Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2225 resultaten - Pagina 35 van 149

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[7] Een mens die dus liefde opvat voor allerlei materie, en door zijn handelwijze daar geheel in opgaat, zondigt tegen Gods orde, die het bestaan van de mens alleen maar tijdelijk op een materiële bodem plaatste om met gebruikmaking van zijn geheel vrijgelaten wil er de strijd mee aan te gaan en sterk te worden voor de onsterfelijkheid. En het gevolg van de zonde is de dood, of het verloren gaan van al datgene, wat de ziel van de mens zich onrechtmatig uit de materie heeft toegeëigend, omdat alle materie, zoals Ik je heb laten zien, als datgene wat het lijkt te zijn,.niets is:
Hoofdstuk 70: Het wezen van satan en van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] IK zeg: 'De scholen van Egypte hebben opgehouden te bestaan en bestaan op die manier al heel lang niet meer; want ten tijde van Mozes begon het de verkeerde kant op te gaan. Toen is men al begonnen om alleen uiterlijk onderwijs te geven, en mensen als Plato en Socrates waren zo ongeveer de laatsten die nog 'n vaag begrip hadden van de innerlijke levensschool.
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ben jij soms zelf die wonderbaarlijke Nazarener? Ook goed, en eigenlijk nog beter; want dan leren wij die man of jongeling tenslotte immers zelf kennen, van wie wij al zoveel buitengewone dingen hebben vernomen! Alleen zie je me er iets te jong uit voor de Nazarener, die volgens de beschrijving minstens dertig jaar moet zijn! Maar het maakt helemaal niet uit, je hoeft de beroemde Nazarener ook helemaal niet te zijn; want jij bezit immers ook een zeer levendige en werkzame geest, je hebt veel van de wereld gezien en allerlei ervaringen op kunnen doen. Waarom zou jij daardoor niet ook vermogens kunnen ontwikkelen, waarvan ik de grootsheid in het geheel niet kan vermoeden? O, denk niet dat ik ook maar enigszins jaloers op je ben! Ook wil ik niet ontkennen dat er buiten onze schijnwonderen ook ware wonderen kunnen bestaan; want aan schijnwonderen moeten altijd ware wonderen vooraf zijn gegaan, omdat de mensen anders niet zo gemakkelijk ooit schijnwonderen hadden kunnen uitvinden. Maar wat betreft één ding ben ik het absoluut niet met je eens, namelijk dat wij met opzet door onze schijnwonderen ooit iets hebben willen bereiken waarvan men algemeen erkent dat het in feite slecht is.
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Inderdaad, we wisten niet dat door zulke bedrieglijke wonderen de morele levenssfeer van de mensen totaal te gronde wordt gericht, wat voor de mensen een groot kwaad is; maar we waren allen zonder uitzondering atheïsten en daarom kon ons natuurlijk ook geen ander menselijk levensgeluk voor ogen staan dan het aardse, omdat wij niet aan een leven na de dood van het lichaam geloofden, tenminste niet aan een leven waar men zichzelf van bewust is! Waardoor wij echter het bestaan van een goddelijk wezen niet meer aannamen en wat ons tot een absoluut atheïsme heeft gebracht, heb ik je al zo goed en aanschouwelijk mogelijk per 'longurn et laturn'*(*lang en breed) uit de doeken gedaan en ik geloof nu voorjou, ook al zou jij God Zelf zijn, zo zuiver mogelijk te staan.
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Ik beweer zelfs, dat in het begin al degenen die een of andere religie hebben gesticht waaraan alle betere aspecten van de beschaving van een bepaald volk ten grondslag lagen, het heel goed en eerlijk met het volk gemeend hebben. Maar de latere nakomelingen en vooral de priesters, die niet geroepen zijn maar zichzelf als zodanig geïntroduceerd hebben, die belachelijk slechte plaatsvervangers van de goden op deze aarde, zijn de nooit juist begrepen leerstellingen verkeerd gaan uitleggen, hebben er zelfzuchtig en heerszuchtig als ze zijn nieuwe aan toegevoegd om er zelf beter van te worden en deze onder de benaming 'Gods wil', 'Gods woord', zwaar gesanctioneerd, en hebben de arme mensheid daar vaak op de meest gruwelijke wijze mee geplaagd, waarvan ons nu zelfs nu nog heel wat voorbeelden maar al te duidelijk kunnen overtuigen!
