Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36880 resultaten - Pagina 35 van 2459

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[4] Ja, heer, aan ons zult u leerlingen hebben met een onbuigzame wil en ernst! O, zeg ons maar zo spoedig mogelijk wat wij moeten doen, dan zullen wij dat doen met de onverstoorbare moed die alleen maar te vinden is bij mensen die gewend zijn de dood altijd met de grootste koelbloedigheid in de ogen te zien!'
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Want luister: Wat heeft de mens aan alle schatten van deze aarde, als hij die toch al gauw voor altijd en eeuwig moet loslaten? Is het dan in dat geval voor de mens niet onnoemelijk wijzer om zich schatten te verzamelen die voor eeuwig bestaan en de menselijke ziel voor eeuwig verzekeren van het zaligste en gelukkigste leven, en wel zo, dat de mens reeds in dit aardse leven tot de duidelijke, onbetwistbare overtuiging komt dat voor hem het ware, volmaakte, vrije leven pas na de dood van zijn lichaam volledig en waar begint?'
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daar aangekomen bracht de hoofdman ons vlug naar zijn familie, die daar bij een overste woonde die nauw verwant was aan de hoofdman waar die familie op bezoek was. Hoe groot daar de vreugde van de vrouw van de hoofdman was toen zij haar reeds dood gewaande zoon helemaal gezond zag, kan iedereen zich zelf wel voorstellen en hoeft niet nader beschreven te worden.
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] HIJ bestudeerde de woorden goed, las deze en vertaalde ze toen als volgt: 'Uit de bergen, waar de kauwtjes (kauka) in grote groepen nestelen, ontspringt een rivier die machtig, breed en ver stroomt. Aan zijn oevers zag ik grote en kleine steden, en hij draagt op zijn brede rug vele lasten. En kijk, Ik zag een last op zijn rug drijven, - er lag een diepe nacht over de gehele wijde omgeving vanaf het begin van de rivier tot daar waar hij eindigt in de grote wereldzee. Maar de last droeg een mens, wiens gezicht meer straalde dan de zon, en uit zijn mond schoten vlammende pijlen en zwaarden. Aan de oever lagen vele doden, en wie door de pijlen uit zijn mond getroffen werden, begonnen zich te bewegen, werden levend, en het werd volledig dag om hen heen. Maar de last droeg nog meer mensen, zij leefden en hadden ook een licht in zichzelf en zij straalden als de volle maan. Ook uit hun mond kwam een licht, dat leek op het licht van de morgenster, en degenen die door het licht geraakt werden, werden hoewel zij eerst dood waren, weer levend en bewogen zich vervolgens voort als op klaarlichte dag. Dat maakte echter dat al gauw de hele rivier licht werd. Toen de hele stroom licht gaf, werd het vrolijk aan de oevers, en velen haastten zich erheen en wasten hun gezicht, en zie, allen die de rivier ingingen en zich in de lichte gloed ervan reinigden, straalden licht uit!
