Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1405 resultaten - Pagina 35 van 94

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[7] Toen ging het Woord in de Godheid over en Zij werd geheel en al Liefde. En zie, toen sprak de Godheid voor de eerste maal: "Er zij!" En een leger van geesten, wier aantal geen einde had, kwam uit God vrij en de Liefde zag Zichzelf tot in het oneindige vermenigvuldigd en zag volkomen Haar oneindige schoonheid.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Toen donderde de Godheid in de oneindige ruimten de overtreders een vreselijk strafgericht toe, en zo werd hen geboden de Godheid in de allergrootste vrees te aanbidden en werd hen geboden de Liefde lief te hebben. En zij werden in de grootste vrijheid geplaatst en konden doen wat zij wilden en niets zal hen hinderen in hun vrijheid tot de tijd dat zij zichzelf herkend zullen hebben in hun vrijheid en hun deemoed, zodat de Wet hun eigen wordt en ze dan volkomen vrij zullen worden.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Nu zie: toen al de zonnen met hun aarden door de macht van de erbarmende liefde van de eeuwige en oneindige God ontstonden, hadden zij nog geen luister, geen schijnsel, geen geschitter en geen geflonker, want er heerste nog diepe nacht op de ontstane zonnen en aarden en manen; maar in het centrum van de zonnen liet de eeuwige Liefde een kleine genadevonk zinken en deze vonk doorgloeide sneller dan een krachtige bliksemflits de duistere massa's en zie, zij verlichtten de aarden met grote luister, zoals zij ze op dit uur nog verlichten en zullen blijven verlichten, zolang de genadevonk niet aan hen onttrokken wordt.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Deze liefde zal vele vruchten voortbrengen en zal zich verheffen tot het licht van de genade en zal met onafgewende blik de onmetelijke diepten van de Godheid zien net als de polen, die in de oneindige ruimten van de scheppingen van Gods liefde kijken en met wijd open ogen de tedere stralen in zich opzuigen uit alle niet te meten oneindige ruimten, waarin de talloze wezens van de erbarming rondcirkelen, ieder op zijn eigen wijze, en daardoor van verrukking en zalige vreugde in hun liefde tot de liefde en voor de liefde ontbranden en als een zon zelf lichtend worden zoals het licht van de polen van de aarde.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Aldus sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouwen gewis: Ik ben een goede huisvader; ook niet één broodkruimel gaat verloren. Wie zijn kapitaal bij Mij belegt, zal een hoge rente krijgen en het zal in Mijn hart te boek blijven staan en de rente zal groeien van eeuwigheid tot eeuwigheid. Kijk omhoog, jij dwaas, en zie naar de sterrenhemel! Wie heeft ooit het oneindige aantal zonnen (20 maart 1840) geteld en alle planeten die Ik daar bij duizenden omheen heb geschapen?! En Ik zeg je, Ik die waarachtig en getrouw ben in ieder van Mijn woorden: voor een cent geef Ik een aarde en voor een slok fris water een zon. Waarlijk, dit zeg Ik je: de geringste dienst van naastenliefde zal op ongehoorde en onuitsprekelijke wijze worden beloond!'
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Maar wie niet als de maan is en niet wordt zoals de aarde, kan ook niet gelijk de zon worden, - maar is als een komeet, die ook niet de geringste bestendigheid heeft en wiens wezen een gestolen wezen is uit de genade uitstromingen van de zonnen, en zijn baan is ongeordend zoals de wegen van dieven en rovers, en hij wordt door de angst voor het licht van de ene kosmische ruimte naar de andere gedreven om in eeuwigheid geen rustpunt meer te vinden; en het licht zal hem op al zijn wegen vervolgen en zijn nietigheid belichten.
Hoofdstuk 6: De analogie van het gesternte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En de vlammen van de toorn van God, van de Oneindige, rolden schrikbarend door al de eindeloze ruimten naar de aarde toe, waar de grote Liefde nu vertoefde bij Zijn rouwende en treurende gevallen kinderen, die geschapen waren door Zijn erbarmende genade.
Hoofdstuk 9: Het gericht van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] "Wees niet bang en heb geen vrees voor de knecht van Jehova, die van boven naar jullie gezonden is om je de aarde te laten zien en je in te lichten over 's werelds dwaalwegen en ook om jullie en je nakomelingen te tuchtigen indien jullie van de wegen van de eeuwige Liefde en van de oneindige heiligheid van God ooit zouden mogen afwijken.
Hoofdstuk 11: De geboorte van Kaïn en Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Toen viel hij door berouw overmand ter aarde neer en weende en riep luid: "Grote, almachtige, meest krachtige en boven alles heilige God! Nu eerst besef ik mijn oneindige schuld en zwakte voor U, Uw rechtvaardigheid, maar ook Uw onbegrensde liefde!
