Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1782 resultaten - Pagina 35 van 119

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[8] Wil je buiten in de natuur niet door stekende insekten lastig gevallen worden, was en reinig je dan van die dwaze honinglaag, dan zul je met rust gelaten worden; en als je niet door demonen, die je ziel zwak maken, lastig gevallen wilt worden in je uitstralende levenssfeer, maak dan de jou bekende orde van de Heer tot je levensprincipe, dan verzeker ik je, dat geen enkele demon in de buurt van je levenssfeer zal komen!
Hoofdstuk 96: Demonen en hun invloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] IK zeg: 'De wijze Salomo zei ooit: ' Alles heeft zijn tijd!', en zo heb ook Ik Mijn goede en zeer nauwkeurig ingedeelde tijd, en Ik zal daarom dit keer niet aanjouw verlangen kunnen voldoen; want kijk, in het grote land van de joden zijn veel steden, plaatsen en dorpen, die allemaal door mensen bewoond worden! De meesten weten nog niets van Mij, zijn ook Mijn kinderen en wachten vaak al op de komst van de Vader uit de hemelen, en zullen ook zeer verheugd zijn als Hij door hen, zoals ook nu door jullie, gezien wordt. Maar, Mijn innige vriend, het is zeker niet zo, dat er helemaal niet aan je verlangen tegemoet gekomen wordt! Omdat jullie Mij zozeer liefhebben, wil Ik nog deze hele nacht en van de dag van morgen nog drie uur bij jullie blijven, omdat het ook Mij een gelukkig gevoel geeft om bij jullie te zijn; maar langer dan drie uur is in geen geval mogelijk, want zoals gezegd: Op deze wereld heeft alles zijn tijd en zijn orde!'
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] ROCLUS zegt: 'Over wie anders? Jullie zijn immers satans zwarte gespuis en kunnen daarom geen licht verdragen! Hoe durven jullie de Heer en Meester van eeuwigheid, die jullie daarvan al zoveel buitengewone bewijzen met woord en daad heeft geleverd, met jullie oude walgelijke venijn zo schandelijk bezoedelen?! Vrezen jullie dan niet dat zelfs de aardbodem zich hiervoor op jullie zal wreken?! Wie kan Hij zijn, die de berg in zee toeroept: 'Verga en ga te gronde!', en op hetzelfde moment gaat de berg te gronde?! Kan een duivel - volgens jullie opvatting - ooit deemoed en de hoogste liefde tot God en de naaste prediken?! O, jullie enorme ossen en ezels tegelijk, hoe vreselijk woest en verward moet het er in jullie hersenen uitzien, dat jullie niet inzien dat een duivel, als er volgens jullie opvattingen ooit een bestaan heeft, ten opzichte van God de Heer het meest machteloze en daarom allerarmzaligste wezen moet zijn naarmate het verder van de orde van God afstaat!
Hoofdstuk 93: Roclus richt scherpe woorden tot de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Ik zeg je: leder mens wordt pas door zichzelf slecht en ontrouw aan de goddelijke orde! Daar gaat meestal wel een totaal verkeerde opvoeding aan vooraf, waardoor hij in allerlei slechte neigingen terecht komt en vervolgens in allerlei ware zonden. Daardoor zet hij dan echter ook zijn deuren open voor alle slechte vreemde invloeden en kan op die manier tot op de bodem van zijn zielsleven bedorven worden en ook blijven, -maar altijd alleen maar, als hij het zo wil.
Hoofdstuk 97: De vrije wil van de mens. De hulp van de goddelijke genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En dat er dan ook aan gene zijde door de Heer zover dit overeenstemt met Zijn orde, al het mogelijke wordt toegelaten om een verdorven ziel te genezen, kun je je wel voorstellen; want de Heer heeft geen enkele ziel voor het verderf, maar alleen voor de grootst mogelijke levensvervolmaking geschapen. Maar wat je ook moet onthouden is, dat geen enkele ziel in de hele onmetelijke scheppingsruimte door directe, geheel onvoorwaardelijke erbarming tot vervolmaking van haar leven kan komen, maar enkel en alleen door haar eigen wil! De Heer laat de mens wel allerlei hulpmiddelen toespelen; maar dan is het aan de mens om deze als zodanig te h.erkennen, ze met zijn eigen wil op te pakken en ze zelf helemaal eigenmachtig te gebruiken!
