Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 35 van 184

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[1] CYRENIUS zegt: "Heer, Gij enige Wijze en Rechtvaardige, deze geschiedenis is mij nu volkomen duidelijk, want ik zie in het ontstaan en de ontwikkeling van de natuur dit van U uitgaande, waarlijk goddelijke kunstwerk, ik zie Uw eeuwige orde en zie ook dat U alleen binnen zo'n orde alle dingen mogelijk zijn. Maar bij dit alles blijft één ding mij echt wat duister en ik kan nadenken wat ik wil, het wil me toch niet helderder en duidelijker worden.
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Is God dan niet in staat meteen een volmaakte mensenziel te scheppen en deze dan te bekleden met vlees en bloed? Waarom moet dat zo langzaam gaan? Kijk eens naar Raphaël! Wat komt hij nog te kort voor een volmaakt leven. Wij, samengeraapte zielen, wat stellen wij voor vergeleken bij hem. Heeft hij in zijn pink niet meer macht en wijsheid dan wij in ons hele lichaam dat uit legioenen is samengesteld. Ik zou de ondergang van duizend legioenen van de meest beproefde krijgers niet graag willen zien; in een oogwenk zou hij ze allen tot stof vermorzelen! Dat noem ik pas een bekroning van het leven! Als U aan hem deze macht kunt geven, waarom dan niet aan een mensenziel. Of heeft zijn geest ook als ziel eerst zo'n verschrikkelijke tocht moeten maken door wie weet hoe ontelbaar vele fasen? Daar, o Heer, bevind ik mij in het duister! Geef ook daar het juiste licht, dan zal ik U verder met zo 'n domme vraag zeker niet meer lastig vallen!
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Deze heel natuurlijke woorden van Mij ontlokken aan EEN van de dertig jonge Farizeeën de opmerking: "Eindelijk ook eens een keer gewone woorden uit de mond van Hem, in Wie de allerhoogste geest van Jehova in de volheid van Zijn goddelijke wijsheid, liefde, kracht en macht woont. Maar je kunt er toch niet zeker van zijn of er ook nog niet een diepere, geestelijke betekenis achter schuilt. Wie die buiten Hem om ontdekt, zou men met een koninkrijk moeten belonen! Voor mij is dat niet weggelegd."
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De TWEEDE zegt: "Wel, spijt het je soms dat je daarmee geen grappige bedoeling gehad hebt?! Je hebt samen met mij in deze nacht zoveel van de hoogste wijsheid gehoord, gezien, gevoeld en beleefd, - en nu denk je opeens datje je een flauwe opmerking kunt permitteren?! Kijk, juist omdat wij zo dom zijn, en zo afgesloten en dichtgespijkerd als de troebelste herfstnacht, heeft de Heer ons ook niet gevraagd om net als de verheven Mathaël een wonderbaarlijke gebeurtenis te vertellen! Wat een verschil tussen ons beiden en Mathaël! Ik kom mijzelf toch al als totaalonbeduidend voor; en dan wil jij nog loze opmerkingen maken -in dit oneindig verheven gezelschap!"
Hoofdstuk 167: Over het vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Daarom, verheven Salomo, bekijk het maar, met al je verheven wijsheid! Eén woord van U, o Heer, heeft voor mij duizendmaal duizend keer meer waarde dan alle verheven wijsheid van Salomo! Salomo wordt me nu al weer teveel! O Heer, ik smeek U, schenk mij de overige verzen, want die zijn nog veel onbegrijpelijker dan de taal van de Scythen!"
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[27] Waarlijk,. Heer en Meester, U heeft ons gedurende deze nacht op de berg dingen laten zien, die op deze aarde nog nooit aan stervelingen getoond zijn! Ik begrijp en weet nu enorm veel. Maar waarom begrijp ik Salomo's wijsheid dan niet? Mag geen mens die soms begrijpen, of is zij werkelijk -waar zij uiterlijk gezien veel van weg heeft -vrome waanzin, dus beslist nooit te begrijpen? Of liggen er toch bepaalde geheimen in verborgen die van het grootste levensbelang zijn?
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[28] Wat het ook is, zeg het mij! -want van U alleen geloof ik wat U daar in ernst over zegt; want U kunt het Hooglied wel begrijpen, als het al te begrijpen is! Maar als het hele Hooglied alleen maar een laatste wijsheidswaan van Salomo is, zeg het mij dan ook, dan gooi ik meteen het hele Hooglied in een afvoerput, dan kunnen de bewoners daarvan Salomo's wijsheid gaan bestuderen!"
