Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6808 resultaten - Pagina 36 van 454

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[8] Pas als hij zijn hart zo gevormd, gereinigd en gezuiverd heeft, kom Ik geestelijk daarin en ga er wonen, en de gehele mens is dan geestelijk opnieuw geboren en kan daarna eeuwig niet meer verloren gaan. Want daardoor is hij één met Mij geworden, zoals Ik één ben met de Vader, van wie Ik ben uitgegaan en in deze wereld ben gekomen om alle mensenkinderen de weg te wijzen en te banen, die zij geestelijk moeten gaan om bij God in de volheid der waarheid te komen!
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] JUDAS stapt nu nadenkend achteruit, neemt wel zo half en half een besluit om zich overeenkomstig Mijn woorden te verbeteren, en zegt tegen Thomas: "Nu, broeder, je zult eens zien hoe Iskariot een geheel ander mens, en uiteindelijk nog een voorbeeld voor jullie allemaal wordt! Want Iskariot kan veel als hij wil; nu wil hij het echter en zal daarom ook tot veel in staat zijn!"
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Als iemand van jullie nog het een of andere hoogheidsgevoel en dus een gevoel van beter dan een ander te zijn bij zichzelf bemerkt, dan is hij nog niet vrij van de alles verterende gulzige hel en nog lang niet geschikt voor het rijk van God, want zo'n mens heeft geen vrije geest.
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JUDAS zegt: "Dan kan dus alleen een mens, die de kunst verstaat om zich het meest te vernederen, de eerste in het rijk van God zijn!? Want als hij er naar streeft om allen naar vermogen te dienen, dan moeten de anderen hem toch duidelijk eerst het plezier gunnen om zich door hem te laten dienen, om hem daardoor te helpen de hemelse eerste te worden! -Maar wat nu, als de anderen zijn diensten helemaal niet willen aanvaarden of zelf hun diensten aanbieden om de eerste te worden in het hemelrijk? Wie zal dan de eerste in het rijk van God worden?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] JUDAS Iskariot zegt: "Ja, dat begrijp ik wel, maar ik besef daarbij ook dat zoiets onmogelijk is uit te voeren, want het is de mens onmogelijk alle eigenliefde te laten varen! Hij moet toch eten en drinken en voor een woning en kleding zorgen, - en dat gebeurt dan ook uit een zekere vorm van eigenliefde! Men neemt een lieve vrouwen wil haar voor zich alleen hebben, en wee degene, die het waagt de vrouw van zijn naaste te begeren! Dat is dan toch ook een vorm van eigenliefde!?
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Zal ik, als ik een goed bewerkt stuk grond heb, tegen de oogsttijd uit pure zelfverachting en met een totaal gebrek aan eigenliefde naar mijn buren gaan en zeggen: 'Vrienden, ga en oogst wat op mijn velden is gerijpt, want ik heb als de minste van jullie, als jullie aller knecht zonder enige waarde, slechts voor jullie gewerkt!' Ik vind dat de zo hooggeroemde zelfverloochening en zelfverachting toch bepaalde grenzen moet hebben, zonder welke het zelfs onmogelijk zal zijn Uw leer aan de mensen mee te delen, omdat men daarmee duidelijk zou laten zien dat men zijn broeders voor dommer en blinder houdt dan zichzelf! Want zich geestelijk beter achten dan zijn broeder bevat toch zeker ook wel iets van hoogmoed! Als dat zo is, laten we dan eens over honderd jaar naar de mensheid kijken, dan zullen we ze als ossen in de wei gras zien eten, en van een taal zal geen spoor meer te vinden zijn en net zo min van woonhuizen of zelfs maar van een stad! -Hoe ver mag de eigenliefde van de mens dan gaan?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Neem het getal 666, dat onder goede en kwade omstandigheden respectievelijk een volmaakt mens of een baarlijke duivel aanduidt!
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Deel de liefde in de mens precies in 666 delen; geef er daarvan 600 aan God, 60 aan de naaste en 6 aan jezelf! Wil je echter een baarlijke duivel zijn, geef er dan 6 aan God, 60 aan de naaste en 600 aan jezelf!
