Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 35 van 78

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[7] En laat alle overigen hetzelfde doen! Niemand zal de ander een woord opdringen, maar wie iets wil weten, laat die zich wenden tot iemand met een bezonnen hart, dat wil zeggen een hart dat altijd de stem van de eeuwige liefde in zich hoort en het woord des levens uit God goed begrijpt op het moment dat het nodig is iets mee te delen. Wanneer dan een dergelijk woord, zeldzaam als het goud van de aarde, wordt uitgesproken, is het tijd het oor en het oog van het hart te openen; hoor dat en begrijp het goed!
Hoofdstuk 98: Het zwijgen van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Zie, vader, daar het de moeite waard is om over Asmahaël te spreken, ben ik zo vrij de vraag om te keren; en wees jij daarom zo goed, mij, je zoon, die ten opzichte van jou arm en behoeftig is, datgene mee te delen wat je van mij verwachtte!
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] O zoon, bedenk eens wat dat voor een leer op zou leveren! Laat daarom iedereen onderricht geven over wat hij ziet en hoort en ergens waarneemt, dat hier of daar iets wel of niet is, en dan heeft hij genoeg gedaan; al het andere kan hij laten staan tot aan de tijd van rijpheid, omdat God hem dan, als in zijn hart een edele vrucht tot rijpheid is gegroeid, wel op zal roepen om die aan de broeders uit te delen. En is die vrucht onedel, dan zal God ook het beste weten waarvoor zij deugt; want van God uit zijn alle dingen goed. En daarom willen ook wij eerst de rijpheid afwachten en dan pas spreken! Amen."
Hoofdstuk 121: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] O Asmahaël, Gij grote, verheven, heilige, meest liefdevolle, boven alles meest machtige God en Heer! Een eindige geest zal U nooit begrijpen en iedereen die U zal willen doorgronden, zal zich verliezen in de eeuwige nacht van Uw macht! Ja, reeds een dauwdruppel zal hem in zijn talloze, bodemloze diepten verzwelgen en de verslondene zal zich nimmer meer terugvinden in de eindeloze oceaan van een dauwdruppeltje en zijn talloze wonderen!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maar Ik zeg je: wie niet met de zuivere liefde van zijn hart gelooft, diens geloof stelt niets voor en heeft voor Mij geen enkele waarde! Jullie mogen dan talloze malen 'Jehova!' roepen en zeggen: 'Grote, verheven, machtige, heilige, barmhartige God, Heer, Schepper van alle dingen, lieve Vader!' enzovoort, - maar waarlijk, Ik zeg je, het is veel beter voor je, je lippen, tanden, tong, kaken, keel en longen te sparen; want al dat ledige, vrome geblaat zal nooit tot Mijn oren doordringen!
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Want zie, ik heb de volgende mening: uit wiens mond die vraag komt, uit diens hart stroomt met de vraag ook een onuitsprekelijke welwillendheid! En wees ervan verzekerd dat de vraagsteller er geen behoefte aan heeft ons te beproeven of tot genoegen van zijn eigen ondoorgrondelijke wijsheid ons zwak smeulende zonnestofje te doorgronden, maar zijn vreugde bestaat slechts daaruit, in het verborgene verscholen, ongehoord grote gaven uit te delen! Begrijp je mij, Abedam?"
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Vandaar ook, o goede, heilige Vader, dat hoe meer ik in mijn hart Uw oneindige goedheid onderzoek, mijn hart bijna geen woorden meer vind om U, o Vader, naar behoren te loven, te prijzen en te aanbidden; en mijn hart wordt voor de machtige liefde tot U te klein en daarom moet tenslotte de liefde, waarvoor er in mijn hart geen plaats meer is in alle delen en ledematen, waarin zij is overgestroomd, U gloeiend omarmen en boven alles liefhebben!'
