Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 35 van 1112

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[31] De andere geest is het water. Zoals nu de wrange, zure kwaliteit de Vader is der zes andere geesten, en hen bijeenhoudt en in stand houdt, zo is het zoete water de moeder, waarin alle geesten ontvangen en ge­boren worden. Zij maakt hen zacht en drenkt ze. Door haar ontvangen zij hun leven en het licht van het vreugderijk gaat in haar op. Koning Lucifer heeft het zoete water ook onder zijn heerschappij gehad en wel de kern en het allerbeste ervan. Want God heeft zijn zoon het schoonste sieraad omgehangen, in de hoop, veel vreugde van hem te beleven. Wat doet nu de zure, wrange eigenschap met haar moeder het zoete water? Zij huichelde met de bittere eigenschap en niet de hitte, opdat zij zich zouden verheffen en aangestoken zouden worden; zij wilden de moeder vermoorden en omvormen tot een zure eigenschap; daardoor wilden zij met hun geest over de Godheid heersen; alles moest voor hen bukken en zij wilden alles met hun scherpte vormen. Hierna deden zij het zoete water verdrogen in het lichaam van Lucifer en de hitte ontstak het en de .wrangheid deed het verdrogen; toen werd het geheel zuur en scherp. Toen nu op deze wijze de geest Lucifer werd geboren, zo was het leven des geestes hetwelk in het water opgaat, evenals ook het licht, geheel zuur en scherp. Deze geest der zuurheid nu raasde uit alle macht tegen het zoete water, buiten het lichaam, in de Salniter Gods en dacht, dat hij de eerste moest zijn en uit eigen kracht alles moest formeren. Dit was de tweede vijandschap jegens God: hierdoor ontstond de zuur­heid in deze wereld; zij is er niet altijd geweest. Een goed voorbeeld hiervan is het volgende:
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] Ge dient te weten, dat er tussen God en Lucifer geen ander onderscheid is geweest, als dat hetwelk er is tussen de ouders en hun kinderen. Want zoals de ouders het kind uit hun eigen lichaam voortbrengen, naar hun gelijkenis en het in hun huis als een natuurlijke lichamelijke erfenis laten wonen en het verzorgen, zo nabij is ook het lichaam van Lucifer aan God. Want God heeft hem uit Zijn Wezen voortgebracht; daarom heeft Hij hem ook tot een erfgenaam zijner goederen gemaakt en heng de ge­hele ruimte, waarbinnen hij werd geschapen, tot een bezit gegeven. Nu moet ge weten, waarmede Lucifer tegen God gestreden en God ver­toornd heeft: met zijn lichaam heeft hij het niet kunnen doen, want zijn lichaam strekte zich niet verder uit dan de plaats die hem toebehoorde. Het is iets anders. De geest, welke in het midden, in het hart van alle zeven Oergeesten geboren werd, is ook (omdat hij nog in het lichaam is, wanneer hij geboren is) als één met God. Er is geen onderscheid. Er is geen onderscheid tussen beiden. Wanneer dezelfde geest, welke in het lichaam geboren wordt, door de ogen iets aanschouwt, of door de oren iets hoort, of door de neus ruikt, zo leeft hij daarin en hij werkt temidden daarvan als in zijn eigendom. En wanneer het hem behaagt, zo eet hij daarvan en wordt er door aangestoken, hij voert een strijd mee, veroorzaakt een matiging; laat iets bepaalds zijn zo groot en zo wijd het maar wil: zo ver als zijn oorspronkelijk koninkrijk in God reikt, zo ver kan de geest regeren en hij wordt door niets tegengehouden. Want er is in deze geen onderscheid tussen God den Heiligen Geest en de Geest des lichaams. Slechts dit, dat de Heilige Geest van God de ganse volheid is en een andere geest slechts een gedeelte, en waar hij komt, daar heerst hij tezamen met God. Want hij is uit God en in God en kan niet tegen­gehouden worden, dan alleen door de zeven natuurgeesten des lichaams, die den Geest voortbrengen; zij hebben de teugels in handen. Gods