Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1563 resultaten - Pagina 35 van 105

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[8] En Ribram zei tegen Rafaël: ' Almachtige wonderjongen! Waar zullen wij nu onze wagens, karren en trekdieren onderbrengen en het voer vandaan halen?'
Hoofdstuk 5: De bevrijding van de slaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Kijk, de komeet waarover je een uitleg kreeg, heeft op grote afstand van de zon helemaal geen staart, maar alleen een nevelachtige damp om zijn kern! Pas wanneer hij in de buurt van de zon komt, vormt zich een staart tengevolge van zijn zeer grote snelheid. Want door deze snelheid, die bij veel kometen zo buitengewoon is dat ze in de buurt van de zon vaak in enkele ogenblikken 80, 90-100.000 uren ruimteweg afleggen, kan de zeer lichte etherdamp niet zo snel door de ruimte vliegen als de aanmerkelijk zwaardere kern en de hem direct omgevende dichtere damp, en zo geschiedt daardoor in het groot ongeveer hetzelfde als wanneer je een nog sterk gloeiend en net zo sterk rokend stuk hout neemt en het ver weg door de lucht zou gooien; je zou dan zien dat de rook als zeer licht lichaam achter het gloeiende vliegende stuk hout ook als het ware een kometenstaart vormt.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Of maak in een ander geval, als de moordenaar een te beruchte en helemaal lichamelijke duivel zou zijn, ook jacht op hem en vraag hem dan, wanneer je hem gevangen hebt, de reden waarom hij die gruweldaden gepleegd heeft, en of hij er geen berouw over heeft! Spreekt hij (de waarheid)* , (*toegevoegd) doe dan zoals ik hiervoor gezegd heb; loochent hij de daad echter of geeft hij op jullie vragen geen behoorlijk antwoord, hoewel jullie er van overtuigd zijn dat hij de booswicht is, zorg er dan voor dat hij verder onschadelijk wordt voor de menselijke samenleving, maar niet door zijn dood, maar hetzij door hem achter stevige tralies te zetten, door het blind maken van zijn ogen of door een verbanning naar een dusdanig verre streek aan zee, dat hij daar nooit meer vandaan kan komen.
Hoofdstuk 244: Over rechtspreken en straffen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Dit zonnenheelal gezelschap met een centrale zon zullen we een zonnenal-al noemen. Zulke al-allen zijn er weer in een voor jullie ontelbaar aantal, en alle hebben op een eindeloze diepte weer een ongehoord grote centrale oerzon, waaromheen zij zonder verstoring van hun vele afzonderlijke bewegingen als één lichaam in een alleen voor een engel meetbaar wijde baan doorlopen, en zo'n zonnen en wereldensysteem willen we, om het tot een begrijpelijk begrip te maken, een zonnen en wereldenhulsglobe noemen, omdat alle hiervoor genoemde al-allen naar alle richtingen om de centrale oerzon cirkelend, een onmetelijk grote bol vormen en tengevolge van hun noodzakelijkerwijs vrijwel gedachten snelle beweging en de daardoor veroorzaakte centrifugale kracht op een natuurlijk voor jullie onmeetbare diepte en verte een soort huls vormen, waarvan de dichtheid die van de atmosferische lucht van deze aarde benadert en van binnen naar buiten een doorsnede heeft die gerekend naar de afstanden op aarde zelfs met duizendmaal duizend aeonen nog veel te gering zou zijn.'
Hoofdstuk 245: De grote scheppingsmens in het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Toen kwam Lazarus bij Mij en zei: 'Heer, nu we toch al naar boven gaan, omdat hier niet zoveel meer is te doen, zou ik graag van U willen horen hoe het met die wonderbaarlijke jongen zit! Wie is hij en waar komt hij vandaan? Gezien zijn kleding schijnt hij een Galileeër te zijn, maar wanneer heeft hij dan die wijsheid en kracht gekregen om wonderen te doen? Hij is zo te zien amper zestien jaar - en overtreft Uw eerste leerlingen! Daar zou ik erg graag iets over willen horen!'
Hoofdstuk 6: Over handel en woeker - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Rafaël zei: 'Wat je wilt, weet ik al! Het zal allemaal binnen enkele ogenblikken in orde zijn, want de mensen die ik moet halen, wonen niet ver hier vandaan en ze zullen er dus gauw zijn.'
Hoofdstuk 10: De bekentenis van de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Daarop richtte de overste zich nogmaals tot Agricola en zei: 'Machtige gezant van de keizer! Kijk, ik ben erg rijk en mijn schatten staan mij tegen! Omdat ik echter deze arme familie zo'n ten hemel schreiend onrecht heb aangedaan, zou ik al mijn schatten aan hen willen afstaan en daardoor dit onrecht zoveel mogelijk goed willen maken. Zou ik nu bij deze rechter tevens een schenkbrief mogen laten opstellen en hun die dan met al mijn schatten overhandigen, zodat niemand hun dan kan vragen waar zij dat vandaan hebben?'