Hoofdstuk 67: Roclus probeert zijn onwaarachtigheid tegenover de Heer te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Als God nu absoluut niet wilde dat een wezen, dat vrij denkt en een vrije wil heeft, in strijd met het stereotype van Zijn scheppingswil handelde en op vernietigende wijze zowel op grote als op kleine schaal ingreep tegen de bestaande, altijd onveranderlijke orde, zou Hij dan wel wijs gehandeld hebben toen Hij voor Zichzelf wezens schiep, die alleen al omwille van hun bestaan genoodzaakt zijn om allerlei vernietigende ingrepen te verrichten tegen de orde van de oerschepping, die toch ook een werk van de almachtige en hoogst wijze God is?!
Hoofdstuk 76: De vrijheid van de menselijke wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Heb je dan niet gezien hoe zojuist deze jongen, die in feite ook slechts een schepsel van God is, die steen in goud veranderde, wat tegen het stereotype van de oergoddelijke wil in gebeurde? Heeft iemand hem ter verantwoording geroepen omdat hij zo'n enorme ingreep heeft gedaan in de basisorde van God? Integendeel, dit is slechts teweeggebracht door de goddelijke wil, verenigd met die van de jongen!
Hoofdstuk 76: De vrijheid van de menselijke wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Zou dat dan echter de vrije wil tot ontwikkeling brengen als zijnde het hoogste goed van iedere mensenziel, en de wil verheffen tot de hoogste kracht van de goddelijke, volkomen vrije wil, waarin alleen het allerhoogste levensgeluk bestaat en kan bestaan?!'
Hoofdstuk 77: Over juiste en onjuiste ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Hierop pakte Raphaël de steen, bracht hem naar zijn mond, en toen de steen zijn mond aanraakte, verdween deze uit het aardse bestaan!
Hoofdstuk 80: Raphaël eet veel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] ROCLUS zegt: 'Van een werkelijk begrijpen kan geen sprake zijn; maar ik maak er wel uit op dat wij in jouw nabijheid voor ons bestaan zeker niets te vrezen hebben, en dat is voor ons voorlopig al heel veel! Maar waar laat je toch zulke grote hoeveelheden? Heb je soms een soort struisvogel maag, die voor zover ik weet ook de hardste steen kan verteren? Zelfs de hardste metalen schijnen voor een struisvogel ware lievelingskost te zijn! Maar hoe het ook zij, - je bent en blijft nu eenmaal een wonderlijk wezen!
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wees daarom nu allemaal buitengewoon verheugd, dat Hij als de Vader van eeuwigheid Zelfnaar jullie toe is gekomen om jullie geheel tot datgene te maken, waartoe Hij jullie al sinds eeuwigheid heeft geroepen en bestemd!
Hoofdstuk 84: De betekenis van het kindschap Gods op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En omdat jullie ontegenzeggelijk Zijn kinderen zijn en Hij naar jullie is gekomen zonder door jullie, onmondigen, geroepen te zijn, zal Hij van nu af aan nog wel eerder en zekerder bij jullie komen wanneer jullie Hem in de volle liefde van je hart zullen roepen en zeggen: 'Abba, lieve Vader, kom, wij hebben U nodig!' jullie hebben dus de belofte uit de mond en het hart van de Vader Zelf gekregen, daarom hoef ik dus ook geen tweede belofte te doen. Want deze ene belofte zal reeds eeuwig waar blijven, en daarom kunnen jullie mij voor jullie instituut gemakkelijk missen; want waar de Heer Zelf werkzaam is, daar kunnen Zijn hemelsboden heel goed gemist worden.