Hoofdstuk 97: De vrije wil van de mens. De hulp van de goddelijke genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar de wil van de mens, alsook zijn inzicht en vertrouwen, moet dan geheel en al gepaard gaan met uiterste vastberadenheid. Want anders blijft het bij de orde volgens welke iedere ziel zichzelf moet helpen met de geboden. middelen, omdat Iedere vreemde instroming in de huishouding van de eigen wil noodzakelijkerwijs tot gevolg heeft, dat er aan het wezen van de zielonmiskenbaar afbreuk wordt gedaan. Want als de ziel zichzelf moet ontwikkelen volgens de eeuwig noodzakelijke ordening van de Heer , dan moet ze zich ook zelf ontwikkelen en voltooien met de aangereikte middelen, zoals ook ieder mens op aarde zelf de voeding voor zijn lichaam moet zoeken, herkennen en tot zich nemen, als hij zijn aardse leven in stand wil houden.
Hoofdstuk 97: De vrije wil van de mens. De hulp van de goddelijke genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wat de ziel zich dan eigen maakt langs deze weg, die een juiste weg is in overeenstemming met de orde van God, dat is en blijft haar dan volledig eigen, en geen tijd en geen eeuwigheid kan het haar meer afnemen. Maar wat de ziel nooit zelf door haar wil en door haar kennis heeft kunnen verkrijgen, zoals bijvoorbeeld het uiterlijke, organische lichaam en hiermee zo menig uiterlijk aards voordeel, dat kan ook niet blijvend van haar zijn maar het zal haar genomen worden zoals het haar gegeven werd.
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Als je het juiste van Gods orde wilt, inziet en liefhebt, dan zul je langs deze weg ook altijd tot de realiteit kunnen doordringen; als je echter wilt, inziet en liefhebt in strijd met deze orde waarin alleen realiteit en werkelijkheid geboden wordt, dan lijk je op iemand die wil oogsten van een akker waar nooit graan op werd gezaaid, en tenslotte moet je het alleen aan jezelf toeschrijven als je levensoogst nul is geworden. -Zeg me nu, of het voor jou duidelijk is!'
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ja, mensen die maat weten te houden en hun grenzen kennen, zullen alles hebben en zich allerlei gerieflijkheden voor het aardse leven verschaffen en hun handen sparen voor zware werkzaamheden, om zo des te meer tijd te verkrijgen voor de bewerking en veredeling van hun hart en ziel, en ze zullen allen op gelijke wijze gedurende hun hele leven vol vreugde zijn in Mijn naam; en onder hen zal niemand lijden en treuren, behalve iemand die moedwillig zondigt tegen iedere bestaande orde in Mijn naam!
Hoofdstuk 108: Het tijdperk van de techniek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Zie, dat is blinde moedwil, en het kwade gevolg daarvan wordt niet veroorzaakt door Mijn wil, maar door de onveranderbare wet van Mijn eeuwige orde, die met op een speciale plaats, en al helemaal niet in het algemeen opgeheven kan worden! Of denken jullie soms dat Ik het vuur zijn vernietigende hitte moet afnemen, opdat een dwaas die zich in het vuur stort geen schade zal lijden?! Of moet Ik het water de eigenschap ontnemen dat het water is waarin de mens spoedig stikt, als hij er ofwel door eigen onvoorzichtigheid, of door geweld van iemand anders of moedwillig invalt?!'
Hoofdstuk 108: Het tijdperk van de techniek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar waarin zal die dan uiteindelijk oplossen? In het vuur van Mijn wil, en vanuit deze uiteindelijke oplossing zullen dan alle hemellichamen terugkeren naar hun vroegere orde en dienstbaarheid, maar geestelijk, en dan zullen ze geestelijk eeuwig voortbestaan in al hun pracht, grootsheid en wonderbaarlijkheid.
