Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 35 van 147

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[11] En zo kunnen jullie niets aan de mens vinden wat vergankelijk en begrensd is, maar alleen wat veranderlijk is op weg naar een bepaald geestelijk doel, en zodoende is het best mogelijk dat een mens oneindige en eeuwige zaken, tijd, ruimte, kracht, licht en leven heel goed begrijpt, omdat dit allemaal in hem aanwezig is.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Hoeveel weldaden genieten valse leraren niet van lichtgelovige mensen; ze doen alsof ze heel wat begrijpen en vinden zodoende een groot aantal toehoorders die hen bewonderen, en gewoonweg om het hardst bij de leraar proberen op te vallen door hem allerlei geschenken te geven! Hoeveel te meer zullen ze dat doen voor een leraar die hun de grootste geheimen van het leven grondig en goed begrijpelijk kan bijbrengen en uitleggen, theoretisch en natuurlijk, en als het moet ook praktisch. Dat wil ik graag, daar sta ik altijd voor klaar; maar natuurlijk moet ik eerst zelf grondig weten waar het bij deze hele aangelegenheid om gaat. Wel, hardhorig ben ik niet, en ook niet traag van begrip; wat Aziona en Hiram begrijpen, dat zullen ook ik en al mijn buren begrijpen. Maar natuurlijk, er wordt bij ons nooit een kat in de zak gekocht en 's nachts geen koop gesloten voor schapewol! Welnu, vriend en meester, waaruit bestaat eigenlijk precies uw zaak en uw, laten we zeggen - nieuwe leer?"
Hoofdstuk 214: Licht en bijgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zie, dat is nu iets in Mijn nieuwe leer wat in een dergelijke volheid in volmaaktheid vanaf het begin der wereld nog nooit onder de mensen is waargenomen! Kijk maar hier, Ik heb geen gereedschap bij Me en geen geheime zalfjes en poeders, in Mijn kleed en Mijn mantel is geen zak te vinden en ook bij Mijn leerlingen is van dit alles geen sprake, - ja, we hebben en gebruiken zelfs geen stokken en lopen altijd blootsvoets!
Hoofdstuk 216: De wonderbaarlijke kracht van het woord. Onderwijzen is beter dan wonderen doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Je ziet met je scherpe ogen dat Ik, zoals alle anderen en ook zoals jij, slechts een heel eenvoudig en ongecompliceerd mens ben. Ik eet, drink, ga gekleed zoals de Galileeërs en spreek met dezelfde woorden als waarmee jij spreekt. Daarin kun je geen verschil vinden tussen Mij en jou; maar ook al vul jij als je spreekt je woorden met een rotsvaste wil, dan zullen het toch alleen maar woorden blijven waarop hoogstens met veel moeite ook een handeling zal volgen, maar zeker met een slechts uiterst mager effect. En zie, dat is bij Mij hemelhoog anders! Wanneer Ik een van Mijn woorden met Mijn wil vervul of een van Mijn gedachten, die eigenlijk ook enkel woorden van de geest zijn, dan moet op dit woord ook zonder dat Ik maar de geringste handeling verricht al direct de complete daad volgen!
Hoofdstuk 216: De wonderbaarlijke kracht van het woord. Onderwijzen is beter dan wonderen doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen Ik dit aan het drietal uitlegde zei AZIONA: 'Nu, als ze dat grote schip hier vinden, kunnen we beter een goed heenkomen zoeken, anders zijn we allemaal verloren!"
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar AZIONA zei: 'Heer, zie, ze zijn nu wel uit het zicht verdwenen, maar ze zullen terugkomen zodra de wind gaat liggen! O, deze mensen zijn als een slecht geweten en hardnekkig als een kwaadaardige ziekte! Die laten hun plannen en hun doel nooit varen en als deze het niet zijn, - die hun zoeken nauwelijks zullen opgeven -, dan zullen er binnen de kortste keren wel weer anderen komen die hetzelfde doel nastreven; en als ze dat schip hier vinden, ziet het er slecht voor ons uit, want tegen het geweld van de machtigen bestaat geen recht! Ik zou dat hele zondaarsschip liever helemaal vernietigen dan met het bezit ervan steeds in angst te zitten!"
