Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 35 van 179

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[9] Wel hebben onze voorouders reeds het zaad daarvoor gelegd, namelijk door enige dieren vanwege hun grote nut een soort half goddelijke eer te bewijzen om het volk zover te krijgen dat het deze nuttige land en huisdieren beter verzorgde. De ouden wilden daardoor evenwel slechts op zichtbare wijze de veelvoudige uitstraling van de goddelijke liefde en wijsheid in de aard van de dingen tonen aan het toentertijd nog zeer weinig ontwikkelde volk. Maar in de loop van de tijd wordt de geschiedenis der volkeren, hoe verder deze teruggaat in het verleden, eerbiedwaardiger en eerbiedwaardiger. Zij omhult zich steeds meer met een zeker goddelijk waas, en slechte en gewetenloze, zogenaamde volksopvoeders hebben dan des te gemakkelijker spel om alles wat in de oergrijze oudheid gebeurd is, te vergoddelijken en het blinde volk zo diep mogelijk in het ergste bijgeloof te begraven.
Hoofdstuk 182: Het verhaal van Oubratouvishar over zijn reis naar Memphis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Nu weet U, verhevenste mens der mensen, hoe ik aan mijn geringe wijsheid kwam, en zegt u mij nu ook eens met zekerheid of ik op de juiste plaats ben, of dat ik nog verder moet trekken! Want lang kan ik niet blijven omdat mijn weg naar ons vaderland erg lang is."
Hoofdstuk 185: Het verblijf van de Nubiërs in Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Daarmee is dan ook vrij goed te verklaren dat wij een totaalonbekende taal van een volk al gauw kunnen verstaan en spreken. Als u, verhevenste mens van de mensen, dat nu overweegt, zult u met uw buitengewone wijsheid wel inzien dat ons tijdens de korte tijd van onze aanwezigheid hier nog niets bijzonders is kunnen opvallen waaruit wij onweerlegbaar zouden hebben kunnen afleiden, dat wij hier al met zekerheid op de plaats zijn die ik in mijn visioenen heb waargenomen.
Hoofdstuk 186: Oubratouvishar verlangt zekerheid over de plaats waar de Heer verblijft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] IK zeg: "Ja vriend, als je steeds die ontzettende en voor meer dan driekwart overbodige eerbied voor Mij aan de dag wilt leggen, zal het voor Mij Zelf nauwelijks mogelijk zijn je enig licht mee te geven naar je vaderland! Overigens doe je Mij als Schepper beslist geen erg grote eer aan als je jezelf, terwijl je toch zichtbaar Mijn werk bent, helemaal niets waard acht en ver beneden de waarde plaatst van een worm die zich kronkelt in het stof van alle vergankelijkheid! Want door die geringschatting van jezelf voor Mij, je Schepper, haal je toch ook Degene, die je uit Zijn hoogste wijsheid en liefde geschapen en gevormd heeft, heel merkwaardig naar beneden!
Hoofdstuk 188: Overdreven deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] De AANVOERDER zegt: "Broeders en zusters, wij geloven het, omdat wij nu oog - en oorgetuigen zijn van wat hier voor ons is en bestaat! Alle menselijke wijsheid, alle denkvermogen en zelfs het zuiverste en nuchterste verstand kan niet begrijpen dat het ooit mogelijk zou zijn om ook maar te denken aan wat hier is en wat zich hier ophoudt.
Hoofdstuk 192: Over het wezenlijke van Isis en Osiris. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Jullie weten waarover ik en de overste in Memphis een jaar lang in jullie bijzijn duidelijk verstaanbaar gesproken hebben, hoewel de overste vaak meende, dat het voldoende was als ik alleen in zijn diepe wijsheid zou worden ingewijd. Maar ik zei: :Kijk, heer, dit zijn mijn broeders en zusters! Geen van hen is ook maar Iets minder dan ikzelf, daarom moet u, heer, terwille van mij geen geheimen voor hen hebben! ' En daarna sprak hij steeds zo dat iedereen het kon horen.
Hoofdstuk 192: Over het wezenlijke van Isis en Osiris. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Toen begon de overste ons allen het wezen van de enige, eeuwige, altijd scheppende God met woorden van diepe wijsheid uit te leggen, en wij beseften dat er een almachtig, zeer wijs oerwezen moet zijn, waaruit alle wezens in de gehele, eeuwige oneindigheid ontstaan zijn en die daardoor ook steeds gevoed en onderhouden worden.
Hoofdstuk 192: Over het wezenlijke van Isis en Osiris. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Wel, ik ben wat dat betreft zelf te weinig bekend met de oude wijsheid om het verder en beter toe te kunnen lichten! Over zeven dagen zal ik jullie naar de plaats brengen waar jullie dat alles zelfs in ogenschouw kunnen nemen. Natuurlijk heeft de scherpe tand des tijds veel verwoest van dit oeroude heiligdom, maar er is nog heel veel zeer goed bewaard gebleven en jullie kun n er nog veel van Ieren!'
