Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 35 van 728

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[1] Een van de Farizeeën wendde zich echter tot Mij en zei: 'Hoe kunt u als echte Jood zwijgen wanneer zo'n ellendige heiden, voor wie u goed bent geweest, de brutaliteit heeft om hier de heilige leer van onze vaderen zo schandelijk te bespotten?!'
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als u echter nadenkt over de toespraak van de jonge man, dan moet u als u een beetje verstand hebt, bij uzelf toch eerlijk erkennen dat de man in de volle zin van het woord de waarheid heeft gesproken. U kent de schrift en u kent Mozes en de profeten! Vraagt u zich nu wel eens af, of er in de tempel nog maar een spoor van Mozes en al de andere profeten te vinden is!?
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Een schriftgeleerde zegt: 'Vriend, u waagt wel veel als u zaken aan ons verklapt, op het verraden waarvan de tempel de doodstraf heeft gezet! Het is echter uw geluk dat u onze overste zo'n grote gunst bewezen hebt, anders zou het niet zo goed met u aflopen; want wij zijn met een dure eed aan de tempel gebonden!'
Hoofdstuk 119: Het voorbeeld van de reis naar Rome. Aan de zee van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Waar God echter niet woont, daar woont de oude vorst van de leugen en van al het kwade, en een eed aan deze vorst en huidige heer van de tempel kunt u onbevreesd breken!
Hoofdstuk 119: Het voorbeeld van de reis naar Rome. Aan de zee van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als u uw waardeloze eed aan de tempel zoudt breken, dan zou God de Heer een welgevallen aan u hebben, en Hij zou u geven wat Hij reeds van het begin der wereld aan Mij heeft gegeven, en wat maakt dat u nu ongelovig kijkt en niet begrijpt hoe Ik dingen doe, die volgens uw eigen bewering alleen God maar kan doen! Als u echter voor de tempel banger bent dan voor God, die u niet kent, dan blijft u gebonden aan de tempel en bent u voor God een gruwel!
Hoofdstuk 119: Het voorbeeld van de reis naar Rome. Aan de zee van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Mocht Mijn eenvoudig woordgebruik echter een struikelblok voor u zijn, waardoor u Mij niet gelooft, geloof Mij dan vanwege de werken die Ik ten behoeve van u in uw bijzijn doe, en waarvan u zelf zegt, dat ze alleen maar aan God mogelijk zijn!'
Hoofdstuk 119: Het voorbeeld van de reis naar Rome. Aan de zee van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Zelf wilt u God niet kennen; degenen echter, die nog op de goede weg zouden willen gaan, verspert u de weg met dood en verderf! Daarom zult u eens in het andere leven ook des te meer verdoemenis ondervinden!"Want allen, die u vervolgd hebt en nu nog steeds blijft vervolgen, zullen uw eeuwige rechters zijn!'
Hoofdstuk 119: Het voorbeeld van de reis naar Rome. Aan de zee van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Komt men in de eigenlijke hoofdtempel, dan kan men zich niet verroeren vanwege de duivenverkopers en de andere schreeuwers die allerlei vogels te koop aanbieden! En in het allerheiligste, waarin volgens het voorschrift van God éénmaal per jaar slechts de overste van de priesters mocht komen, wordt nu tegen betaling, wat men ook nog een offer noemt, zelfs iedere heiden rondgeleid; natuurlijk wel in het geheim onder het zegel der zwijgzaamheid tegenover de Joden! Maar in Rome kent men het allerheiligste even goed als de hogepriester in Jeruzalem! En zo onthult men voor geld alle geheimen van de tempel aan de vreemden; als echter een arme Jood het zou wagen achter de voorhang te komen, dan wordt hij meteen als een godslasteraar en tempelschenner achter de tempelmuur op de vervloekte plaats gestenigd. En er gaat geen week voorbij, waarin er niet minstens één gestenigd wordt en een aantal anderen het vervloekte water moet drinken!
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Nadat Ik dat aan de, Farizeeën en schriftgeleerde verkondigd heb, klinkt uit het volk een machtig bijvalsgeroep, en men wil de Farizeeën en schriftgeleerden molesteren. Dat verhinder Ik echter en Ik ga met de leerlingen en al de Farizeeën en schriftgeleerden door het kleine zeepoortje naar buiten aan de zee. En omdat hier al verscheidene schepen klaar liggen, scheept men zich meteen in, en we varen met een matige, goede wind snel van de oever weg, opdat de grote volksmenigte ons niet bereiken kan.