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Want ook al wordt er zeker naar Jeruzalem bericht dat degenen die er op uitgestuurd zijn om Mij op te sporen ergens aan zee verongelukt zullen zijn, omdat men ondanks al het zoeken niets meer van hen kan vinden dan zal in de tempel slechts door de speciaal daarvoor aangestelde tempeldienaren, zowel mannen als vrouwen, drie uur lang ceremonieel geweeklaagd worden en daarna denkt niemand in de tempel meer aan de verongelukten, maar men zal echter weer anderen voor hetzelfde doel uitsturen, hen uitrusten met volmachten, geld en de nodige wapens en hen wegzenden met allerlei strenge opdrachten; dezen trekken er dan op uit en keren meestal onverrichter zake weer naar huis terug, of vaak ook helemaal niet, zoals zij die ons gisteren bezochten. -Nu weet je precies hoe de zaken er voor staan, en kun je zonder schroom behouden wat Ik je geef en wat Ik voor je bescherm en veilig stel"
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Toen zei IK verder: 'Dus zijn wij als kinderen vrijgesteld! (Matth. 17,26) Maar om deze hebzuchtigen niet te ergeren, en omdat jij volgens de verzekering van je familieleden ook thuis absoluut geen geld bezit, moet je een stevige vishaak nemen, naar de zee gaan en de haak uitwerpen; de eerste vis die je naar boven haalt moet je nemen; als je zijn bek opendoet zul je er een stater in vinden! Neem deze, breng hem weg en geef hem aan de tollenaar voor Mij en jou!" (Matth. 17,27)
Hoofdstuk 243: Petrus en de tollenaar (Ev.Matth. 17, 24-27) De Heer in het huis van Simon Petrus (Ev. Matth. hfdst. 18) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En wie zo'n arm kind opneemt in Mijn naam, waarlijk, die neemt Mijzelf op! (Matth. 18,5) En wie één van deze kinderen, al zijn ze nog ze onaanzienlijk, ergernis geeft door wat dan ook, terwijl ze nu meer aan Mij geloven dan jullie zelf, kan beter met een molensteen om zijn nek verdronken worden in de zee, waar het 't diepste is. (Matth.18,6) Waarlijk Ik zeg jullie: Wee de wereld vanwege haar ergernis; want ze zal juist in degenen die zij ergernis heeft gegeven haar onverbiddelijkste rechters vinden!"
Hoofdstuk 244: De grootste in het hemelrijk. Over de ergernissen (Ev. Matth. 18. 1-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En zie, zo is het ook bij God, ofschoon Hij door Zijn almachtige wil alles wat de oneindige ruimte bevat heeft geschapen uit de eeuwige volheid van Zijn eeuwig talloze gedachten, ideeën en begrippen en het als buiten zichzelf heeft geplaatst door de vastheid van Zijn wil! En als dit alles voor eeuwig zo zou moeten blijven als het nu is, namelijk in het starre gericht en de dood, zou dit alles gelijk zijn aan het verloren schaap, dat echter nooit meer ergens te vinden zou zijn. En wat voor genoegen en vreugde zou een eeuwig dood, materieel schepsel God dan bieden?
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] En Ik denk dat jullie en dat iedereen in alle mogelijke kritische levensomstandigheden en ook temidden van duizend verschillende vaak zeer met elkaar in tegenspraak zijnde wereldse wetten, door deze regels die Ik jullie nu gegeven heb, heel goed de weg zullen kunnen vinden!'
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[20] En IK sprak: 'Welnu dan, het geschiede volgens jullie wil en geloof! Ga nu naar jullie vele zieken en overtuig je ervan of er in jullie huizen en slaapplaatsen nog ergens een zieke te vinden is!' (Matth. 19,.2)
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] DE WAARD zei: 'Ik heb u begrepen; alleen moet ik nog een bijzondere vraag stellen, namelijk: Wat is de waarheid? Ja, de zuivere waarheid zou de mens zeker absoluut vrij maken, -maar waar kan ik haar vinden, wie kan mij haar laten zien, wie geven?"
Hoofdstuk 254: De Heer met de Zijnen in het huis van de Griekse herbergier. Waarheid maakt vrij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Dit gebeurde en HET GENEZEN MEISJE stond van haar bed op, trok snel het hoogstnodige aan, liep toen snel naar Mij toe, pakte haastig Mijn hand en drukte die met tranen van dankbaarheid tegen haar mooie mond en haar hart, en zei toen snikkend van dankbaarheid en grote, zalige vreugde: 'O, waarachtig almachtige vriend en meester! Daar u alles mogelijk is, zal het u ook niet onmogelijk zijn om in mijn hart te kijken; daar zult u in het gloeiendste liefdesschrift de dank geschreven vinden die ik u eeuwig verschuldigd zal zijn!"
Hoofdstuk 262: De genezing van de kreupele dochter van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Onderweg zei DE WAARD: 'Heer en Meester! Zou U het niet prettig vinden als we over deze kleine hoogte en derhalve via een kleine omweg naar huls hepen? Want vanaf deze hoogte geniet men waarlijk een buitengewoon heerlijk uitzicht; men kan daar zelfs ook Jeruzalem zien, ook een deel van de Zee van Galilea, en bij zeer helder weer kan men zelfs de grote Griekse Zee zien! Als U het zou willen, Heer, zou ik U nu graag deze plek laten zien, die voor mij een echte plaats van zaligheid is!"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...