Geest heeft in zich alle bronnen, maar er zijn drie grondprincipes. De ene bron (1e principe) is in het vuur, de tweede in het licht en de derde is in de geest dezer wereld, in de lucht en de sterren. Als de wrange kwaliteit, als de Vader, het Woord of den Zoon of Geest formeert, zo staat hij in het midden van het Hart en wordt door de andere geesten beproefd, of hij goed is. Wanneer hij nu aan het vuur welge­vallig is, zo laat het vuur de straal (de bliksem, waarin de geest der bitterheid woont), door het zoete water heen gaan; aldaar ontvangt het de liefde en vaart met hem in de wrange kwaliteit. Wanneer deze in de wrange, zure kwaliteit woning hebben gemaakt, met de nieuwgeboren geest of de Wil, zo verheugt zich de wrange kwaliteit van den nieuwen jongen Zoon en verheft zich. Daar wordt hij gegrepen door de toon, het geluid en dat gaat van zijn mond uit, ook de ogen, de oren en de neus doen datgene, wat door de raad der zeven geesten besloten is. Deze raad kan de geest veranderen, zoals hij wil. Daarom is de oor­sprong van alles het hart; de raad der zeven geesten, zoals zij den Geest voortbrengen, zo is hij ook.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Welaan dan Lucifer, gij die de liefde had, hoe hebt ge u gedragen? Is uwe liefde ook zulk een oerbron? Wij zullen haar thans bezien en aan­schouwen, welke een lieflijke Engel gij geworden zijt. Merk nu op: Wanneer Lucifer zich niet te hoog had verheven en zich niet aangestoken had, zo zou zijn oerbron der liefde dezelfde zijn als de oerbron der liefde in God, want in hem was geen andere Salniter dan in God. Toen hij zich echter verhief teneinde met zijn geest over de Godheid te heersen, zo was het hart des lichts, welke de kern der liefde in het zoete water is, een grimmige bron des vuurs, waardoor in het ge­hele lichaam een sidderen en branden ontstond. Toen nu de ziele­geest geboren werd temidden van dit vuur, zo drong hij uit het lichaam vol boosaardigheid de natuur of de Salniter Gods binnen en verstoorde de liefde in de Salniter. Hij drong vol woede en vol venijn door alles heen en meende, dat hij alleen God was. En hij wilde over alles heersen. Hierdoor nu is de eeuwige vijandschap en de afkeer tussen God en Lucifer ontstaan; want de kracht Gods werkt zacht, lieflijk en vriendelijk, en de geesten van Lucifer zijn scherp, vol vuur en zeer snel.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[43] De aarde is de vrucht van de 7e Geest Gods; dat is de natuur, de lichamelijkheid, waarin zich de andere geesten openbaren en de Salniter van de 7e geest in eindeloze gestalten en vormen, zodat de aarde ook haar zaad voortbrengt, zoals het ons voor ogen ligt. Het vleeskleed des mensen is ook zo'n huis, als de duistere diepte dezer wereld, waarin de zeven geesten Gods vrucht dragen. Daar echter de mens eigenaar is van zijn lichaam, dat een Zoon van het ganse lichaam Gods is, brengt hij ook bij hem behorend zaad voort, uit het gebied van zijn lichamelijke Oergeesten? Het lichaam voedt zich met het zaad van de zeven goddelijke geesten uit 't lichaam van de grote diepte, die vuur, lucht, water en aarde is.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[47] Toen de aarde tezamen gedrukt was, stond de massa in de donkere diepte in de voortgebrachte Hemel tussen de angstvolle geboorte en de liefde van Gods hart, tot de 6de dag; toen liet Gods hart het licht des levens uit Zijn hart in het binnenste van de massa of in de derde openbaring schijnen. Toen dit gebeurde, vingen de 7 Oergeesten aan zich te bekwamen in de massa en zich in de vaste substantie van 't zaad dat de Oergeesten voort­brachten als vuur, lucht en water, evenals in 't lichaam der diepte. Zo werd de mens een levende ziel, in wezen gelijk aan de opgegane zon, en op gelijke wijze de 7 planeten.