Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1972 resultaten - Pagina 36 van 132

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[15] LAZARUS zei: 'Heer, nog slechts twee kleine dingen; want ook al weet ik.nu. door Uw goedheid dat wat ik weet, ik zou ik dat beetje er toch nog bij willen weten om mijn kennis wat af te ronden! Die twee kleine dingen zijn, dat ik in de eerste plaats van U nog zou willen horen waar de volkomen natuurlijke meteoren vandaan komen, wie ze met zo'n onmetelijke kracht de lucht in slingert, en in de tweede plaats waar de kometen heengaan als zij langzaam maar zeker uit het zicht verdwijnen.'
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] En IK zei tegen hem: 'jij kunt doen en laten wat je wilt, maar Ik kan vandaag niet naar Bethanië gaan, want de tempeldienaren hebben langs de weg naar Bethanië spionnen uitgezet om te weten te komen of Ik Mij misschien bij jou ophoud. En als zij dat te weten zouden komen, zouden zij je vervolgens nog meer narigheid bezorgen. Ik heb Mij daarom voorgenomen deze dag en ook de nacht op de Olijfberg in de kleine en nog steeds erg armzalige herberg door te brengen.'
Hoofdstuk 172: De Heer en de Zijnen in de herberg van Lazarus op de Olijfberg (Ev.Joh. 8,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Als ik als geest dat met het grootste gemak kan, is dan mijn zuiver geestelijke bestaan niet oneindig volmaakter dan het bestaan van alle lichamelijke mensen op deze kleine aarde?! Daarom is alleen óns bestaan een echt bestaan, en dat van jullie op deze aarde is dat slechts in zoverre het een leven volgens de wil van de Heer is, die nu eindeloos genadig bij jullie leeft en jullie waarachtig leert leven, en die alleen van eeuwigheid alles in alles is, naar Wie jullie moeten luisteren en volgens wiens woorden jullie moeten leven en werken.'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Men zegt weliswaar: God doet ieder mens de juiste kennis van waar en onwaar en van goed en kwaad toekomen; maar wanneer gebeurt dat? Volgens mijn ervaring vaak pas dan, wanneer de mens reeds zo vast zit in alles wat verkeerd en kwaad is, dat geen enkele ware leer hem ooit meer kan helpen. Wanneer de mensen ettelijke honderden jaren zonder enige voelbare goddelijke invloed gebleven zijn, gaan zij God noodzakelijkerwijs steeds meer vergeten en maken dan eigen wetten en levensvoorschriften, waardoor ondanks heel strenge navolging het geluk van de mensen niet tot stand gebracht kan worden. Zodra de mensheid dan tenslotte helemaal verdierlijkt is, komen er, aanvankelijk slechts kleine, openbaringen door geroepen mensen. En werpen die geen vruchten af, dan volgen er pas grotere. En hebben ook die geen uitwerking, dan volgt er al een strafgericht. Heer, waarom dat nu eigenlijk zo moet zijn, begrijp ik zelf nog lang niet!
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] De kleine profeten, die slechts een halve dienst moeten verrichten, namelijk het instandhouden van de eens gegeven grote openbaring, zijn degenen die in Mijn naam na jullie zullen komen, die ook wel zelfbepaalde kleine openbaringen ontvangen en daarmee voorspellingen doen, maar de kracht en macht die Ik jullie geven zal, niet zullen bezitten. Zij zullen ook hetzelfde loon ontvangen, omdat hun geloof sterker moet zijn; want omdat zij niet zien wat jullie nu allemaal zien en meemaken, zal hun meer uit vrije wil voortkomende geloof hun ook als een grotere levensverdienste aangerekend worden. Wanneer zij dus hetzelfde loon zullen krijgen als jullie, bedenk dan dat zij het moeilijker hadden om te geloven wat nu tot heil van alle schepselen gebeurt, omdat zij niet zoals jullie getuigen van dat alles zijn geweest.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] De zwakke, kleine kinderen van deze aarde geloven, zoals reeds gezegd, alles wat men hen wil laten geloven, snel en gemakkelijk, en hebben pas achteraf uitleg nodig zodra zij zich een hoop geloofsregels hebben eigen gemaakt. Daarom moet er bij hen goed op gelet worden dat hun altijd de zuivere waarheid gepredikt wordt, -en wee degene die de kleinen der aarde met allerlei valse leren en voorbeelden zou willen plagen, zoals Ik jullie dat al een keer met een kleiner voorbeeld in Galilea heb laten zien! Maar bij de kinderen van boven moet de uitleg hetzij reeds van te voren of toch minstens tegelijk met de leer gegeven worden, omdat zij anders niet gemakkelijk iets voor volle waarheid zullen aannemen.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ogenblikkelijk bevonden zij zich op het mooiste punt van de middengordel. Daar werd de Romein overweldigd door de overgrote pracht. En toen hij daarna ook nog de mensen zag, die buitengewoon mooi waren, wilde hij zich daar niet meer weg laten halen en smeekte de engel of hij een jonge vrouw van deze grote aarde mee mocht nemen naar de kleine aarde, opdat de mensen zich er allemaal van zouden kunnen overtuigen dat ook de zon een wereld is, waarop veel mooiere en ook veel betere mensen wonen.