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[26] Wat is de mens van deze aarde toch een armzalige drommel! Hij begint met niets, leeft met niets en eindigt tenslotte weer met niets. Als hij gedurende de betere en heldere periode van zijn leven meent iets te begrijpen, maar vervolgens ongelukkigerwijs in aanraking komt met Salomo's Hooglied, is het helemaal gedaan met de dwaas; want zodra de mens eenmaal door woord of geschrift van een ander mens duidelijk is gemaakt dat zijn wijsheid helemaal niets voorstelt, is het ook helemaal gedaan met de mens zelf, dat wil zeggen, hij leeft nog wel verder, maar als een dwaas die niet meer in staat is nog iets te bevatten en te begrijpen! Als de mens net als ik zover is gekomen dat er geen vooruitgang meer is, keert hij om en begint als een dier alleen nog maar te vegeteren. Waarom zou hij ook verdere moeite doen voor niets en nog eens duizendmaal niets?!
Hoofdstuk 169: Over het Hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daar waar staat: 'Laat Hij mij met de kus van zijn mond kussen " betekent dat zo ongeveer: Laat de Heer met Zijn waarachtige, eigen mond tegen mij, Salomo, spreken, en door mij tot het volk Israël, en zo tot alle mensen der aarde; laat de Heer geen woorden van pure wijsheid meer tot mij spreken, maar woorden van liefde, van leven! Want een woord van liefde is een ware kus van Gods mond op het hart van de mens; en daarom zegt Salomo: 'Laat Hij mij met de kus van Zijn mond kussen! '
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Nu past de rest van de zin er heel goed bij, waar staat: 'Want uw liefde is lieflijker dan wijn' of wel: Uw liefde is voor mij en alle mensen nuttiger dan wijsheid. Want met' wijn ' wordt altijd wijsheid en waarheid bedoeld.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Dat Salomo in de eerste zin, waarin hij om iets vraagt, namelijk om het woord van liefde, Mij nog in de derde persoon aanroept, betekent dat hij door wijsheid als zodanig nog ver van Mij afstaat; maar door de tweede persoon in de rest van de zin, waar de reden van de vraag uit het eerste deel wordt uitgesproken, laat Salomo reeds zien dat hij dichter bij God komt op de weg van de liefde dan op de weg van de pure wijsheid. Maar de kus, namelijk de liefde, waarom Salomo in zijn Hooglied heeft gevraagd, krijgen jullie allen zojuist van Mij en dus, Mijn beste Simon, is het eerste vers van het Hooglied je nu waarschijnlijk wel wat duidelijker dan het je eerst was!"
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Nu bent U, o Heer, hier bij ons zoals Salomo in het eerste vers vraagt! Wij hebben Uw naam, Uw heilig woord van liefde, dat veel kostbaarder is dan Salomo's zuivere wijsheid! Wij hebben nu de voor ons uitgegoten zalf, Uw naam, Uw liefde, Uw heilig levenswoord, voor allen begrijpelijk bij ons.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wel, de maagden die daarom van U houden, zijn wij kennelijk ook, gezien vanuit het standpunt van ons beperkte inzicht en verstand! Want een maagd is weliswaar een lieflijk wezen, niet geheel zonder inzicht en verstand, maar in het algemeen gezien kan van een grote manlijke wijsheid toch geen sprake zijn. Daarom zijn wij blijkbaar de maagden, die U, o Heer, boven alles liefhebben omdat wij Uw woord van liefde begrijpen, waardoor het dus voor ons een uitgegoten zalf is waarvan de heerlijke geur een wonderbaarlijk genot voor ons is. -Zeg mij, o Heer, of ik nu volgens het eerste vers het tweede wel juist heb opgevat! "
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] 'Trek mij, o Heer, achter U aan, dan lopen wij!' Wie, behalve de liefde, kan geestelijk trekken?! En het gevolg is dat degenen die met en door de liefde onderwezen en opgevoed worden, in één ogenblik meer opnemen en begrijpen en daardoor werkelijk lopen in de groei van hun kennis, dan in vele jaren van dorre en kille wijsheid. De enkelvoudige persoon en de eerste zin is dus slechts een morele persoon en deze verschijnt in het laatste deel van de tweede zin verdeeld over een veelvoud, dat voorlopig kennelijk nog gevormd wordt door ons, en vervolgens door heel Israël, en uiteindelijk zelfs door alles wat op de gehele aarde mens heet.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] De Koning, de Eeuwige, de Heilige, leidt mij en ons allen nu natuurlijk de heilige en stralende liefde en levenskamer van Zijn heilige Vaderhart binnen! En wij verheugen ons nu en zijn uitermate blij om U, en denken beslist duizendmaal meer aan Uw Vaderliefde dan aan welke dorre en kille wijsheid dan ook! Alleen in Uw liefde zijn wij vol deemoed en eenvoudig en daardoor gelovig van hart; wij zijn daardoor gelovig en in ons geloof, o Heer, houden wij pas volkomen van U.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...