Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 35 van 92

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[6] Wie ziet dan nu dit landschap, hoewel onvolmaakt, door de twee kleine venstertjes onder je voorhoofd? Toch alleen jouwals enige levende ziel? Het lichaam is haar immers maar voor een korte tijd als instrument gegeven om zichzelf bij een juist gebruik daarvan voor eeuwig de volle levensvrijheid en zelfstandigheid te verwerven en zeker te stellen. Wat er in het lichaam voelt, hoort, ziet, ruikt, proeft, denkt en wil, dat is toch het onsterfelijke wezen van de ziel en niet het op zichzelf dode lichaam, welks schijnleven immers niet mogelijk zou zijn zonder het ware leven van de ziel.
Hoofdstuk 167: De weemoed van de Romein bij het mooie uitzicht (16.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als God echter niet wijs zou zijn, zou Hij ook niet zo machtig zijn om iets vanuit Zichzelf tot een als het ware buiten Hem bestaand en vorm hebbend leven te roepen. Een allerhoogste macht en kracht is echter niet denkbaar zonder een hoogste, zuiverste, aller onbaatzuchtigste liefde en, uitgaande van haar eeuwig levende vuur, een allerhoogst en uiterst levend wijsheidslicht. En van dat licht kan geen enkel ook maar enigszins gelouterd menselijk verstand ooit verwachten, dat ze *(* D. w.z. de liefde en wijsheid van God.) allerlei zwakke en onbeholpen wezens in een dikwijls uiterst kort leven roept om zich daardoor een kortstondig genoegen te verschaffen, zoals kinderen met hun speelgoed; want in dat als zodanig totaalonmogelijke geval zou God in Zijn liefde en wijsheid net zo machteloos zijn als een mens en zou Hij door de macht van Zijn wil geen enkel wezen tot een werkelijk bestaan kunnen roepen.
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Pas wanneer de mens in deze belangrijkste aspecten van zijn bestaan en leven duidelijkheid heeft en zodoende Mijn geest zich in zijn ziel met levende en lichtende werkzaamheid begint te ontplooien en de hele mens begint te doordringen, zal de mens met zijn van bovenaf verlichte verstand ook snel en gemakkelijk het wezen en de orde der dingen van de grote en kleine natuurlijke wereld in hun volle en onbetwistbare waarheid bevatten en ze tot op de bodem begrijpen; maar als je de heidenen - ook al hebben ze met alle ijver alle hoge wijsheidsscholen doorlopen - datgene wat je van Rafaël hebt gehoord gaat verkondigen, zullen ze het niet begrijpen, het als dwaasheid beschouwen en belachelijk maken, en de duistere, bovenmatig zelfzuchtige en heerszuchtige priesters zullen zo'n nieuwe leer, die absoluut niet in hun oude kraam van afgoden en bedrog te pas komt, in allerijl en met woede vervloeken en het volk ertegen opzetten.
Hoofdstuk 184: Over het opnemen van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Denk je soms dat jij de dingen die Rafaël heeft uitgelegd, ook zonder het levende geloof dat je nu in Mij hebt, begrepen zou hebben? Ik zeg je: even weinig als de stenen van deze berg ze hebben begrepen!
Hoofdstuk 184: Over het opnemen van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Maar zo gemakkelijk en snel als jullie je nu voorstellen zal het valse profetendom natuurlijk niet van deze aarde uitgeroeid kunnen worden; en toch zal uiteindelijk enkel en alleen de lichte, levende waarheid overwinnen! Blijf dus maar stevig en onwrikbaar in de waarheid; want alleen de waarheid zal niet alleen jullie, maar uiteindelijk alle mensen vrij maken van het oude, zware juk van leugen en bedrog! Laat je dus door geen enkele schijnbaar nog zo helder glanzende leugen meer verleiden -dan zal alles goed gaan!
Hoofdstuk 185: Over valse en ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het brood dat de Heer in de natuurlijke woestijn, die tevens overeenkwam met de innerlijke, geestelijke woestenij van het volk Israël, voor dit volk uit de hemelen liet regenen om het lichamelijk te voeden, komt overeen met de Heer Zelf, die nu als het levende brood uit de hemelen in de ware geestelijke woestijn van de mensen is neergedaald. Zijn woord, Zijn leer en Zijn daden van liefde zijn het ware, levende brood uit de allerhoogste hemelen. Wie metterdaad van dit brood eet, zal nooit meer sterven wat zijn ziel betreft, maar hij zal het eeuwige leven in zich hebben.
Hoofdstuk 191: Raphaël's onderricht over de spijziging van Israël in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Heel velen die het oude manna hebben gegeten, zijn gestorven, niet alleen wat hun lichaam maar helaas ook wat hun ziel betreft, en tot op dit uur zijn ze nog niet opgestaan tot het leven; degenen echter die dit levende manna daadwerkelijk in de geest eten, zijn in zichzelf reeds opgestaan tot het eeuwige leven. Kijk, dat is de geestelijke betekenis van het vroegere manna!
Hoofdstuk 191: Raphaël's onderricht over de spijziging van Israël in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] onze oude wijzen hebben dit verloren gegane rijk van de volle, levende waarheid weliswaar met grote ijver gezocht en er hier en daar ook sporen van gevonden; maar zelfs de meest wijze onderzoeker heeft de omineuze sluier van onze Isis niet kunnen oplichten.