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[55] Zie, wanneer nu het zaad geboren is, staat het midden in 't hart van het lichaam, want daar juist ontvangt de moeder de drie-eenheid. Eerstens grijpt de wrange geest; hij trekt een massa uit het zoete water samen, dat wil zeggen uit de vetheid van het hartebloed of sap of olie van 't hart. Die zelfde olie heeft reeds het principe van de drie-eenheid in zich, evenals de gehele mens, want het is alsof men kruitvuur in stro wierp.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] De vierde geest Gods is de hitte; zij wordt geboren tussen de bittere en de wrange eigenschap en in het zoete water opgevangen; daarbij wordt zij schijnend en lichtend en zij is de ware bronwel des levens. Want in het zoete water wordt zij geheel zacht; daardoor ontstaat de liefde; het is een lieflijk verwarmen en geen brandend vuur. Waar water is, is geen vuur, maar wel een lieflijk verwarmen en een zacht koesteren; wanneer echter het water verdroogt, komt het vuur te voorschijn, hetwelk brandt. Zo dacht ook Heer Lucifer. Zou hij zijn vuur ontsteken, zo zou hij vol ijver, met geweld heersen over de Goddelijke kracht. Hij dacht dat het vuur eeuwig zou branden en licht verspreiden. Hij had niet het plan, het licht uit te doven, maar wilde, dat het in het vuur zou blijven branden. Hij wilde het water doen opdrogen, en zodoende zou het licht in het brandende vuur blijven zweven. Hij wist echter niet, dat, wanneer hij het opgedroogde water zou ontsteken, dat de kern, de olie of het hart van het water ook versteend zou worden en er uit het licht duisternis en uit het water een onwelriekende geur zou te voorschijn komen. Want de olie, of het vet in het water wordt door de zachtmoedigheid en de weldadig­heid geboren en in datzelfde vette bestanddeel juist, wordt het licht schijnende; zo echter dat vet verbrand is, zo ontstaat er in het water een stank en het wordt bovendien geheel donker. Alzo ging het ook met de hovaardigheid van Lucifer. Een korte wijl zegevierde hij in zijn lichtglans; toen echter zijn licht uitdoofde, werd hij een zwarte duivel. Hij meende echter, dat hij eeuwig in het heldere licht van de goddelijke kracht kon heersen, als een verschrikkelijke God en hij worstelde met zijn vuurgeest, met de Salniter Gods, met de bedoeling het gehele gebied van zijn koninkrijk te ontsteken. Inderdaad heeft hij ook wat bereikt, want hij heeft de goddelijke krachten brandend gemaakt, hetgeen bewezen wordt door de zon en de sterren. Zo wordt ook dikwijls het Salnitervuur ontstoken in de elementen, zodat het er uitziet, alsof de ruimte, de diepte brandt, hetgeen ik ter plaatse bespreken wil. Hij trad terug uit de zachtmoedigheid en wilde slechts het vuur doen ontbranden; viel daardoor in de duisternis. De lezer moet het niet zo verstaan, dat de duivel Gods Licht ontstoken heeft, maar hij ontstak de natuurgestalten, waaruit het licht te voorschijn treedt. Want hij heeft het licht niet in zich opgenomen, evenmin als -het vuur het licht in zich opneemt. Hij is in het vuur gegaan en werd in de duisternis uitgedreven en hij heeft, buiten zijn wezen, zijn verschijnings­vorm, noch licht, noch vuur. Lucifer mag niet zeggen, dat God de helse eigenschappen heeft voortgebracht, opdat hij tot boosheid zou vervallen, neen, hij heeft dat zelf gedaan; bovendien heeft hij de godheid beledigd en hij heeft van de krachten Gods helse krachten gemaakt, waarin hij voor eeuwig woning gemaakt heeft. Want toen hij en al zijn Engelen de oergeest van het vuur in zich deden ontbranden, zo brandde het vet in het zoete water en er ontstond een branden, steken, verscheuren en woeden. Daardoor ontstond een angel des doods, want door de hitte werd de bittere kwaliteit zo brandend, stekend en boos, als ware het gehele