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] En zie, in het doen van een rechtschapen dienstbare zie je de gehele verhouding van iedere ware mens tot zichzelf, de naaste en God. De echte dienende zorgt 6-voudig voor zichzelf, 60-voudig voor zijn mede dienenden opdat ze hem welgezind zijn, en 600-voudig voor zijn heer , en zorgt daardoor, zonder het te willen, toch 666-voudig voor zichzelf. Want de mede dienenden zullen hun metgezel, bij wie zij de minste eigenliefde tegenkomen, het meest toegenegen zijn, en de heer zal hem weldra boven allen stellen. Maar een dienaar, die alleen voor zichzelf zorgt, bij het werk graag de laatste is en alleen maar het lichtste werk doet, zullen zijn metgezellen met scheve ogen aanzien, en zijn heer zal heel goed merken dat de zelfzuchtige dienaar een luie knecht is. Hij zal hem daarom nooit de leiding geven, maar wel zijn loon verminderen en helemaal onderaan de eettafel zetten. En als deze zelfzuchtige luie knecht zich niet zal verbeteren, zal hij met een slecht getuigschrift uit dienst ontslagen worden en op die manier moeilijk ooit weer een baan krijgen. Maar als hij ook nog maar één vriend heeft, tegenover wie hij zich onzelfzuchtig gedragen heeft, dan kan deze hem in zijn huis opnemen zonder dat de heer hem daarvoor zal verguizen. -Begrijp je dat?
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] leder mens heeft een bepaalde graad van eigenliefde, en moet die ook hebben, omdat hij anders niet zou kunnen leven, -maar, zoals aangetoond, slechts de minste graad! Eén graad méér doet de zuiver menselijke verhouding reeds te niet, en dat is op de weegschaal der goddelijke orde precies afgewogen! - Nu zijn de grenzen zichtbaar gemaakt, en wij zullen zien hoe je deze in de praktijk aan zult houden!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] JUDAS zegt: "Daar is heel veel wijsheid voor nodig om te kunnen beoordelen of men de precieze maat aanhoudt bij de eigenliefde! Hoe kan de kortzichtige mens dat beoordelen?"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Laat hij in alle redelijkheid dat doen wat hij kan, het ontbrekende zal door God wel toegevoegd worden. Je behoeft je echter geen zorgen te maken dat er een mens is die minder dan 6 delen voor zichzelf houdt! En helemaal niet bij mensen van jouw soort!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] JOSOË zegt: "Heer, het is altijd en eeuwig een goed teken als U glimlacht terwijl U vragen stelt; ik dacht echter dat er twee heel verschillende soorten leugens zijn. Als men iemand opzettelijk kwaadwillig een leugen als een betrouwbare waarheid opdist, dan is en blijft dat een satanische verdorvenheid! Maar een schijnbare leugen, waarmee men de naakte waarheid slechts zolang omhult, zolang die naakte waarheid voor de betreffende mens nog niet te verdragen is, ja hem zeker meer zou schaden dan baten, kan niet uit den boze zijn, omdat zij ontspruit uit een hart en een wil vol edele, goede en toegenegen motieven!
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] JOSOË zegt: "Wat zou ik jullie dan voor mij moeten laten doen? Wij allen hebben één God en één Heer en eeuwige Vader. Hém alleen komt het recht toe om mij zowel als jullie iets op te dragen. Maar wij, die zonder uitzondering allen door Hem zijn geschapen, moeten elkaar biets opdragen, maar door hulpvaardige liefde elkaar steeds wederzijds dienen als er een van ons, engel of mens, onverschillig wat voor hulp nodig heeft!
Hoofdstuk 79: Twee engelen bieden Josoë hun diensten aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Pas nu komt de jonge JOSOË naar voren en zegt: 'De. domheid van deze mens heeft me toch wel zeer geërgerd! Als leerling is hij nog zo dom als een nachtuil op klaarlichte dag. Ik begreep alles direkt wat U, o Heer, tegen hem gezegd heeft. Maar hij begreep niets, terwijl hij maar steeds vroeg, en allerlei tegenwerpingen maakte, en nu tenslotte nog net zo dom wegging alsof U, o Heer, geen woord tegen hem gezegd had! Als een kind vraagt, is dat te begrijpen, maar als een volwassene, die daarbij ook nog wijzer wil zijn dan zijn medemensen, ook blijft vragen -en dat duidelijk niet goed-, maar kwaadwillend -, dat moet toch ergernis geven! Ik wil nog driekeer sterven als deze mens zich ooit op deze wereld zal verbeteren! Hij is zeer waarschijnlijk een vrek en berekent hoe hij, als hij zou kunnen wat U kunt, o Heer, in zo kort mogelijke tijd bergen goud en zilver zou kunnen vergaren! En zo waar als ik Josoë heet, ik zet er alles op wat ik heb en wil alles ondergaan wat een mens maar kan doorstaan, als deze mens zich ooit verbetert!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...