Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2373 resultaten - Pagina 35 van 159

...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...
[17] DE JODEN zeiden: 'Maar toch is de hemel en de hele aarde Uw eigendom! Wat deze wereld betreft hebben wij voor U, voor Uw leerlingen en voor ons wel genoeg voor tien jaar en nog langer! Laat ons maar met U meetrekken en Uw levenswoorden aanhoren, voor al het andere zullen wij overal volgens Uw wil zorgen! ,
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarom zeg Ik jullie allen nog eens, dat jullie volkomen vrij van geest, en vrolijk en opgewekt door de wereld moeten gaan, zonder aan de wereld te hangen. Want zoals Ik Zelf alleen maar in de wereld ben gekomen om alle mensen een blijde en gelukkig stemmende boodschap uit de hoogste hemelen over te brengen, die iedereen op zo'n wijze troost moet geven dat zelfs de ergste marteldood hem niet droevig zal stemmen -omdat hij ziet en zien moet, dat er voor hem geen dood meer bestaat en kan bestaan, en dat in Mijn eeuwige rijk voor hem noch deze aarde noch de hele zichtbare hemel ooit meer verloren kan gaan, en dat hij bovendien nog het gezag zal krijgen over heel veel -, zo zal Ik ook jullie, wanneer jullie in de geest en in de kracht van Mijn leer bekwaam worden, in Mijn naam uitzenden om alle volken der aarde deze blijde boodschap uit de hemelen over te brengen.
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ook dit menselijke lichaam van Mij zal daarvan niet uitgezonderd zijn, zoals Ik dat Mijn leerlingen reeds vooraf heb gezegd en aangetoond. Maar ondanks dat alles zullen wij het grote doel toch beslist bereiken en de overwinning behalen over alle gericht, dood en hel. En als deze overwinning bevochten is, zullen de sinds lang gesloten poorten van de hemel voor eeuwig voor de nieuwe kinderen van God geopend worden en de overwinning zal eeuwig duren.
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] PHILOPOLD zei: 'Het voorbeeld met het licht heeft me in deze zaak veel duidelijkheid verschaft; maar op de achtergrond blijft toch veel nog erg verhuld en tot het erg verhulde behoort vooral Uw huidige volmaakt goddelijke tegenwoordigheid, waarover ik nu duidelijk niets anders kan zeggen dan: Als U vóór Uw menswording ergens heel ver weg in de hoogste hemel, buiten tijd en ruimte, met Uw reine engelen als Jehova heeft gewoond, dan moet Uw in zekere zin menselijk persoonlijke aanwezigheid nu afwezig zijn in die hemel, omdat U nu helemaal in tijd en ruimte bij ons woont! Hoe kunt U nu binnen tijd en ruimte, maar als God ook tevens buiten tijd en ruimte bestaan? Heer, dat schept voor mijn verstand nog een enorme kloof die ik zelf niet kan overbruggen; daarom vraag ik U om ook daarover Uw licht te laten schijnen!'
Hoofdstuk 31: Het goddelijke en menselijke wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Nu is het echter voldoende dat ik inzie dat men, ofschoon men in tijd en ruimte is, zich toch heel goed, en in wezen geheel naar waarheid, volledig buiten tijd en ruimte kan bevinden. Alleen één ding wilde ik nog heel in 't kort van U weten, en dat is op welke plaats zich dan de hemel en ook die nare hel, waarover ik ook al veel gehoord en gelezen heb, bevinden. Men zegt: Zij zullen opvaren ten hemel, en zij zullen neergeworpen worden in de hel. Waar en hoe is dat 'op', en waar en hoe is dat betreurenswaardige 'neer'?"
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Kijk, hier op de stoel waarop je nu zit, kunnen, aards gezien, hemel en hel heel dicht naast elkaar zijn; in het rijk van de geest worden zij echter gescheiden door een kloof die niet te overzien is! -Kijk verder:
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Hier, waar ik nu met jullie ben, is de hoogste hemel, en dat heet 'boven' , en juist hier is ook de diepste en ergste hel, en dat heet 'beneden'.
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Hieruit komt wederom heel duidelijk naar voren dat de hemel voor ieder goed mens precies daar zal zijn waar hij zich bevindt, en alle goede en reine mensen zoals hij zullen zich direct in zijn naaste omgeving bevinden. Want je kunt niet zeggen: 'Kijk, hier of daar, bijvoorbeeld boven alle sterren is de hemel, en bijvoorbeeld ergens diep onder de aarde is de hel!' Dat alles hangt niet af van deze tijd en deze ruimte, en er is geen uiterlijk vertoon zoals bij een betekenisloze tempelceremonie, maar het bevindt zich heel diep in de mens zelf.