lichaam louter vuur geworden; temidden van de wrange, zure kwaliteit werd er een strijd gevoerd, alsof men met vurige pijlen het lichaam doorstak. Daarentegen streed het koude vuur van de wrange eigenschap tegen de hitte en tegen het bittere gif, alsof er een oproer plaats vond, en er was in het lichaam van Lucifer niets dan moorden, roven, branden en steken; het was als een verschrikkelijk hels vuur. Deze vuur- en duivelsgeest verhief zich nu ook in het centrum van het hart en wilde door middel van de wil-geest, geboren uit de zeven Oergeesten en het beeld Gods vertegenwoordigend, in de ganse goddelijke kracht heersen en de gehele goddelijke Salniter ontsteken. Hij wilde een nieuwe en geweldige God zijn.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[61] Te dien tijde is de massa tezamen getrokken, want toen zich Gods hart in de Salniter verborg, bekeek het de gehele ruimte of het lichaam weer en dacht, hoe zij weer geholpen kon worden, opdat weer een Engelenrijk in de diepte dezer wereld zou kunnen ontstaan. De aanblik was echter de liefdegeest in Gods hart, die de olie van het water verbond op de plaats van de aanblik, waar alreeds de olie en het water elkaar doordrongen. Het licht was opgegaan. Denk hierbij aan de aanblik van de heilige Petrus in het huis van Kaifas; zo is het eveneens.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[63] Juist op deze wijze is de eerste massa ook ontstaan, want de liefdegeest in Gods hart zag in het lichaam van de in toorn ontstoken Vader het water des levens aan, waardoor en waaruit de liefde in vuur opging, vóór de tijd van de toorn; op dit ogenblik heeft een geest de andere ge­vangen; de olie of het water in de toorn heeft de liefdegeest in Gods hart ontvangen, zich daarmee verenigd en de wrange geest heeft de massa samengetrokken.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Ge moet niet denken, dat de duivel de godheid overwonnen had; neen, maar hij heeft de toorn Gods opgewekt, welke in eeuwigheid in het ver­borgene had gerust, en hij heeft uit de Salniter Gods een moordhol gemaakt, want, wanneer men het stro met het vuur in aanraking brengt, zo brandt het. Ook zo dringt het vuur van Gods toorn in de natuur niet door tot de binnenste hartekern, welke de Zone Gods is; nog minder reikt het tot aan de verborgen heiligheid des geestes, maar het dringt door in de zes Oergeesten ter plaatse, waar de zevende oergeest geboren wordt. Want op deze plaats is Heer Lucifer tot een schepsel geworden en zijne heerschappij ging niet verder; ware hij echter in de liefde ge­bleven, zo zou zijn ziele-geest gereikt hebben tot in het middelpunt van het Hart van God, want de liefde doordringt de gehele Godheid. Toen echter zijne liefde werd uitgedoofd, zo kon de ziele-geest niet meer reiken tot in Gods Hart en zijn voornemen werd verijdeld. Hij woedde en zwoegde in de natuur, welke is de zevende oergeest Gods. Dewijl echter de kracht van alle zeven geesten in de natuur tot uitdrukking kwam, zo werden zij ook alle zeven door de toorn aangedaan, maar slechts naar het uiterlijke. Want het hart kon de duivel niet aanraken; zo ook kon hij het innerlijkste wezen der Oergeesten niet aanraken. De heerlijkheid der zeven Oergeesten was bij het allereerste aanraken al te niet gedaan en aanstonds door de ziele-geest in bezit genomen. Op dit ogenblik heeft koning Lucifer de hel en het eeuwige verderf voor zich gereed gemaakt. Toen nu de natuur zodanig werd aangedaan en door het vuur werd aangestoken, zo veranderde het huis der vreugden in een huis der droefenis. Toen dit geschiedde, zo doofde ook het licht in de natuur uit en alles werd duister en droevig; het water werd zéér koud en dik en werd als in kluisters gevangen gehouden. Dat is de oorsprong van het element “water” op aarde. Want voor de wereld tot aanzijn was gekomen, was het water zéér dun, ijl, zoals de lucht. Toen werd daarin het “leven” geboren, hetwelk thans zo ten dode gedoemd en verdorven is. De volzalige liefde, die opging in het licht des levens, verkeerde in bitter en boos vergif, in een moordhol en een angel des doods.