Hoofdstuk 119: Het voorbeeld van de reis naar Rome. Aan de zee van Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik werd meteen door alle tollenaars aan tafel uitgenodigd, en buiten kregen Mijn leerlingen en ook de Farizeeën en schriftgeleerden voldoende brood en wijn, waarover de leerlingen best te spreken waren.(Matth. 9:10) De Farizeeën en schriftgeleerden echter niet, want ze waren beledigd omdat zij niet, net als Ik, aan tafel genodigd waren.
Hoofdstuk 120: Aan de zee. Matthéus de tollenaar. (27.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Omdat Ik die vraag verstond, richtte Ik Mij vanaf de tafel tot hen daar buiten en zei kort en blijmoedig :'De sterken en gezonden hebben de dokter niet nodig, maar alleen de zieken! (Matth. 9:12) Ga echter heen en leer, wat dit betekent:
Hoofdstuk 120: Aan de zee. Matthéus de tollenaar. (27.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als de vissers echter Petrus en een aantal van hun vroegere collega's herkennen begroeten ze elkaar, waarbij de vissers meteen een beetje mokkend, omdat het er op hun tafel wat magerder uit ziet dan op de onze, tegen Petrus zeggen: 'Voor ons is het voldoende, want we zijn nog echte getrouwe leerlingen van Johannes en het is ons geboden te vasten. jullie kunnen echter, als nieuwe leerlingen van Jezus, naar hartelust eten zoals we zien; want van vasten schijnt bij jullie geen sprake meer te zijn!' (Matth. 9:14)
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Petrus zegt: ' Johannes vastte voor datgene wat wij hebben, en wij vastten met hem volgens zijn leer en strenge prediking. Johannes kondigde Degene aan, bij Wie wij zijn, en hij getuigde van Hem. Toen Deze echter kwam en zich zelfs door Johannes liet dopen, vertrouwde Johannes niet geheel en al op zijn gevoel, en dat deden jullie ook niet. Want terwijl Johannes onder invloed van de Geest over Jezus getuigde en, toen Deze naar hem toe kwam, tegen ons zei: 'Zie, Die daar komt, Die is het van Wie ik tegen jullie gezegd heb, dat Hij na mij zal komen, Die ik niet waardig ben de riemen van Zijn schoenen los te maken!', had hij toch nog zijn verborgen twijfels, net zoals jullie, en hij twijfelt tot op dit uur nog. Daarom vast hij nog steeds, en jullie vasten ook; bij ons gelovigen wordt echter niet meer gevast! Dat jullie nog vasten is jullie eigen schuld! En zo hoort het ook, want zoals de blinde zijn ogen niet kan laten genieten van het licht en haar kleuren, zo zal ook degene, die in zijn hart blind is, zijn hart en zijn maag niet kunnen verzadigen. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En Johannes hield daar even op en resumeerde wat hij allemaal had gezien, en hoe hij van Hem getuigd had, maar betreurde tenslotte diep zuchtend dat zijn getuigenis, dat zo waarheidsgetrouw was, door niemand aanvaard werd! Wie het echter toch zou aanvaarden, die raadde hij aan om vanwege de gevaren van de wereld de grote waarachtigheid van God verzegeld in zich te bewaren.
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ook al weet hij dat Degene, Die ongetwijfeld alleen door God gestuurd is, slechts het zuivere woord van God spreekt, dan nog waagt hij het niet dat tegenover de wereld toe te geven, omdat hij de slechte wereld, die de vijandin van God is, méér dan God vreest vanwege zijn ellendige lichaam, dat bij de wereld hoort en van de wereld houdt! Wat heeft het echter voor nut, als je vervuld bent van God, maar het wereldse niet los kunt laten?! God geeft Zijn geest aan niemand op een wereldse manier, en daarom zijn diegenen verworpen, die Gods geest wel herkend hebben, maar aan het wereldse vastzitten en het eeuwige leven niet in zich hebben!
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...