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] DE OVERSTE zei: 'Kijk, wat jij niet begrijpt, begrijp ik, als soldaat, nu heel goed en ik kan het je uitleggen! Kijk, hier staat de Man die uit de hemelen tot ons mensen is gekomen en nu het licht verspreidt van Melitene tot hier in Serrhe! Luister naar Hem, dan zullen jullie die nu dood zijn, levend worden en in het stralendste licht jullie heil zien! En deze andere mannen, die met Hem meekwamen, zijn degenen wier gezicht straalde als de volle maan. Hun woorden zijn een echte levensmorgenster, en degenen, die deze aannemen, stralen dan in hun hart volleven net als de woorden die in jullie boek der wijsheid met hét beeld van de morgenster zijn aangeduid. Jullie moeten nu begrijpen welke tijd is aangebroken!'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar IK zei: 'Ja, beste mensen, die vind je op aarde niet; maar als onder de mensen op aarde door het erkende woord van God eenmaal het juiste vuur van de liefde tot God en tot de naaste intensief aanwezig zal zijn, zullen de mensen bij dat vuur zeker ook spijzen voor zichzelf bereiden die net zo goed en vaak nog beter zullen smaken dan deze. Ik zeg jullie: De ware, zuivere liefde is het edelste heilige vuur; dat kan alles. Het is de beste kok, de beste waard, het beste kruid voor alle spijzen en de beste spijs zelf. Waarlijk, wie door de zuivere liefde gevoed wordt, wordt waarachtig goed gevoed, en wie daardoor verzadigd wordt, zal in eeuwigheid geen honger hebben! Als die liefde jullie levend zal maken, zullen jullie eeuwig geen dood voelen noch smaken. Doe daarom je best voor die zuivere liefde tot God en je naasten; want die liefde zal jullie alles geven wat je meer dan zalig kan maken! En hoe die liefde er uitziet, hebben jullie in de afgelopen drie dagen gehoord, en dus hoef Ik jullie daarover verder niets te zeggen.'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Waarlijk, Ik zeg jullie: Zonder de ware liefde zullen jullie God niet vinden, Hem nooit goed herkennen en Hem zodoende ook nooit kunnen naderen! Alleen de liefde toont jullie de zekere weg naar Hem, -jullie verstand echter eeuwig nooit! En wie de weg naar God niet vindt, vindt ook de weg naar zijn hoogst eigen leven niet en dwaalt daarom in het duister en op de wegen van het gericht en de eeuwige dood. Onthoud dat van Mij; de rest zullen jullie later wel van Mijn leerlingen horen.'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Op een dag kwam de reeds bekende overste van de synagoge met zijn Farizeeën en schriftgeleerden bij Matthias en eiste Mij te spreken, omdat hij gehoord had dat Ik met Mijn leerlingen opnieuw hier verbleef. Want hij had van Jeruzalem uitdrukkelijk bevel gekregen nauwkeurige inlichtingen over deze Nazareeër in te winnen, over wat hij deed en waar hij nu mee bezig was. Ja, hij moest hem zelfs oppakken en hetzij dood of levend aan Jeruzalem uitleveren.
Hoofdstuk 141: De mislukte overval van de overste van de synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Want als een mens niet vrij en uit zichzelf, maar slechts als een machine door de almacht van de goddelijke wil leeft, dan is hij in en op zichzelf dood en er geen haar beter aan toe dan een steen, een plant of een dier zonder verstand. Wie echter streng volgens Mijn leer leeft en handelt, zal ook zeker kunnen verwachten wat Ik niet alleen maar nu hier, maar overal reeds heel vaak gezegd en beloofd heb. Of iemand nu hier persoonlijk met Mij meegaat of niet, maakt niets uit; integendeel, degene die slechts in de geest -zonder Mijn persoonlijke aanwezigheid -getrouw met Mij zijn weg gaat, zal door God met nog meer welgevallen aangezien worden!
Hoofdstuk 142: De hoofdman werft de reus en zijn broeders aan voor Rome. Werken der liefde zijn de ware verdienste voor God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] SOMMIGE VAN DE LEERLINGEN zeiden: 'Heer, in dat geval kunt U ons wel helemaal missen; want U heeft toch wel de macht om zonder onze hulp alles Zelf te doen! Als wij uit ons zelf niets kunnen doen en steeds moeten bedenken dat U alles, zelfs wat wij met opoffering van ons leven in Uw naam doen, alleen doet en wij dus alleen maar Uw blinde werktuigen zijn, dan kunnen wij bij U toch onmogelijk aanspraak maken op loon naar verdienste! Welke verdienste kan een dood weefgetouw hebben voor een wever, die het alleen maar gebruikt om zijn linnen daarop gemakkelijker te vervaardigen?'
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar. ook wij zullen veel moeten lijden ter wille van de door eigen schuld misvormde mensen. Maar ons lijden zal niet over ons komen omdat wij geen kennis van de zuiver goddelijke levensorde zouden hebben of omdat onze daden daarmee in strijd zouden zijn, maar wij zullen door ons lijden de blinde mensen ziende maken, omdat zij aan ons zullen kunnen zien hoe weinig waarde wij aan het leven van deze wereld hechten en hoe groot de waarde van het leven van de ziel moet zijn om daarvoor alle aardse voordelen af te wijzen. En kijk, daaruit zal dan pas de eigenlijke verlossing van de mensen van de dood naar het leven bestaan! -Maar genoeg over dit alles! Omdat nu het middagmaal helemaal gereed is, gaan we weer naar binnen en aan tafel!'
