Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2924 resultaten - Pagina 36 van 195

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[9] En zo ging deze kwade zaak verder tot aan de verjaardag van Herodes. Alleen een paar dagen voor die dag moet er iets tussen hem en Herodias zijn voorgevallen, omdat zij anders die paar dagen zeker niet weggebleven zou zijn. Maar juist deze paar dagen zetten het hart van Herodes voor de mooie Herodias in vuur en vlam, en de overwinning op Herodes die zij op zijn verjaardag vierde, was daardoor des te zekerder.
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toen pas gingen wij en zodoende zijn wij nu hier, -tot op heden nog geheel onverrichter zake, hoewel wij nu al ongeveer negen weken alleen voor dit doel door Galiléa rondtrekken. Ik heb gedurende die tijd al ettelijke malen boden naar Herodes gezonden en hem het nutteloze van onze inspanningen duidelijk uiteengezet, maar dat helpt allemaal niets! Hij weet waarschijnlijk uit andere bronnen dat óf de opgestane Johannes, of de grote profeet zich in Galiléa ophoudt en grote tekenen doet. Wij moeten daarom alles op alles zetten om hem te pakken te krijgen. Iedere laksheid van onze kant zou hij zeer streng weten te straffen!
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] ZINKA zegt: "Nee, nee, absoluut niet, verheven heer en gebieder! Ik en wij allen denken en willen nu precies hetzelfde wat wij vroeger gedacht, gewild en gesproken hebben. Maar u moet toch wel begrijpen dat je bij verschijnselen zoals die hier zijn voorgekomen en nog voorkomen, als mens met een beetje verstand toch grote ogen begint op te zetten en tenslotte in je gehele denken, willen, spreken en doen wat verlegen en verward moet raken!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] En Iet nu op! Het menselijke hart kun je ook vergelijken met een tuintje. Het is wel wat klein, maar als je het volgens de leer van de Heer heel vlijtig bewerkt en geen moeite spaart om alles wat je gehoord hebt in daden om te zetten, dan zul je ook weldra zoveel zegen en genade uit de hemelen inje eigen hart bezitten dat je tenslotte wat ziel en geest betreft reeds geheel uit eigen middelen zult kunnen leven en niet doorlopend onze raad en hulp nodig hebt!
Hoofdstuk 24: De verzorging van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Thans is mijn liefde voor Ida nog lang geen hartstocht en ik zou nog met gemak van dit toekomstige geluk kunnen afzien. Als ik echter later vuriger lief zal hebben en het geluk mij dan toch niet ten deel zou vallen, zou mij dat buitengewoon veel hartzeer geven, waar ik mij heel moeilijk overheen zou kunnen zetten. Daarom zou ik willen dat de Heer en Cyrenius mij alle hoop op zo'n geluk zouden ontnemen!
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Zeg eens, wat voor gezicht de genodigde bij zo'n uitnodiging zou zetten en of de belegde feestmaaltijd voor hem ook wel een feestmaal zou zijn! Ik denk dat ieder mens, hoe dom ook, voor zo'n uitnodiging zou bedanken! Als hij niet sterk in zijn schoenen staat zal hij wel komen om daarmee onder de bedreiging van de kwade gevolgen uit te komen, maar als hij zich sterk genoeg voelt, zal hij de brute uitnodiger oppakken en hem uit zijn huis gooien. Dat hij zo'n uitnodiging zeker niet zal aannemen, is vanzelfsprekend.
Hoofdstuk 39: De eeuwige grondwet van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Van nu af aan kun je alleen maar verontreinigd worden door slechte en onzuivere gedachten, begeerten en wensen, lasterpraat, leugen en eerroof, minachting en kwaadsprekerij. Dat zijn zaken die de mens verontreinigen. Al het andere verontreinigt de mens óf helemaal niet, óf hoogstens uitwendig, en hij heeft water genoeg om zich te reinigen van uitwendig vuil.
Hoofdstuk 41: Lichamelijke en geestelijke reinheid. Genezing op afstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als dat niet gebeurt, kunnen jullie honderdduizend bokken met bloed besprenkelen, vervloeken, en in plaats van jullie zonden in de Jordaan werpen, maar dan blijven jullie harten en zielen voor God nog net zo onrein en onzuiver als zij eerst waren! Met het water reinigt men het lichaam, en met een vaste, goede en God in alles toegewijde wil reinigt men hart en ziel. En zoals het zuivere, frisse water de ledematen van het lichaam sterkt, zo sterkt een aan God toegewijde, vaste wil het hart en de ziel.
