oplossen. De vormen gaan hier en daar in elkaar over, waardoor er weer nieuwe vormen ontstaan.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Wanneer jullie een rood vlak met heel fijn glaspoeder zouden bestrooien, dan zou het vlak al gauw niet meer rood, maar blauwachtig lijken. Om deze zaak echter nog beter in te zien hoeven jullie slechts het sap uit zo'n blauwe vrucht te halen, dan zullen jullie heel gemakkelijk ontdekken dat de basis van blauw volkomen rood is. Nog duidelijker echter kunnen jullie zien hoe bij het morgen- en avondrood de blauwe kleur van de lucht bij een bepaalde beweging van de stralen, gemakkelijk in de rode overgaat. Daarom kan dan ook de blauwe kleur slechts als een wazige omhulling van de rode worden gezien.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Maar het vervaardigen van vlámmend goud is op aarde absoluut onmogelijk. Dat lukt zelfs niet op planetaire zonnen, maar slechts op centrale zonnen, waar het licht in een voor jullie onmeetbare intensiteit thuis is. Daar is dan ook elk doorzichtig lichaam in staat om voortdurend te vlammen, omdat het het licht dat het in zich heeft opgenomen uit het hem omgevende licht, nooit kan verteren. Zo ontstaat er door zo'n voortdurend conflict tussen licht en licht een dergelijk vlammend effect, waardoor het lijkt alsof de materie voortdurend in brand staat. Raakt men deze materie echter aan, dan is zij volkomen vast en niet in het minst warm; in tegendeel, hoe vlammender iets is, des te koeler het is.
Hoofdstuk 34: Eerste verdieping. Bijzonderheden van het paleis en hun overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Ja, lieve vrienden en broeders, zo is het ook in dit geval. Alles wat jullie hier in beweging zien, is slechts een spel van het licht, dat op de centrale zonnen bijzonder sterk aanwezig is en wel des te sterker naarmate een plek dichter bij de evenaar van zo'n centrale zon ligt. Daarom bestaat er hier een materiaal met een bijzonder vaste structuur dat een glans aanneemt, sterker dan het fijnste diamant bij jullie. Wanneer zo'n groot oppervlak dan behoorlijk gepolitoerd is, neemt het ook des te begeriger de krachtige lichtstralen op uit de lichtether die zo'n zon omgeeft, en werpt dan als het oververzadigd is, deze stralen weer terug. En zo ontstaat er uit het heen en weer stralen zo'n golvende werking, die zich van dichtbij gezien tot allerlei lichtvormen en door elkaar bewegende golven ontwikkelt, van veraf gezien echter tot cirkels. Waarom wel? Omdat in de verte alle bewegingen en alle vormen steeds meer vervlakken, iets dat jullie op jullie aarde al uit verschillende verschijnselen kunnen opmaken.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[23] Er zijn zeker heel veel mensen op aarde die al lang de waarheid in haar stralende licht hebben herkend, maar toch kunnen ze zich niet losmaken van de wereld, want haar stralen bekoren hen te zeer. Hoeveel verlokkend klatergoud deze wereld echter in zich bergt en hoe dat eruitziet, kan een wat nauwkeuriger beschouwing van dit monument jullie haarfijn laten zien. Eigendommen, geld, allerlei comfort, overvloedige maaltijden, mooie vrouwen, elegante kleding en nog veel meer van dergelijke zaken zijn nog heel machtig klatergoud van de wereld, zelfs al voor behoorlijk verstandige mannen. Over vrouwen praten we maar niet, want bij hen heeft de domheid meestal haar oorspronkelijke woonplaats.
Hoofdstuk 30: Voortzetting van de tocht op de zon. Twee obstakels bij het bidden: gebrek aan inzicht en liefde voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk toch eens, dit altaar. Het is ongeveer een klafter hoog en bestaat uit louter ronde staven, die zijn gemaakt van een heel sterk glanzend materiaal dat met deze karakteristieke eigenschappen zeker op geen ander hemellichaam voorkomt. Kijk eens naar die staven. Ze zien er niet eens stevig uit, maar het lijkt wel of ze uit louter neerwaarts schietende waterstralen bestaan, die echter zogezegd zonder gespetter in gouden trechters neerwaarts vallen. De vlammende beweging van de stralen in deze ronde staven ziet er bijna uit alsof deze staven slechts ronde waterstralen zouden zijn, die, zoals het wel lijkt, van een of andere plaats door een zuil in het midden opwaarts gaan en hier, zoals we zien, volgens de regels van de waterbouwkunde naar beneden vallen. Om ons er echter van te overtuigen, pakken we de staven met de handen vast - en kijk, alles is slechts de karakteristieke eigenschap van het materiaal. Dat heeft een zodanig vlammende beweging in zich, dat het lijkt alsof het zuiver stromend water is; op zich is het echter hard als diamant.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Want het witte licht van de rivier is nog helemaal zuiver etherisch, of als jullie dit beter begrijpen, het is in zichzelf ether die nog niets anders in zich heeft opgenomen maar desondanks in ongedeelde toestand alles in zich heeft, evenals het water een drager is van alles wat de aarde maar te bieden heeft.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Jullie zouden wel willen weten of deze bomen vruchten dragen. Deze bomen dragen geen vruchten, maar hun groene uitstraling verbindt zich met de witte stralen van de rivier en maakt de witte uitstraling daardoor intensiever, levendiger en tot in eindeloze verten werkzamer. Het is bijna hetzelfde als wanneer iemand met het witte licht van zijn geloof het daarmee verbonden groene licht van de hoop beschouwt en daardoor inziet dat het geloof daardoor meer verzadigd en ook levendiger wordt, want een geloof zonder hoop is een onverdraaglijk licht. Door de vereniging van deze twee lichten heeft er tevens een verwekking van de liefde plaats, want wie gelooft en hoopt, begint ook diegene lief te hebben in wie hij gelooft en op wie hij vertrouwt.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Nu nemen we weer een ander mens die, wat zijn liefde tot de Heer betreft, heel koud is. Deze lijkt wel op een planeet; er is heel veel stoot- en drijfkracht nodig voordat deze in een regelmatige levensbaan terechtkomt en zich dan langzamerhand door de van buitenaf op hem inwerkende stralen laat verlichten en verwarmen.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Zijn woorden zijn ons bijgebleven en wij hebben ze in ons sterrenschrift bewaard. Jullie kunnen in mijn huis gaan en staan waar je maar wilt, en dit sterrenschrift zal jullie door zijn heldere glans tegemoet stralen en de innerlijke wijsheid van jullie geest altijd opnieuw doen opleven.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...