Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 35 van 278

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[10] Als dan tenslotte de vloed van de lokkende, wereldse verleidingen zal verzinken in de diepte van haar leegheid, dan zal het goddelijke leven zich met alle kracht in en buiten de ziel manifesteren en in de zuivere en nieuwe levenssfeer in een vrijheid zonder weerga, zonder enige vijandige belager, een nieuw werk beginnen en daarmee in en met God de gehele oneindigheid van eeuwigheid tot eeuwigheid zegenen! -Begrijp je deze vergelijking?"
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De achter Julius staande MATHAËL zegt: "Daarover hoeft u zich niet bezorgd te maken! Wat de getuigen betreft, zijn wij vijven beschikbaar, echter niet om tegen hen, maar om voor hen te getuigen. Kijk, wij waren er zelf oog en oorgetuigen van, hoe zij, om te voorkomen dat zij het vervloekte water moesten drinken, deze opdracht moesten aanvaarden. Wij kennen hen nogal goed, uiterlijk gezien althans, omdat wij vrijwel gelijktijdig met hen zijn uitgezonden om de Samaritanen te bekeren. Zo onschuldig wij vijven zijn aan alles wat er met ons is gebeurd, zo onschuldig zijn zij waarschijnlijk ook. Nu weet u voorlopig voldoende en u kunt in alle rust met uw ondervraging beginnen, zonder dat u zich in het minst behoeft te generen voor onze innerlijk wijsheid."
Hoofdstuk 37: Julius en de twaalf politieke misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Bij deze woorden van Mathaël werd het JULIUS wat lichter om het hart en hij richtte zich dan ook meteen tot de nog op de grond liggende, politieke misdadigers en zei: "Sta op en heb geen angst of vrees, want mannen zoals jullie moeten ook de naakte dood zonder vrees en beven kalm onder ogen kunnen zien! Wij Romeinen zijn geen tijgers en geen luipaarden, maar mensen die er eerder op uit zijn om het ongeluk van de mensen te verzachten, dan op enigerlei wijze te verergeren! Maar bedenk ook dat wij geen enkele misdaad zo zwaar plegen te straffen als de leugen! Op een vals getuigenis en op een onbeschaamd leugenachtige verklaring staat bij ons de doodstraf! Geef daarom op ieder van mijn vragen naar waarheid antwoord, dan zal ik, als de door God boven jullie gestelde rechter, mij eerder moeite geven om jullie van alle ongemakken te bevrijden, dan om jullie nadeel te berokkenen! Maar alleen als jullie mij aantoonbaar zo eerlijk mogelijk antwoord geven! Ga nu dus staan en spreek openhartig met mij!"
Hoofdstuk 38: De ondervraging van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] JULIUS antwoordt: "Het is nog geen middag en tot de avond is er nog ruimschoots tijd, in die tijd zullen jullie nog heel wat horen en meemaken en de weg zal jullie duidelijk worden uitgelegd. Overdenk nu echter wat je hebt gehoord, dan zal alles wat er nog volgt goed te begrijpen zijn. Hiermee zijn jullie nu ook vrij en zonder straf verklaard, maar heb nooit weer de neiging om je ooit tegen ons te keren, want dan zou het jullie wel eens slechter kunnen vergaan dan nu!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Nu, in dat geval is alles helemaal in orde en zal er met deze mensen zeker veel goeds bereikt kunnen worden. Maar natuurlijk zullen zij nog menige kleine proef moeten ondergaan. Dat jullie hen in het vreemdelingenlegioen opnemen is goed, maar jullie moeten hun voldoende gelegenheid geven om op de onderkende heilsweg verder te kunnen gaan. De vijf, met Mathaël aan het hoofd, moeten jullie over het legioen verdelen. Zij zullen jullie allen in Mijn naam goede diensten bewijzen en in korte tijd hun innerlijke wijsheid op de juiste wijze toepassen. Maar voorlopig mogen zij zich niet in Galiléa ophouden, want het zal niet zo erg lang duren voor de tempel er lucht van krijgt dat zo'n zeven en veertig leden hem de rug hebben toegekeerd en door Herodes zal de tempel jacht op hen laten maken. Als ze echter niet in Galiléa en ook nergens anders gevonden worden, zullen de speurders onverrichter zake weer terugkeren. Men zal dan de zeven en veertig als verongelukt en verloren beschouwen en zich verder niet meer om hen bekommeren. Zo blijven jullie Romeinen buiten schot en door jullie de zeven en veertig ook en iedereen is zonder een leugen om bestwil geholpen!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Toen wij ook bij ons in de bergen hoorden dat de beroemde heiland uit Nazareth zich in Genezareth ophield en alle zieken genas, bracht ook ik met mijn knechten en muildieren mijn broer met onvoorstelbare moeite naar Genezareth. Toen wij daar na al die inspanning aankwamen, zei men echter dat de heiland een bergtocht had ondernomen en dat men niet wist wanneer en of hij nog terug zou komen. Daar stond ik nu als een pilaar naast mijn jammerende broer, begon van droefheid zelf te huilen en bad God uit de grond van mijn hart of Hij een einde zou willen maken aan het bittere lijden van mijn arme broer, omdat ik niet het geluk had gehad de wonderheiland nog aan te treffen. Ik, als eerstgeborene, legde de gelofte af hem al mijn erfrechten af te staan en hem zonder eerstgeboorterecht mijn leven lang te dienen, als hij genezen kon worden.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] SUETAL zegt: "Daar zou je wel eens helemaal gelijk in kunnen hebben! Zo zal het beslist in elkaar zitten en ik begin nu razend nieuwsgierig te worden naar de persoonlijke kennismaking met deze beroemdste van alle genezers. Ik wilde weliswaar zoëven tegen de hoofdman niet te veel zeggen toen hij ons vroeg naar deze wonderbaarlijke man, maar geloof me, heel Samaria en heel Sichar zijn er vol van! In Sichar houdt men hem zonder meer voor een mens waardoor de goddelijke geest volledig werkzaam is! En dat, sta me toe dat ik het zeg, is toch werkelijk ook niet gering te noemen!