Hoofdstuk 204: De commandant Leander voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Het bevallige maken van gebaren kan voor ijdele, blinde, trotse en eerzuchtige mensen weliswaar iets van waarde lijken; maar bij Degene die de eeuwige liefde en waarheid Zelf is en altijd het diepste innerlijk en waarachtig in de geest levende doorschouwt, geldt niet het gebaar, maar alleen de levende, meest innerlijke waarheid des levens.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Het zaad voor de ware kennis van God en het levende geloof in Hem is in de eerste plaats de liefde voor de naaste, en daarin ook de zuivere liefde voor God.
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Nadat wij daar een tijd hadden doorgebracht zonder een woord te wisselen, kwam de Romein naar Mij toe en zei: 'Enige en enig ware Heer en Meester, vol van de zuiverste liefde en wijsheid en goddelijke kracht, er is nu een bijzondere gedachte in mij opgekomen, Voor de mensen kan er op deze aarde toch niets zaligmakender, gelukkiger en dus ook begerenswaardiger zijn dan dat Uw leer met haar levende, wonderbaarlijke kracht in zo kort mogelijke tijd onder hen wordt verspreid; en dat zou naar mijn mening toch niet al te moeilijk gaan.
Hoofdstuk 1: Het voorstel van de Romein om de leer van de Heer zo snel mogelijk te verspreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Ik zei: 'Niet als bestanddeel van de door Mijn geest eeuwig levende ziel, omdat die zelf puur geest wordt wat haar innerlijk betreft! Maar wat de contouren van haar uiterlijke vorm en met name haar kleding betreft, zullen de zielen etherdeeltjes van haar aardse lichaam weer in geestelijke zuiverheid met haar verenigd worden, maar van het grove organische lichaam niets, nog geen atoom! Want de bestemming van dat lichaam is dezelfde als die van alle andere materie van de aarde -die wordt namelijk ook steeds verder in betere natuurgeesten opgelost, zoals ze ook oorspronkelijk uit veel minder zuivere en op een zeer laag niveau staande natuurgeesten wordt samengesteld.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] De visser zei: 'Het is meer dan waar dat een mens die echt gelooft, zoals wij, dat U - hoewel U voor ons een zichtbaar mens bent en een vleselijk lichaam hebt -toch met Gods eeuwige geest geheel en al één wezen en een en dezelfde persoonlijkheid bent, alleen in de innerlijke stilte van zijn gemoed en hart tot U kan bidden en U kan danken zonder uiterlijke gebaren; U zult dan zijn bede zeker horen en ook verhoren en Uw welbehagen hebben aan die stille, maar geestelijk levende, ware dank. Maar kijk, wij mensen zijn al van kind af aan gewend om onze beden en dankzeggingen vergezeld te doen gaan van uiterlijke gebaren om voor de mensen, aan wie wij iets vragen of die wij voor een ontvangen weldaad bedanken, overeenkomstig de vanouds gebruikelijke gewoonte ook uiterlijk zichtbaar te maken wat wij levend en waarachtig in onszelf voelen.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] En als wij vaak genoodzaakt zijn om onze knieën te buigen voor mensen, die toch onze gelijken zijn, dan geloof ik dat het nog onuitsprekelijk veel passender is om voor de Heer van eeuwigheid onze knieën en ons hele lichaam te buigen; want ook ons lichaam is alleen Zijn werk en het is de drager van de levende ziel die, als ze zich teveel overgeeft aan de begeerten van haar vlees, bedorven kan worden. Als ze echter haar lichaam aanpast aan haar hoge innerlijke, geestelijke streven en het tegelijk met zichzelf vergeestelijkt, dan kan ze daardoor toch waarschijnlijk niet in strijd met Uw orde handelen, die de macht en de kracht van Uw eeuwige goddelijke wil is, en U daarmee op een of andere wijze onwelgevallig worden?'
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] En waar leidt dat tenslotte toe? Kijk, de mensen verwijderen zich steeds meer van God, in plaats van Hem in hun hart, in de liefde en in het ware, levende geloof en vertrouwen steeds meer te naderen! De vertrouwelijke, ware en zuivere liefde wordt veranderd in een spookachtige vrees en het levende geloof in de waarheid in een duister heidens bijgeloof, waarbij .het een trage en tot ieder bedrog in staat zijn de priesterkaste in aards opzicht heel goed gaat. Daarbij versmachten de zogenaamde gewone mensen vaak radeloos in allerlei geestelijke nood en vertwijfeling, duisternis, armoede en blindheid, waarbij dikwijls ook hun lichaam niet meer de voeding kan verschaffen die het nodig heeft; want de zogenaamd als enigen door God geroepen priesters, die zich als vliegen vermeerderen en traag en werkschuw zijn, terwijl ze het arme volk allerlei beloften doen over hemelse vreugden aan gene zijde en nog vaker gruwelijk bedreigen met eeuwige helse straffenkwellingen en pijnen, en zo werkelijk alles voor hun mond wegroven en daarmee hun buik vetmesten, zoals je dat nu zowel bij de Farizeeën alsook bij alle heidense priesters kunt zien.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...