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Ziet, toen Lucifer met zijn heirleger het vuur des toorns in de Goddelijke natuur ontstak, zodat God vertoornd werd, zo werd de natuur boos, koud, verhit, bitter, zuur en wrang. De geest, die voordien in de natuur vol liefde en zachtmoedigheid had gewerkt, werd vol van verschrikking, welke geest men thans het element “lucht” of “wind” noemt. Want toen de zeven Oergeesten ontstoken werden, zo brachten zij een dergelijke geest voort; zo ook werd het zoete water, hetwelk voor de tijden des toorns zeer dun was, dik en de wrange eigenschap werd zeer scherp, want zij trok zich tezamen als het zout. Want het zoute water, of het zout, het­welk thans nog in de aarde gevonden wordt, heeft zijn oorsprong uit het eerste ontsteken der wrange kwaliteit; zo zijn de stenen en ook de aarde ontstaan. Want de wrange kwaliteit deed de Salniter tezamen trekken en verdrogen; daardoor ontstond de bittere aarde; de stenen echter zijn ontstaan uit de Salniter, die zich openbaarde in de kracht van de toon, de klank. Want zoals de natuur heeft gewerkt en geworsteld, naar die mate is de materie genoemd en tezamen getrokken. Nu zou men kunnen vragen: hoe kan een Zoon, die men begrijpen kan, geboren worden uit een moeder, die men niet begrijpen kan. Dit is te vergelijken met het ontstaan der aarde en der stenen, die ook uit het onbegrepene voortgekomen zijn. Ziet, de ruimte tussen Hemel en aarde is ook niet te verstaan; onbegrepen; de eigenschappen der ver­schillende elementen doen menigmaal levende wezens vol verschrikking geboren worden, zoals sprinkhanen, vliegen en wormen. Dat geschiedt door de samentrekking der eigenschappen, en in deze samengetrokken Salniter openbaart zich dan zeer spoedig het leven. Want, wanneer de hitte de zuurheid, de wrangheid ontsteekt, openbaart zich het leven, terwijl de bittere hoedanigheid des levens oorsprong is. Op dezelfde wijze zijn ook de aarde en de stenen ontstaan.
Hoofdstuk 17: Over de droevige en ellendige toestand der verdorven natuur en de oorsprong der vier elementen, in de plaats van de Heilige Godsregering. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[32] De bergen zijn zo geworden, doordat de verdorven Salniter op die plaatsen zich heeft opgehoopt; want op de ene plaats is meer van dien Salniter aanwezig dan op de andere plaats. Dat is afhankelijk van de Oergeesten Gods en waar zij werken. Op de plaatsen, waar het zoete water het eerst aanwezig was, daar is veel van dat deel der aarde tot water geworden. Waar echter de wrange eigenschap in de bitterheid in Mercurius het eerst aanwezig was, ontstonden veel stenen en daar bleef de aarde ook aarde zonder meer. Waar echter de hitte in het Licht het eerst aanwezig is geweest, daar ontstond veel goud en zilver en menige schone en schitterende edelsteen; vooral waar de liefde in het licht het eerst aanwezig is geweest. Aldaar ontstonden de edelste ge­steenten en het zuiverste goud. Toen zich echter de aarde, in één materiële substantie tot een klomp, een bal had verdicht, zo is het water, dat er in aanwezig was, er uitgeperst; waar het echter met de ruwe, wrange kwaliteit in de harde rots ingeperst werd, daar bevindt het zich nu nog in de aarde en het heeft in de loop der tijden letterlik grote openingen veroorzaakt, waardoor het weg kan stromen. Op de plaatsen, waar grote zeeën en meren zijn, daar is het water van de aanvang af geweest en niet later pas gekomen. En dewijl daar, op die plaatsen, dan niet veel Salniter geweest is, zo werd de aarde een dal en bleef het water daar staan. Want het dunne doorzichtige water zoekt het dal en is deemoedig. Het verheft zich niet, zoals de bittere en wrange kwaliteit en zoals het vuur dat hebben gedaan in de schepselen der duivelen. Daarom zoekt het water steeds de nederigste, laagst gelegen plaatsen op aarde, hetwelk de geest der zachtmoedigheid vertegenwoordigt, waarin liet Leven ge­boren wordt, hetgeen ge bij de schepping des mensen kunt lezen.