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar JOHANNES stapte naar voren en zei: 'Jullie zijn toch met veel meer mensen dan wij! Waarom konden jullie Hem dan niet tegenhouden? Houdt de storm en de bliksem maar eens tegen! Beveel de golven van de zee, wanneer zij jullie woedend trachten te verzwelgen! En ik die slechts leerling ben kan jullie zeggen: Gemakkelijker en met meer succes kunnen jullie de woedende elementen tot rust brengen dan de wil van de Godmens buigen! Luister dus en koester niet zulke dwaze plannen! Hoe kunnen jullie Hem dan werelds.koning over de Joden willen maken, wiens geest eeuwig Heer is over alles in de hemel en op aarde! Dat hebben jullie immers toch duidelijk kunnen afleiden uit de vele tekenen die Hij jullie heeft laten zien. Hij hoeft alleen maar te willen, en het is er en er gebeurt wat Hij wil. Maar Zijn alziendheid en Zijn wil reikt niet slechts tot hier, maar ook eindeloos veel verder; wees daarom niet dwaas, en ga slapen opdat je niet iets onaangenaams zal overkomen!'
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Ik zeg jullie echter: Die spijs bevordert niet het geestelijke leven van jullie ziel, maar alleen het vergankelijke leven van jullie vleselijke lichaam. Ik, die nu ook een mensenzoon ben, wil en zal jullie echter een andere spijs tonen en geven die blijft en voor eeuwig in de ziel werkt. Want daartoe heeft de Vader in de hemel Mij gewaarmerkt en bestemd. (Joh. 6,27) En die spijs ligt daarin dat jullie waarachtig Gods wil doen en daardoor ook Gods werken verrichten.'
Hoofdstuk 43: Het brood des levens (Ev.Joh. 6,22-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarop zei IK tegen hen:" Waarlijk, waarlijk! Mozes heeft jullie geen brood uit de echte hemel gegeven, maar slechts uit de lucht van de zichtbare, aardse hemel (Joh. 6,32); alleen Mijn Vader in de echte, geestelijke hemel geeft Jullie nu door MIJ het ware brood uit de hemel! Want dit ware brood uit de hemel in Mij geeft de wereld het leven!' (Joh.6,33)
Hoofdstuk 43: Het brood des levens (Ev.Joh. 6,22-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarna richtte IK Mij weer tot de mensen en zei: 'Waar hebben jullie het over?! Heb Ik dan ooit gezegd, dat jullie Mij niet gezien hebben?! Ik Zelf weet, zeg en zei tegen jullie, dat jullie Mij en Mijn tekenen gezien hebben, en toch geloven jullie niet (Joh.6,36) dat alles wat Mijn Vader in de hemel Mij geeft, tot Mij komt, en dat Ik degene die tot Mij komt beslist niet zal verstoten. (Joh. 6,37)
Hoofdstuk 44: De zending van de Heer op aarde. Het vlees en het bloed van de Heer (Ev.Joh. 6,36-58) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Daar keken ze allemaal erg van op en verbluft zeiden ZIJ: 'Wat voor tekenen doet u dan verder nog, die groter zijn dan die wij gezien hebben? Vertel dat eens en laat ze ons zien, opdat wij ze ook zien en dan kunnen geloven wat u van uzelf zegt! Dus, welke andere tekenen doet u nog? (Joh.6,30) Tot nu toe weten wij alleen maar dat u allerlei zieken genezen hebt en dat u ons echt op wonderbaarlijke wijze verzadigd heeft met dat vele brood dat op de berg uit die paar broden ontstond. Maar, zulke en soms zelfs grotere tekenen hebben ook, sinds Mozes, andere profeten gedaan. Hebben onze vaderen geen manna gegeten in de woestijn, zoals geschreven staat: 'Hij gaf hun brood uit de hemel te eten.'? (Joh.6,31)
Hoofdstuk 43: Het brood des levens (Ev.Joh. 6,22-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Onthoud dan wat ik tegen jullie zeg: Ik ben niet, zoals jullie van deze wereld, maar Ik ben uit de hemel neergedaald, - maar niet om net als jullie Mijn eigen wil te doen, maar alleen om de wil te doen van Degene die Mij hier in deze wereld heeft gezonden.' (Joh.6,38)
Hoofdstuk 44: De zending van de Heer op aarde. Het vlees en het bloed van de Heer (Ev.Joh. 6,36-58) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Toen vroegen ZIJ: 'Wat is dan wel de wil van degene die u uit de hemel naar ons in deze wereld heeft gezonden?'
Hoofdstuk 44: De zending van de Heer op aarde. Het vlees en het bloed van de Heer (Ev.Joh. 6,36-58) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48  ...