Hoofdstuk 193: De grote rotstempel Jabu Simbil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Vrienden en broeders, om dat te weten is er meer nodig dan alle wijsheid van alle mensen! Voor mij zou dat al een overtuigend bewijs geweest zijn omdat ik wel in staat ben om te begrijpen wat een mens in het uitzonderlijkste geval als toppunt van wijsheid mogelijkerwijs kan weten! Maar, nadat hij een wenk had ontvangen van die Heer daar aan de tafel, liet de jongeman het daar niet bij, want hij vroeg mij of ik het niet wenselijk zou vinden als hij de bewuste vondst uit mijn hut in Nouabia hier bij mij zou brengen! Dit aanbod moest me dan toch wel uitermate verrassen, en ik nam het aanbod van de aanvallige jongen aan.
Hoofdstuk 196: Oubratouvishar probeert zijn mensen van Jezus' goddelijkheid te overtuigen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Het binnenste is door een boog in drie hallen gescheiden; in iedere hal staan aan beide zijden zeven reuzen, in totaal in ieder van de drie hallen veertien reuzen. Het zijn symbolen van de van God uitgaande zeven geesten. In de drie delen van de hal staan zesmaal zeven van zulke reuzen; dat betekent dat God reeds vanaf het allereerste begin van de schepping zes perioden heeft vastgesteld, en dat in ieder van deze eindeloos lange en voortdurend in elkaar overgaande perioden deze zelfde zeven geesten alles gedragen hebben en overal werkzaam zijn geweest. leder van de zes wanden van de lange, driedelige tempelhal is versierd met allerlei tekens en figuren, waaruit een ingewijde in de oude wijsheid alles ontraadselen kan wat de geest van God geopenbaard heeft aan de aartswijzen uit de oertijd van dit land.
Hoofdstuk 193: De grote rotstempel Jabu Simbil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Denk eraan hoe nadrukkelijk de overste ons heeft gewaarschuwd voor zulke corrupte charlatans en magiërs, zoals hij ze noemde! Een mens wiens toverkunst ook nog gepaard ging met zedelijke wijsheid, zou, zoals de overste dat zei, zichzelf met het grootste gemak tot heerser van de aardse mensen en uiteindelijk zelfs tot god maken, -en deze mens lijkt ons tot op heden daarvoor rijkelijk veel aanleg te hebben! Daarom moeten we hier bijzonder op onze hoede zijn en bewijzen verlangen die in alle opzichten geschikt zijn om de komende, zeer belangrijke zaak het nodige licht te geven! Want hoe groter, heiliger en belangrijker en zaak is of schijnt te worden, des te meer moet daarbij alle lichtzinnigheid vermeden worden!
Hoofdstuk 195: De twijfel van de zwarten aan de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar zeg jij ons nu hoe je kunt verklaren dat deze man het allerhoogste, goddelijke wezen is, waarvan de gehele oneindigheid vervuld is en die overal met almachtige kracht heerst, leidt en alles in stand houdt en voedt. Waar moet zich die eeuwige onbegrensde wijsheid en die almachtige wilskracht in hem bevinden?! Hier, net als wij slechts een beperkt mens en daar, werkzaam door de hele oneindigheid, met het grootste inzicht, de hoogste wijsheid en met de grootste onbeperkte kracht; hier, op en in alle ontelbare plaatsen der aarde en tevens daar, in de verste diepten van de oneindige schepping ziend, wetend, voelend, berekenend en met nooit nalatende eeuwige kracht en macht werkend?! Begrijp jij deze onbegrijpelijke mogelijkheid?"
Hoofdstuk 196: Oubratouvishar probeert zijn mensen van Jezus' goddelijkheid te overtuigen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt tegen Mij: "Heer, bij deze Moren zou ik niet zoveel wijsheid en volkomen helder verstand gezocht hebben, maar hun vele kennis en wonderbaarlijke ervaringen brengen mij werkelijk terecht in verbazing! De overste van Memphis, die Justus Platonicus heet, is mij als een zeer wijs man bekend; maar dat hij in alle oude Egyptische mysteries ingewijd zou zijn, heb ik echt niet geweten!
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Dat hij al vanouds een sterke aanhanger van Plato was, weet ik. Als zoon van een zeer vooraanstaande familie in Rome en rijk als Croesus, is hij reeds in zijn jeugd met de Griekse en Egyptische filosofen zeer bevriend geraakten heeft hij Egypte gekozen als het belangrijkste onderwerp van al zijn studies. Ongeveer tien jaar heeft hij in het land der oude wijsheid doorgebracht en zich daar in alles in laten wijden. Met een geleidebrief van mijn broeder, Caesar Augustus, in de hand, moesten hem alle mysteriën van begin tot eind getoond worden, en zo kwam hij aan zijn huidige wijsheid. En omdat hij zo door en door thuis was in alle Egyptische aangelegenheden, plaatste Augustus hem als een meer burgerlijke dan militaire overste naar Memphis over in Opper-Egypte. Er liggen wel wat militairen in Memphis waarover onze Justus Platonicus het bevel heeft, maar een veldheer is hij daarom nog niet.
Hoofdstuk 197: Geestelijke voor en nadelen van de zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] CYRENIUS zegt: "O Heer, ook daar begrijp ik nu alles van en ik dank U voor deze zeer heilzame les; want daardoor zie ik nu dat de hele inrichting van de wereld zeer wijs en doelmatig is, en dat alles precies zo moet zijn als het is en dat het nooit anders kan zijn! Daarom zij U, God en Heer, alleen alle eer, alle liefde en alle lofprijzing; want de hele aarde en alle hemelen zijn vol van Uw liefde en wijsheid!
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...