Hoofdstuk 192: Een bezoek aan het universum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Daarna ontstond er een kleine stilte, en de Farizeeën werden woedend en braken er hun hoofd over hoe zij Mij bijvoorbeeld door een woord of door een aan Mij gevraagd oordeel konden vangen, om Mij dan van een onwaarheid te kunnen betichten en het volk onder veel misbaar te kunnen zeggen: 'Kijk nu eens, dat is nu jullie waarachtige profeet of jullie mooie Messias! Daar staat hij nu als leugenaar! ' Maar ondanks al hun ingespannen denken konden zij niets geschikts vinden.
Hoofdstuk 196: De Heer onderricht in de tempel. Het oordeel van het luisterende volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] De man en ook zijn vrouw bedankten de mannen en maakten zich reisvaardig. Hij sloot zijn kleine behuizing af en ging met de mannen mee, wat bij hen in goede aarde viel. Onderweg kwamen zij echter een aantal Farizeeën tegen, waaronder er één was die de vrouwen ook de man meteen duidelijk herkenden als de vreemdeling die in Romeinse kledij die ochtend de mooie jonge vrouw voor geld tot echtbreekster maakte. De twee zeiden dat tegen de mannen die hen begeleidden.
Hoofdstuk 201: De ontmaskering van de verleider van de echtbreekster - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar DE MAN EN DE VROUW zeiden: 'Al dat miserabele zweren helpt je helemaal niets, want je weet dat het getuigenis van twee mensen voor het gerecht geldig is. Kom dus nu maar met ons mee naar de rechter, ellendeling, dan kun je zelf in de kuil vallen die je voor ons hebt gegraven!'
Hoofdstuk 201: De ontmaskering van de verleider van de echtbreekster - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarom moet een mens aanvankelijk alleen maar door allerlei verschijnselen in de stoffelijke wereld, en vervolgens zelfs door dromen en door kleine innerlijke duwtjes, zover gebracht worden dat hij over alle verschijnselen en waarnemingen begint na te denken, -en dat geldt niet meteen voor ieder mens, maar alleen voor degene, die heel in 't geheim door God daarvoor bestemd is. De anderen horen het later pas van zo'n gewekt mens, gaan dan ook overal op letten en denken erover na.
Hoofdstuk 204: Het opvoeden van de mensheid in de kennis van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Als het de andere broeders duidelijk is en jou niet, terwijl jij je nog altijd het meest laat voorstaan op je verstand, ga dan naar de broeders, dan zullen zij je het onbegrepene wel begrijpelijk maken! Deemoed begrijpt alles eerder dan starre, eigenzinnige hoogmoed, die, als je daar nog langer aan toegeeft, je duivel, je rechter en je dood zal zijn. Wat heb jij meer dan alle anderen, dat je je daar zo op kunt laten voorstaan?! Verdeemoedig jezelf opdat je de strikken van de satan zult kunnen ontlopen!'
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] IK zei: 'Wat eventueel nodig is, zullen zij nog wel te rechter tijd ervaren; alles hoeven zij echter beslist niet te weten. - Maar daar komt onze Lazarus. We wachten hem hier op! Hij heeft veel met de verklede tempeldienaren besproken en nu zullen we zien wat hij ons te zeggen heeft.'
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Ik weet maar al te goed dat onze hele Mozes en alle andere grote en kleine profeten niets anders zijn dan beelden uit de fantasie van vele oude priesters, en dat geen enkel woord waar is over een mogelijke godheid heidens of joods -; maar de dweepzieke mensen hebben nu eenmaal in hun nietszeggende fantasie een god uitgedacht, en ons daarmee voor de lichtgelovige volksmenigte een erfenis nagelaten, en wij dwazen cultiveren en houden deze oermenselijke onzin in stand zolang het gaat. Als dit systeem van ons eenmaal aan het wankelen raakt, delven wij het onderspit, -wat mij nu reeds maar al te duidelijk is.
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE ROMEIN zei: 'Waarlijk, U bent een God! Want als U slechts mens was zoals ik, zou U nooit zo wijs kunnen spreken. Uw wonderen van gisteren krijgen pas door deze woorden van U, alsook door die van vandaag in de tempel, de volledige bevestiging dat zij waarheid zijn. Veel hebben wij al over U in Rome horen vertellen; maar al die verhalen zijn toch niets vergeleken bij deze werkelijkheid. Maar nu eten en drinken wij weer; want het gehoorde is eindeloos verheven en diepzinnig, en wij moeten het eerst behoorlijk begrijpen om daarna in staat te zijn iets meer van Uw genade en liefde te horen. Want U spreekt niet zoals een gewoon verstandig mens spreekt over een kunstzinnig en schitterend gebouw, maar U spreekt als een bouwmeester die het gebouw vanaf de grond heeft opgebouwd. En daarom moet je je bij wat U zegt goed inspannen en het behoorlijk van punt tot punt in je opnemen en begrijpen, als je daaruit voor je leven het ware nut wilt halen. Daarom houden we nu een kleine pauze; wat brood en wijn zal het ons makkelijker maken om tot dieper inzicht te komen!'
Hoofdstuk 205: De wilsvrijheid en de geestelijke opdracht van de mens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...