Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 35 van 103

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[4] Is de mensheid op deze wijze binnen een aantal eeuwen voor het allergrootste deel zo slecht mogelijk geworden, dan komt natuurlijk wel het ene strafgericht na het andere; maar ik vind, dat die niet nodig zouden zijn als het geloof van de mensen niet zo vaak door bepaalde voorvallen te hard op de proef was gesteld.
Hoofdstuk 173: Over de schijnbaar onrechtvaardige leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar Ik zei tegen de woordvoerder: 'Ik neem nooit van iemand een beloning aan voor Mijn leer en voor Mijn oordeel! Maar Ik zeg jullie nu dat afgezien van het recht in jullie kwestie jullie hier ten deel is gevallen dat ook jullie voortaan redelijk en rechtvaardig zijn tegen iedereen met wie jullie waar dan ook omgaan; want onredelijkheid en ongerechtigheid onder de mensen op aarde is het grootste kwaad op de wereld dat tweedracht zaait tussen broeders en zusters en vijandschap veroorzaakt. En waar deze eenmaal bestaan is er geen heil meer onder de mensen, maar afgunst, haat, roof, doodslag, moord en oorlog.
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Dat je ze niet in je herberg opneemt, daaraan doe je goed; maar de karavaan ook uit de hele plaats te weren zou onverstandig zijn! Want ten eerste staat de karavaan onder bescherming van de Romeinse wetten die voor alle handelslieden gelden en die hun vrije doortocht toestaan, en ten tweede zijn er ook in deze plaats veel mensen die vanwege hun innerlijke geaardheid geen haar beter zijn dan deze handelslieden en dus helemaal geen gevaar lopen slechter te worden dan zij allang zijn; en ten slot te als derde punt kunnen er zelfs bij deze Damascenen enige pogingen gedaan worden of hun gezindheid zich misschien voor een deel toch nog zou kunnen en willen veranderen. Want bij veel mensen, hoe slecht ze ook zijn, is op deze wereld altijd nog eerder en gemakkelijker verbetering mogelijk, dan later aan gene zijde voor de naakte ziel.
Hoofdstuk 170: De handelskaravaan uit Damascus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Maar ook zij zullen niet blijven zoals zij nu onderricht en gevormd zijn; want weldra zullen er valse gezalfden onder hen opstaan, die ook tekenen doen, koningen en vorsten misleiden, zich weldra een grote wereldse macht toeëigenen en te vuur en te zwaard die mensen vervolgen die hen niet willen volgen, en zich uiteindelijk in vele sekten en partijen splitsen, en dat zijn dan de vele volkeren die Ik als Heer zal straffen vanwege hun liefdeloosheid, hun onwaarheid, hun egoïsme, hun hoogmoed, hun starheid, hun heerszucht en hun kwade getwist en wederzijdse vervolgingen en oorlogen. V óór die tijd echter zal komen, zal er nog net zoveel tijd verstrijken als van Noach* (* opmerking: Noach stierf in 2145 voor Christus volgens het Gr.Ev.Joh.deel 8, hfdst.86,3; Genesis 5 en Genesis 9,29.) tot nu.
Hoofdstuk 172: De Heer legt de toekomstbeelden van Jesaja uit (Jes. 2, 1 -5) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wel, wij Damasceners waren en zijn voor een deel nog heel goede en echte joden; maar er moet geen zendeling uit Jeruzalem komen om ons voor deze slechte en bedrieglijke stad te stemmen! Wie dat zou doen, moet liever niet naar ons komen; want komt er zo iemand, dan zal hij meteen de stad uitgezet worden, waar hij dan op de vlucht kan slaan. Maar wanneer profeten en rechters, zoals u er een bent naar ons toe komen, nemen wij die altijd graag op, ook al zijn we grotendeels Grieken, Oud-Syriërs en Babyloniërs; want van de ware profeten kan ieder mens iets waars en derhalve ook goeds te horen krijgen. En zo zullen ook allen die u ons als uw ware leerlingen zult zenden, goed door ons opgenomen worden!'
Hoofdstuk 179: Een klein evangelie aan de Damasceners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'Wees daarom voortaan verstandiger en neem geen deel meer aan enig tumult, anders zou het een keer slecht met je kunnen aflopen! Maar ga nu met deze dochter van die zieke moeder, bij wie je in dienst bent, naar huis en breng de zieke hier naar toe, dan zal Ik zien of ze misschien nog geholpen kan worden!'