Hoofdstuk 150: Een evangelie van de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Zie, daarin schuilt alles wat je nog gevangen houdt! Kun jij wat voor werkende kracht dan ook ooit met je lichamelijke ogen zien, of heb jij ooit kunnen zien wat jouw ledematen volgens jouw willekeur doet bewegen en wat zonder jouw toedoen je bloed voortstuwt door al je aderen en wat je haar doet groeien en je nagels en je huid en wat de spijzen verdeelt in je maag en nog talloze andere dingen?!
Hoofdstuk 151: Seth zoekt het licht in het licht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Als U wilt, laat dan door het inslaan van talloze bliksems de aarde tot stof vergaan en de zee verdampen als een dauwdruppel op gloeiend erts; ja laat met zo'n geweld vlammende orkanen waaien, dat haar kracht in staat is met bergen te spelen zoals een bruisende storm anders met het loof van de bomen speelt; en laat hagelstenen groot als werelden zich op de aarde storten, - en U zult nooit enige angst in mij bespeuren! Want waar U bent, daar is het altijd goed vertoeven; maar zonder U is het ook bij het allermooiste en rustigste weer afschuwelijk op de aarde, net als overal en dan is alles verlaten en leeg, - en alles waar men maar naar kijkt grijnst je griezelig dreigend en dood brengend aan. De wind roept en huilt: dood! Het gras sterft. Het water ruist: dood! En de oevers beven en gaan ten onder. En het water verdampt in de dood, in het duistere niets. De straal van de zon, die anders het leven brengt, doodt de wormen van het graf.
Hoofdstuk 156: Over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Zie en luister hoe het er nu buiten uitziet: de gehele morgenstreek is één vuurzee! Het is niet alleen dat talloze vlammende bliksemstralen uit een onafzienbaar dichte, vurige en daardoor gloeiende wolkenmassa neerslaan, maar ook uit de aarde breken allerwegen bliksems en vlammen uit!
Hoofdstuk 157: De onweersbui - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Maar toen Lamech het ene monster na het andere de woning binnen zag komen en het alles overstemmende gekraak van de talloze bliksems, de donder die de aarde deed schudden, het loeien van de zee en van de wind hoorde, waardoor nu ook de in Adam's woonstee vluchtende wilde beesten geweldig begonnen te janken en te brullen, begon het ook voor hem te onheilspellend te worden en hij drukte zich steeds vaster tegen Abedam aan, terwijl hij zich stevig aan Hem vasthield; en zo begon het ook Henoch en de bekende Abedam te vergaan.
Hoofdstuk 157: De onweersbui - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En Abedam, de hoge, antwoordde hem: "Zie, nu heb je je goed uitgedrukt! Ja waarlijk, heel veel moest Ik van jullie slikken en de zak waarin jullie talloze dwaasheden worden gestopt, heet Mijn lankmoedigheid en Mijn grote geduld!
Hoofdstuk 158: De vreze Gods en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[38] Wil je nu volmaakt zijn, dan moeten er steeds drie delen vrees en zeven delen liefde in je zijn; en daarbij zul je bij al je bidden ook tenslotte dit toevoegen: 'Vader, laat geen verzoekingen over mijn zwakte komen, maar bevrijd mij van al het kwade zowel geestelijk, alsook lichamelijk!' En zo zul je op de juiste wijze bidden; want de verzoeking is niet goed voor de vrije mens, daar zij ten eerste het lichaam doodt en ten tweede de geest verlamt.
Hoofdstuk 158: De vreze Gods en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Wie U ooit onrijp benaderde, wees U zacht terug en zette hem op een goede aardbodem opdat hij des te sneller rijp zou worden en dan met velerlei vruchten beladen tot U terug zou kunnen keren en U beloonde hem daarbij ook nog, omdat hij zich door U oneindig liet beminnen en met talloze liefdesdaden van het leven geduldig liet overladen!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] En tenslotte wendde Abedam zich nog tot Methusalah en vroeg ook hem: "Methusalah, jij weet nu wie met jou spreekt; maar daarom moet je er niet voor terugschrikken Mij ook jouw bevinding mee te delen. En doe dat dus, als je het wilt!"
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...