Hoofdstuk 162: Oorzaak en doel van ziekten en lijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ik zeg jullie: Niet zij zullen het rijk van God binnengaan die tegen Mij zullen zeggen: 'Heer, Heer!' maar alleen zij die de erkende wil van Mijn Vader in de hemel zullen doen! Het is niet genoeg dat iemand gelooft dat Ik Christus, de Gezalfde van God ben, maar hij moet ook doen wat Ik geleerd heb, anders heeft zijn geloof geen zin; want zonder de werken is het grootste geloof dood en geeft aan geen enkele ziel het eeuwige leven. -Besef dat allen goed en handel daarnaar, dan zullen jullie leven!'
Hoofdstuk 163: Het lot van zelfmoordenaars. De leer verkondigen zonder het goede voorbeeld te geven is nutteloos. Geloof zonder werken is dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Heeft God hun dan het lichamelijke leven gegeven om te vernietigen?! Het leven van het lichaam is het middel dat God de mens gegeven heeft waardoor hij het leven van de ziel voor eeuwig kan en moet verkrijgen. Als hij echter het middel van te voren vernietigt, hoe moet hij dan het leven van zijn ziel behouden en eigenlijk eerst verkrijgen? Als een wever eerst zijn weefstoel stuk maakt en vernietigt, hoe kan hij dan daarna zijn linnen weven? Ik zegje: Zelfmoordenaars -uitgezonderd waanzinnigen -zullen moeilijk ooit of ook helemaal nooit het rijk van het eeuwige leven bezitten! Want als iemand eenmaal zo'n vijand van zijn leven is, heeft hij geen liefde voor het leven; een leven zonder liefde is echter geen leven, maar de dood. -Weetje nu waar je aan toe bent?'
Hoofdstuk 163: Het lot van zelfmoordenaars. De leer verkondigen zonder het goede voorbeeld te geven is nutteloos. Geloof zonder werken is dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Stel dat er ergens nog een oude heldenschool bestond, waarin de sterkste en moedigste mensen tot oorlogshelden opgeleid werden. De meester zou bij hen vooral de nadruk leggen op de doodsverachting en zeggen dat een laf mens, die de dood vreest, nooit een echte held kan worden. Als het dan echter op een serieuze proef aan zou komen, waarbij de heldenmeester aan zijn leerlingen zou moeten tonen hoe men de dood koelbloedig tegemoet moet treden, en hij zou dan aarzelen en tenslotte zelf op de vlucht slaan, -zou dat zijn heldenleerlingen dan tot ware moed aansporen? Beslist niet, want de leerlingen zouden denken: ' Ach, hij wil ons alleen maar met goedgekozen woorden doodsverachting aanpraten; maar als het er op aankomt, is hij honderdmaal banger voor de dood dan de bangste van ons! Hij kan maar beter lafaards in plaats van helden opleiden!'
Hoofdstuk 163: Het lot van zelfmoordenaars. De leer verkondigen zonder het goede voorbeeld te geven is nutteloos. Geloof zonder werken is dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Uit een eenvoudige dierenziel kan echter nooit een mensenziel ontstaan, en daarom zegt men ook dat de dierenziel met het dier sterft, wat echter natuurlijk alleen maar zo begrepen moet worden, dat een dierenziel na de dood van het dier, bijvoorbeeld van een os, volledig ophoudt met de ziel van een os te zijn, omdat zij zich bij het verlaten van het dierenlichaam meteen met nog heel veel andere vrije dierenzielen tot een nieuwe, volmaaktere ziel verenigt, zich gedurende enige tijd kwalificeert als mensenziel en vervolgens in een mensenlichaam tijdens de verwekking opgenomen kan worden, -een oude wetenschap, die bij de oervaders heel duidelijk en volkomen gebruikelijk was en bij de boven Indiërs nog heden ten dage veel voorkomt.
Hoofdstuk 165: Invloeden van geesten en de vrije wil van de mens van de zielen van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...