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De mensen uit Sichar vereren hem zelfs al als een God, wat ook al met sommige Grieken en Romeinen het geval is! En ik durf te wedden dat ook deze Romeinen hem daarvoor aanzien, want zij hechten nog steeds veel waarde aan het oude gezegde Non exsistit vir magnus sine afflatu divino (Er bestaat geen groot man zonder een vleugje van het goddelijke). Dat heeft in ieder geval het voordeel dat zij ten opzichte van mensen die blijk geven hoogstaand en intelligent te zijn, beslist niet vijandig zijn en hen altijd met raad en daad ter zijde staan en dat schijnt ook hier duidelijk het geval te zijn.
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Een betrouwbaar mens behoort echter slechts de waarheid te spreken. Als hij deze niet kent, moet hij zwijgen, zoeken en onderzoeken. En als hij de waarheid heeft gevonden, moet hij spreken! Want, wie spreekt zonder de waarheid te kennen, liegt, ook al spreekt hij toevallig de waarheid!
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De brandende doornstruik is een teken dat de weg van de profeet met veel dorens bezaaid zal zijn. Maar zijn grote liefde tot God en zijn broeders, die zich als een vlam boven en door de gehele doornstruik laat zien, zal de punten van de dorens verzengen en daarna het gehele, stekelige struikgewas verteren en een pad zonder dorens banen.
Hoofdstuk 49: Gods beeldspraak bij Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] JULIUS zegt, tot tranen bewogen: "Ja, beste en eigenlijk veel hoger dan ik staande broeder. Waarlijk, van liefde zou ik je haast dooddrukken en de Heiland Jezus uit Nazareth kan ik nu zonder tranen van liefde helemaal niet meer aankijken en ik begrijp nu pas de grote liefde van dat meisje, dat bijna niet meer bij Hem is weg te slaan!"
Hoofdstuk 49: Gods beeldspraak bij Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Nadat SUETAL deze woorden van Mathaël heeft gehoord, zegt hij: " Ja, als je eenmaal zo boordevol wijsheid zit, kun je wel heel makkelijk zonder vrees zijn. Een ziende kan nu eenmaal gemakkelijk voorwaarts gaan, maar een blinde moet vooraf steeds uitzoeken of zijn volgende stap wel veilig is en ondanks alle voorzichtigheid en onophoudelijk onderzoekende behoedzaamheid, stoot men toch altijd ergens tegenaan. Maar als je een wegwijzer hebt, zoals jij, beste broeder Mathaël, er een bent, dan kan men als stekeblinde ook nog vooruitkomen! 0, nu blijven we wel, en verheugen ons buitengewoon zo spoedig mogelijk nader kennis te maken met hem, waarover jij om voor de hand liggende redenen zo'n uitstekend getuigenis hebt gegeven!"
Hoofdstuk 49: Gods beeldspraak bij Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK ga nu naar hen toe en vraag Suetal: "Ik heb jullie eerdere gesprekken helemaal gevolgd, want Mijn oren horen zeer scherp. Maar omdat jullie gezamenlijk zo veel over die heiland uit Nazareth met de wijze Mathaël en de hoofdman Julius besproken hebben, waarbij echter jullie eigen mening steeds verborgen is gebleven, zou Ik nu eens zonder omwegen van jullie willen horen wat jullie eigenlijk zelf van de bewuste persoon denken. Wees niet bang om het openlijk te zeggen, want Ik sta er borg voor dat je er geen last mee zult krijgen! Ik ken de heiland goed genoeg om te weten dat hij jullie geen kwaad zal doen als je Mij, als één van zijn naaste en beste vrienden, onverbloemd je persoonlijke mening kenbaar maakt!"
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Of wij echter als mensen zonder kennis en meer nog, zonder wijsheid, met onze voorstelling toch nog op de verkeerde weg zijn, daarover verschillen wij nog enigszins van gedachten en begrippen! Maar wie kan en wil dat voor ons, blinden in kennis en wijsheid, zó beschrijven dat ons óf het een, óf het ander zo duidelijk wordt als de zon op klaarlichte dag?
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Om voor mensen zoals wij, met woorden en daden wonderen te verrichten is voor de begaafden niet zo'n grote kunst. Tegen de blinden kun je gemakkelijk over kleuren preken, de ziende heeft daar toch al geen behoefte aan omdat hij de kleuren ook zonder preek kan zien.
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...