Hoofdstuk 112: De materiële werelden zullen ooit in geestelijke veranderd worden. Kinderen en schepselen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] En voordat de Romeinen hier waren, had het grote land van de joden een groot aantal van zulke kleine machthebbers die zonder uitzondering allemaal uitgesproken tirannen waren voor hun kleine volkjes, die in de grootste materiële en geestelijke nood verkeerden; dag in dag uit werden ze opgejaagd, al naargelang het humeur en de willekeur van hun tiran waarover deze tegenover niemand verantwoording hoefde af te leggen. Waren de Romeinen als heidenen hier soms geen ware hemelsboden, toen ze hier kwamen met een machtig leger en afrekenden met deze honderden gewetenloze kleine tirannen?! Zij gaven toen verstandige en blijvende Wetten, waardoor ieder mens naar goede orde heer over zijn eigen bezittingen was; hij betaalde zijn matige belasting en kon dan ongehinderd zijn zaken regelen naar eigen believen, - natuurlijk wel volgens het geldende recht.
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Deze mensen hebben ook af en toe op dromen gelijkende vermoedens dat er ergens kinderen van de allerhoogste, eeuwige geest bestaan,.en ze koesteren heel in het geheim ook niet zelden het verlangen om tegen iedere prijs Mijn kinderen te worden; maar meestal is zoiets absoluut onmogelijk. Want alles moet in de eigen orde blijven bestaan, zoals bij een mens, bij wie ook de delen en organen van het kniegewricht niet in de edele ogen van het hoofd veranderd kunnen worden en de tenen van de voeten in ieder geval niet gemakkelijk in de oren. Alle ledematen van het lichaam moeten blijven wat ze nu eenmaal zijn; en ook al verlangen de handen nog zo zeer om ook te kunnen zien, dat helpt niets, -ze blijven geheel gezond en gelukkig blinde handen, krijgen echter toch ruim voldoende licht door de edele ogen in het hoofd. .
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zo zou het ook in de algemene, grote scheppingsorde slechte gevolgen hebben, als Ik toeliet dat mensen van andere werelden Mijn allereigenste hartskinderen zouden worden. Een enkele keer is er wel zo'n toelating mogelijk; maar daar zijn grote louteringen voor nodig en vergaande voorzieningen en voorbereidingen! Het eerst krijgen ofwel de zielen van deze zon deze genade, of de aartsengelen die de plicht hebben om hele hulsglobes te beheersen en te leiden en in stand te houden volgens de beste orde die in een gericht heerst. En hoe geweldig groot ze ook in alles zijn, ze moeten er genoegen mee nemen om hier evenals Ik klein te zijn en ze moeten zich iedere deemoediging laten welgevallen.
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar om je het denken een klein beetje gemakkelijker te maken, zal Ik jullie op soortgelijke verschijnselen op deze aarde wijzen. Kijk eens naar de inrichting van het leger, dan heb je al zo ongeveer de inrichting van een hulsglobe met haar centraal en oercentraalzonnen! Daar staat zo'n aanvoerder van slechts tien a dertig soldaten, -en daar weer een andere aanvoerder, al iets groter, die het bevel voert over tien aanvoerders van de eerste orde. De eerstgenoemde aanvoerder is te vergelijken met een planetaire zon, en de tien a dertig gewone soldaten staan ongeveer gelijk met de planeten die om een zon cirkelen. De tweede, iets hoger geplaatste aanvoerder van de zojuist genoemde tien troepen is al te vergelijken met een systeemcentraalzon*,(*oorspronkelijk: Systemzentralsonne) waar omheen zich op verschillende afstanden een heleboel planetaire zonnen met hun vaak vele planeten bewegen. Deze planetaire zonnen, die om een grote centraalzon bewegen, vormen samen met hun ene centraalzon een zonnegebied; dit moeten jullie nu goed onthouden om het volgende beter te kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...