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Deze beschrijving toont nogmaals aan, dat niet Mozes de schrijver van dit bijbelgedeelte is, want het is zeer eenvoudig en simpel beschreven, alhoewel het getuigt van een voortreffelijk verstand. Zonder twijfel heeft de Heilige Geest niet meer willen openbaar maken, opdat de duivel niet alle geheimenissen der schepping zou weten. Want hij zelf (de duivel) verstaat de schepping van het Licht niet, en hij verstaat niet, hoe de Hemel uit het water ontstaan is. Want hij kan het Licht en de heilige voortbrenging noch zien, noch begrijpen; hij kan alleen verstaan wat geboren wordt uit de wrange, bittere, zure en verhitte kwaliteit, waar­door ook de uiterlijke geboorte ontstaan is, welke zijn koninklijk slot is. Het is niet zo te verstaan, dat hij geen macht zou hebben, het element water aan zich te onderwerpen. Want de uiterlijke, verdorven geboorte behoort niet het element water, ook bij de toorn Gods; en de dood is daarin verzonken, evenals in de aarde. Alleen de geest, die spreekt door middel van Mozes' woorden, bedoelt hier een ander soort water, hetgeen de duivel niet begrijpen kan.
Hoofdstuk 20: Over de tweede dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] Wanneer men juist verstaan wil, hoe God de wateren der aarde heeft gescheiden, zo zal men grote dingen ontdekken. Want het water, dat op de aarde is, is even verderfelijk en dood als de aarde zelf en behoort ook tot de uiterlijke geboorte, die in de dood gevangen ligt, evenals de aarde en de stenen. Niet zo, dat deze geheel en al door God verstoten is; dat niet, want het hart behoort nog tot de siderische geboorte, waarin de heilige geboorte plaats vindt. Maar de dood is inherent aan de uiterlijke geboorte; daarom zijn de wateren gescheiden geworden. Nu spreekt ge: hoe kan dat zijn? Ziet naar het water, dat in de diepte is, in deze aarde, hetwelk van een hoedanigheid is met het element lucht en vuur. Dat is het water der siderische geboorte, waarin het siderische leven zich beweegt en waarin hoofdzakelijk de Heilige Geest werkt; de derde en innerlijke geboorte brengt ook daardoor de toorn Gods voort. Dat zelfde water is ook gelijk aan de lucht. Dat echter water, lucht en vuur in elkander overgaan en bij elkander behoren, kan elk verstandig mens zien en begrijpen.
Hoofdstuk 20: Over de tweede dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[20] Nu komt de innerlijke geboorte des Hemels in aanraking met de aarde en het water van de aarde met de aarde zelf wordt gevangen gehouden. Ware dat niet zo, zo zou het water zich, bij de omwenteling van de aardbodem, verdelen; ook zou dan de aarde in stukken uiteen vallen en in de diepte verzinken. Nu houdt echter dat uitspansel tussen de Hemel en de aarde het water gevangen. Zoudt ge nu vragen: wat is dat dan voor een uitspansel, dat ik zien noch begrijpen kan?. Het is de scheiding tussen de reine goddelijkheid en de verdorven natuur, die men doorbreken moet, wanneer ge tot God wilt gaan. Het is het uitspansel, hetwelk niet geheel ligt onder de toorn Gods, maar dat ook niet geheel rein is en waarvan geschreven staat in het boek Joh. 15:15. “De Hemelen zijn niet zuiver in Zijne ogen.”
Hoofdstuk 20: Over de tweede dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...