Hoofdstuk 41: Lichamelijke en geestelijke reinheid. Genezing op afstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] O, ik heb vaak aan U, o Heer, gedacht, - maar daarna kon ik U tot nu toe nergens meer ontmoeten! Maar Uw woorden met betrekking tot onze pleegvader zijn in dezelfde nacht nog op verschrikkelijke wijze uitgekomen! Er kwam een ontzettend onweer, de bliksem sloeg driemaal in de nieuwe schaapstal, waarin zich reeds op de dag van gereedkomen zeventienhonderd prachtige schapen bevonden. Alles verbrandde binnen een paar uur en ondanks alle moeite kon er niets worden gered! Toen betreurde onze pleegvader het dat hij de trouwe timmerman zo'n onrecht had aangedaan, want hij zei zelf: 'Deze straf wordt mij van boven opgelegd omdat ik haar verdiend heb. Ik zal nooit weer in mijn huis een trouw arbeider ook maar een stater van de welverdiende, aangenomen som inhouden! ' Hij hield ook woord. De stal liet hij evenwel op dezelfde plaats niet weer opbouwen, maar op een andere plaats liet hij een stuk grond van honderd morgen stevig omheinen en daarop slechts een hut zetten voor tien herders en schapewachters. De oude timmerman uit Nazareth zagen wij nooit meer terug. Hij moet al vlug daarna gestorven zijn, want hij zag er destijds al erg zwak uit.
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] O God, o God, wie zal mij ooit van mijn zonden kunnen bevrijden! Ik ben een grote dief, ik ben een leugenaar en als ik lieg, lieg ik steeds maar door, om door een nieuwe leugen de oude meer kracht bij te zetten en deze als de een of andere waarheid geldigheid te geven. O, wat ben ik toch een afschuwelijke aartsleugenaar! Alles wat ik heb, heb ik door leugen en bedrog en door heimelijke en openlijke diefstal verkregen!
Hoofdstuk 48: Zorel komt tot zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Nog maar nauwelijks had Ik Zinka deze aanwijzing gegeven.of ZOREL begon al te spreken en zei: "Kijk, ik huilde om mijn.grote ellende! Uit die tranen ontstond een vijver zoals Siloam in Jeruzalem, en ik baad mij nu in deze vijver en zie het water van deze vijver geneest de vele wonden, zweren en bullen op het lichaam van mijn ziel! O, o, dat is een echt genezend bad! De lidtekens zie ik nu nog wel, maar de wonden, builen en zweren zijn verdwenen van het lichaam van mijn o zo arme ziel. Maar hoe was het mogelijk dat zich uit mijn tranen kennelijk een hele vijver heeft gevormd?
Hoofdstuk 49: De reiniging van de slapende ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] om de vijver ligt een heerlijk landschap, dat is het gebied van troost en lieflijke hoop. Mijn gevoel zegt mij ook, dat ik op een algehele genezing mag hopen. - O, wat is deze streek lieflijk, ik zou er wel altijd willen blijven! Het water in mijn vijver is nu erg helder, terwijl het eerst troebel was, en hoe helderder het wordt, des te heilzamer werkt het op mij in!
Hoofdstuk 49: De reiniging van de slapende ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar nu is het water van mijn vijver rondom mij al een meer geworden! Het meer is niet diep, het water staat mij slechts tot aan de lendenen. En het is helder, onvoorstelbaar helder, maar er zijn nog geen visjes in! Ja, er zullen ook. nooit visjes in komen, want de visjes zijn ontstaan door Gods adem en dat is een volstrekt almachtige adem! Ik ben slechts een zeer zwakke mensenziel uit wiens adem geen visjes van God ontstaan.
Hoofdstuk 49: De reiniging van de slapende ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar het water is zuiver en de bodem is ook rein, louter mooi gras. Dat is toch echt wel wonderlijk: onder het water zulk mooi sappig gras! En kijk, het gras groeit zienderogen en begint het mooie water te verdringen! Ja,ja, de hoop wordt sterker dan de kennis en de haar begeleidende vrees!
Hoofdstuk 49: De reiniging van de slapende ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Maar er klinkt een stem uit het water: "'Ik ben overal even diep! Je kunt zonder angst of vrees door mij heen waden. Ga naar hem die je roept, die je zal leiden en oordelen!' Dat is toch merkwaardig, hier spreekt zelfs het water en het gras! Nee, dat is nog nooit gebeurd!
Hoofdstuk 49: De reiniging van de slapende ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...