Hoofdstuk 180: De Heer wekt een gestorven weduwe op uit de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Hiermee was de waard tevreden en ging naar Lazarus om hem een grote som geld te overhandigen, die hij op die dag had ontvangen; hij zei hem dat het grootste deel daarvan betaald was door de inmiddels vertrokken slavenhandelaren.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Toen legden ze deze zeven zakken vol louter zware goudstukken op de tafel en verdwenen zeer snel. Ik kon toen natuurlijk niets anders doen dan ze voor jou bewaren. En die paar honderd zilverstukken hier heb ik van andere gasten ontvangen; want er zijn al snel heel wat gasten gekomen, voor het grootste deel vreemdelingen, die veel gebruikt en goed betaald hebben. Sommigen wilden hier overnachten; maar ik heb me verontschuldigd door hun waarheidsgetrouw te vertellen dat ik al een paar honderd gasten verwachtte, die overdag slechts een uitstapje naar Emmaüs hadden gemaakt maar 's avonds weer terug zouden komen. Alleen een oude, vermoeide pelgrim heb ik hier gehouden en ik heb in mijn kamer een slaapplaats voor hem klaar gemaakt.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[26] Waarlijk, de hele aarde zou nooit een slechte en mislukte oogst hebben, als de mensen maar enigszins op jullie leken. Maar in het hele land der joden zijn er nu geen duizend die geheel zijn zoals ze behoren te zijn. Maar ook omwille van deze duizend zal Ik het land niet teisteren met een algehele plaag. De goeden zullen altijd in zoverre van iedere plaag verschoond blijven als ze zelf waarachtig goed zijn; maar voorzover ze op een of andere manier meedoen met de wereld, zullen ze ook deel hebben aan de bezoekingen van de wereld.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[28] Laat daarom allen die jullie ten dienste staan altijd wakker en actief zijn in alles wat juist, waar en goed is, dan hebben jullie voor Mij goed zaad uitgezaaid, dat ons als oogst honderdvoudige vrucht zal opleveren en een groot deel van de oogst zal eeuwig jullie deel zijn!
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Maar reeds in de tijd der koningen is deze belangrijke tak van kennisoverdracht steeds meer verwaarloosd, enerzijds door een deel van de priesters die steeds hebzuchtiger waren geworden en duisterder in de kennis van het ware, en anderzijds ook door de koningen zelf. En toen het rijk reeds onder de eerste nakomelingen van Salomo verdeeld werd, ging deze tak van kennis spoedig dermate verloren dat jullie nu amper meer weten dat er bij de joden, vanaf Mozes tot in de tijd van Samuel, ooit een dergelijke wetenschap intensief beoefend is.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nikodemus en Jozef van Arimatea, alsook de oude rabbi, raakten een beetje in verlegenheid om op de sabbat na zonsopgang aan het ochtendmaal deel te moeten nemen.
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] De hele raad was het ermee eens en Kajafas zei met grote ernst: 'Goed, verkleden jullie je dan, opdat het volk je niet herkent! Ga door de grote volkspoort de tempel binnen en kwijt je goed van je taak, dan zal mijn en Gods welbehagen jullie ten deel vallen!'
Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Zelf komen jullie het Godsrijk van de waarheid en het leven niet binnen, en degenen die er op een of andere manier nog binnen willen gaan, laten jullie er niet in, maar vervolgen en vervloeken jullie .en versperren hun op deze manier alle wegen naar het licht en het eeuwige leven. Daarom ook zal des te meer vervloeking jullie deel zijn!
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] Na de maaltijd zei Ik tegen de waard van de herberg: 'Deze herberg is nu een groot heil ten deel gevallen! Vanaf vandaag kun je kippen en schapen houden zoveel je maar wilt en kunt; want Ik wil dat dit gebied door geen enkel roofdier meer wordt lastiggevallen, noch op de grond noch in de lucht, zolang jij en je nakomelingen deze herberg en dit gebied zullen bezitten. Maar als er later ooit andere en slechtere waarden in bezit zullen komen van deze herberg en dit gebied, zullen ze ook weer door de oude plaag geteisterd worden!'
Hoofdstuk 208: Aankomst bij de Griekse waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...