Hoofdstuk 11: Het oordeel van Agricola - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[27] Toen na enkel uren de vreemdelingen die ook in andere jaren altijd deze herberg bezochten, allen waren gearriveerd en voldoende hadden gegeten, wendde Lazarus zich tot Rafaël en vroeg hem: 'Beste, van Gods heil vervulde dienaar van de Heer, leg me nu toch eens enigszins uit, hoe je dat tot stand kunt brengen, en dat allemaal in een ogenblik! Ik wil over de tafels, banken en tenten nog niets zeggen, maar waar komen het bijbehorende vaatwerk, het zout, de wijn en de spijzen vandaan, en de spijzen dan nog zo, dat een Pers en ook een Egyptenaar, een Griek, kortom iedereen waar hij ook vandaan komt, zijn nationale volksvoedsel op uitstekende wijze klaargemaakt voor zich op tafel heeft staan? Hoe is je dat toch allemaal mogelijk, en nog wel in een oogwenk?'
Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (Rafaël): 'Eigenlijk ben ik uit mijzelf evenmin in staat om iets te doen als jij, maar ik ben een zuivere geest en heb hier slechts een lichaam, dat is samengesteld uit de stoffen die in de lucht aanwezig zijn. Als geest kan ik echter helemaal met de wilsgeest van de Heer worden vervuld en dan hetzelfde doen als de Heer Zelf. Als ik dus met de geest van de Heer vervuld ben, heb ik geen andere wil dan die van de Heer en kan ik onmogelijk iets anders willen dan alleen wat de Heer wil. Wat de Heer wil, is er dan ook meteen.
Hoofdstuk 15: Een verklaring van de materialisaties - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Kijk, in de lucht van de aarde zijn alle substanties en alle stoffen van een hele aarde in vrije toestand aanwezig! Jij kunt ze weliswaar met je aardse zintuigen niet waarnemen, maar voor een volmaakte geest is dat net zo gemakkelijk als het voor jou is om een steen op te rapen en te zien dat het geen vis en ook geen stuk brood is. En het is voor een geest dan ook gemakkelijk om bijvoorbeeld voor een bepaald voorwerp de nodige stoffen samen te voegen, namelijk uit de lucht, en deze ogenblikkelijk die vorm te geven die zij binnen de natuurlijke orde pas na verloop van tijd zouden hebben gekregen.
Hoofdstuk 15: Een verklaring van de materialisaties - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Wanneer je nu verschillende zaden in de aarde stopt, worden zij week door de warmte en door het vocht dat de aarde heeft opgezogen uit de lucht; het geestelijke vonkje wordt actief en herkent heel duidelijk bepaalde stoffen in de lucht die het omgeeft, begint deze, door de wilskracht die het eigen is, aan te trekken en vormt daaruit precies die plant met haar vorm en vrucht, waarvoor het van de Heer de passende intelligentie en de overeenkomstige wilskracht heeft gekregen om deze te vormen.
Hoofdstuk 15: Een verklaring van de materialisaties - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zou jij met je verstand, met je zintuigen en met je wil ook in staat zijn de voor een bepaalde zaadkorrel bestemde stoffen op te sporen uit de lucht die de zaadkorrel omgeeft? Beslist niet, want jij eet en drinkt immers ook om je te voeden, maar je hebt er toch geen vermoeden van, hoe jouw geest, die je tot nu toe nog volledig onbekend is en die als de geheime liefdeswil van God in het hart van je ziel woont, door zijn wil en door zijn grote intelligentie, uit de spijzen die jij tot je hebt genomen precies die stoffen selecteert en ze daarheen dirigeert waar zij beslist noodzakelijk zijn om al je verschillende lichaamsdelen te vormen.
Hoofdstuk 15: Een verklaring van de materialisaties - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Als je eens goed nadenkt over wat ik je nu heb gezegd, dan zul je overal precies zulke wonderen zien als deze, die ik zichtbaar voor jou volgens de wil van de Heer in een oogwenk heb gedaan, - alleen met dat verschil dat ik als volmaakte geest door de wil van de Heer ogenblikkelijk uit de lucht kan samentrekken, wat een eenvoudige nog helemaal onvolmaakte geest met zijn beperkte intelligentie en eveneens beperkte wilsmacht slechts stukje bij beetje kan doen.'
Hoofdstuk 15: Een verklaring van de materialisaties - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (Rafaël): 'Kijk, jij ziet de stof, waaruit volkomen zuiver goud bestaat, beslist niet als onderdeel van deze lucht daarin rondzweven, maar ik zie die stof wel en kan hem heel goed onderscheiden van de talloos vele, andere stoffen. Omdat ik dat echter wel kan en ook mijn wil overeenkomstig op dezelfde manier naar alle richtingen kan uitbreiden, daarom kan ik ook dit in de lucht aanwezige pure goudstof ineens tot een zichtbare hoop samentrekken, of ik kan ook net zo gemakkelijk bewerkstelligen dat het zich tot een willekeurige vorm, zoals bijvoorbeeld een drinkbeker, samenvoegt en dan zul je onmiddellijk een willekeurig grote goudhoop of een gouden beker voor je zien en dat goud zal niet een zogenaamd waardeloos, wonderbaarlijk goud zijn, maar even natuurlijk als het goud dat de mensen uit de bergen delven, van vreemde stoffen ontdoen en vervolgens in het vuur smelten en er dan allerlei kostbare zaken en voorwerpen van vervaardigen.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Want bepaalde natuurgeesten in de materie van de bergen die met het in de lucht vrij aanwezige goudstof het meest verwant zijn, zijn in staat door hun zeer geringe intelligentie en de daarmee verbonden wilskracht wat de apothekers aantrekkingskracht noemen -het vrije goud uit de lucht naar zich toe te trekken en als dat een paar honderd jaar achtereen gebeurt, zal er op zo'n plaats heel veel goud zichtbaar worden.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...