Hoofdstuk 15: Kaïns bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar wat gebeurde er nu door dit wederzijdse bedrog? Niets meer of minder dan het allerergste wat je je maar in je diepste gedachten kunt voorstellen, namelijk: de dienaren trokken uiteindelijk de hele regering naar zich toe onder het sluwe voorwendsel, dat zij, die zeer goed van de tongriem waren gesneden, aan de vorst duidelijk maakten dat hij nu niet meer een vorst, maar een god van het volk was en dat het een vernedering zou zijn tegenover zijn oneindige hoogheid en onuitsprekelijke verhevenheid, die nu goddelijk was, om de aardwormen wetten te geven. De dienaren wilden uit onmetelijke hoogachting voor zijn boven alles verheven heiligheid deze vernederende zaak op zich nemen; en zodoende zou hij niets anders hoeven te doen dan alleen maar door middel van een wenk zijn welgevallen of zijn misachten te uiten en de schatten, die zij in grote hoeveelheden voor hem zouden verzamelen, goedgunstig en genadig aan te nemen.
Hoofdstuk 26: Hanochs goddeloze regering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] En zie, de toespraak van Uvrahim wekte Thahirak weer op en ook de overigen die voor Farak huichelachtige woorden vol eigenbaat gesproken hadden. En zo begon ook hij te spreken als een drager en een waar verzamelbekken voor al wat slecht is en ook als iemand die zich goddelijke rechten en eigenschappen aanmatigde - zoals Gods voor alle eeuwigheid onaantastbare heiligheid, Zijn rechtvaardigheid, Zijn liefde, Zijn almacht, ja tenslotte zelfs de ganse schepping, alsof hij die met één vinger zou kunnen vernietigen, omdat hij, zoals hij dikwijls zei, achter de trucjes van de oude God was gekomen en hij het zelfs ook tegen Mijn kracht durfde op te nemen en openlijke vijandschap tegen Mijn almacht durfde te verklaren -; en omdat Ik uit liefde het grote zwaard van Mijn toorn niet wilde trekken tegen een ellendige worm in het stof als de oneindigheid tegen een niets, dat nauwelijks onderscheiden kan worden vanwege zijn onuitsprekelijk kleine afmetingen tegenover Mijn eeuwige grootte en oneindige macht -, zei hij dus tegen iedereen dat Mijn zwakheid vrees zou hebben voor zijn kracht.
Hoofdstuk 28: Het overleg van de tien vorsten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En zie nu, toen Meduhed dit belangrijke lied van het leven uit Mijn genade, dat een klein vonkje is van Mijn oneindige liefde en alle daaruit voortvloeiende erbarmen, geheel had opgetekend en het daarna ook aan het volk had voorgelezen, was er een tomeloze vreugde onder hen ontstaan, die slechts door een wonder uit de hemel gematigd had kunnen worden. En dit wonder was een plotselinge regen en deze regen was een regen van liefde vanuit Mij, omdat hun vreugde terecht was; want zij verheugden zich erover dat Mijn naam aan hen bekend was gemaakt, maar nog meer over Mijn liefde; en het allermeest verheugden zij zich erover, dat de bovenmatig grote, heilige God als Vader zo minzaam in de meest onbegrijpelijke liefde de kinderen van de ellende door Meduhed onderrichtend had toegesproken.
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Nu jullie de wil van God helder en duidelijk vernomen hebben, dank dan God vanuit je hart met mij en zeg: Heer, almachtige, grote God, wij danken U met het vuur van ons nog zwakke hart, maak het sterk, Gij grote, goede, sterke, eeuwige God, opdat wij eens Uw oneindige heiligheid waardiger kunnen danken dan in onze huidige oneindig zwakke toestand, en U kunnen loven en prijzen en wij daardoor eens, zoals U ons zo genadig beloofd hebt, het ook waard zullen zijn om ook maar in het geringste op Uw kinderen te lijken. Maar nu, o grote God, laat Uw wil geschieden en laat ons de bakken bestijgen en leid ons allen enkel volgens Uw welgevallen! Amen."
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Toen dit alles langs de lage oever volgens Mijn wil was gebeurd, ging hij op Mijn stille bevel alle bakken af en vermaande de scharen in alle liefde, niet eerder het land te betreden, dan nadat allen drie uur lang de Heer in hun harten hebben gedankt voor deze oneindige genade. En pas als de Heer in en voor hun ogen het geschonken mooie land met een zichtbaar teken zal zegenen, zal hij als eerste aan land gaan. Dan moeten zij eerst hun kinderen aan land zetten en tenslotte zelf met de vrouwen het land betreden; en daar moeten zij dan weer voor God op hun knieën vallen en Zijn heiligheid aanbidden en Zijn onbegrensde goedheid en oneindige liefde loven.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Kijk naar het gras! Het prijst God, want ofschoon het niet spreekt, kent het God, en jullie weten in je leven van vrijheid niets van Hem! Ja, kijk naar deze bergen, kijk naar de stenen, kijk naar het water, kijk naar ons, ja alles wat je blik, je oor en je andere zintuigen maar tegen kunnen komen, dat looft, vereert en prijst God, - en alle hemelen zijn vol van Zijn grote genade, Zijn roem en Zijn oneindige eer! En waarvan zijn jullie dan wel vervuld, dat jullie Hem zo volkomen uit je oog en je hart hebben kunnen verliezen?!
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...