Hoofdstuk 84: De betekenis van het kindschap Gods op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Jouw lichaam is verwekt, geboren en gegroeid zonder datje het besefte en buiten je wil om, -dat van mij is geschapen volgens mijn inzicht en mijn wil! Het bewustzijn dat jij van je bestaan hebt, is nog een slaaptoestand, en jouw weten, kennen en willen is als het dromen in de slaap van je bestaan; maar ik bevind me in het helderste en wakkers te leven van de volkomen eeuwige levensdag. Ik weet wat ik zeg en doe, en ken de ware en diepste grond daarvan, -en jij weet niet eens hoe, waardoor en waarom allerlei gedachten in je ontstaan! En zo weet ik dan ook waarom ik, zolang ik onder de sterfelijken verblijf, aanzienlijk meer spijzen tot mij kan nemen en dat ook moet, dan jij en al je metgezellen samen. Ik kan je zelfs de reden daarvan nog helemaal niet duidelijk maken, omdat je die met je huidige kennis helemaal niet zou kunnen begrijpen; maar later zal er wel een tijd komen datje alles, wat ik je nu als het ware toegeworpen heb, heel goed zult kunnen vatten en begrijpen.
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar dat je het voor mogelijk hield, dat ik me vanwege mijn te grote vraatzucht tenslotte zelfs ook aan jullie zou willen vergrijpen, zoals een hyena of een wolf, dat is wel een beetje onnozel van je! Ik vind dat jullie vanwege mijn geestelijke ontwikkeling en mijn voor jullie duidelijk zichtbare wijsheid wel beter hadden moeten weten! Ik kan niet alleen maar een steen eten zoals jullie dat nu hebben kunnen zien; die manoeuvre zou ik ook met hele bergen en planeten kunnen uitvoeren, waarvoor ik voldoende macht zou bezitten! Alleen, wanneer ik niet wijs zou zijn en de macht zou hebben die me nu eigen is, zou ik handelen volgens een blinde gedrevenheid, en dan zouden jullie in mijn buurt inderdaad je bestaan en je leven niet zeker zijn! Maar de oereeuwige wijsheid van God, van waaruit eigenlijk mijn hele wezen is gevormd, gebiedt mij bovenal om alle door de kracht en almacht van God geschapen dingen in stand te houden, daar mag eeuwig geen atoom van verloren gaan en kan ook niet verloren gaan, omdat Gods wil en Zijn alziend licht-oog altijd de eeuwige en oneindige ruimte van het grootste tot het kleinste geheel doordringt en er in werkzaam is; en daarom is jouw vrees voor mijn door jullie veronderstelde vraatzucht volledig ongegrond! -Roclus, heb je deze woorden enigszins begrepen?"
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Ook op deze aarde bestaan bepaalde verhoudingen en toestanden die als ze naast elkaar voorkomen, nooit bij elkaar passen. Zo is bijvoorbeeld een molshoop naast de hoge berg Ararat beslist een zeer belachelijke verhouding, ook een varkensstal naast het keizerlijk paleis in Rome, een vliegenstolp naast een Egyptische piramide, een mug naast een olifant, een druppel water naast de grote oceaan! Maar de verhouding tussen de dingen die ik zojuist noemde, is nog vele malen beter dan die tussen jou en ons; ook een in de nacht glanzend glimwormpje zou het naast de zon nog stukken beter doen! Wat zijn mijn woorden voor jou? Een allerdomst dorsen van volkomen leeg stro; want hetgeen ik je nu zeg, heb je al een hele eeuwigheid geleden woord voor woord geweten! Maar ik spreek hier ook niet omwille van jou, maar voor mijzelf en mijn makkers, opdat ze hardop horen wat ik nu denk over de positie waarin we nu verkeren! Soort zoekt soort: de gewone mens hoort bij de gewone mens en de hooggeplaatste en machtige hoort bij de hooggeplaatsten en machtigen.
Hoofdstuk 81: Het verschil tussen Raphaël's persoon en wezen en dat van de aardse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...