Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 36 van 884

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[22] Wees ook daarom bovenmate vrolijk, omdat jullie erkend hebben dat er slechts één God, één Heer, één eigenaar van alle dingen en één heilige Vader van jullie allen is en jullie allen Zijn kinderen en onder elkaar louter broeders en zusters zijn, aan wie Ik dit allemaal in gelijke delen heb gegeven; want daardoor weten jullie nu dat jullie niet aan de wereld, maar aan Mij toebehoren in alle volheid van Mijn liefde en grote genade.
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] En deze boden riepen met machtige stem: `Ontwaak om te getuigen van de goddelijkheid van onze zending!' Toen stegen onze gereinigde lichamen uit de afgrond en wij werden er weer mee verenigd, werden toen door een onzichtbare macht hiernaartoe gebracht en getuigen nu voor jullie en willen het altijd bevestigen, dat deze drie grote mannen waarachtige boden van Jehova moeten zijn!'
Hoofdstuk 174: Sethlahem maant de slechte vrouwen op de derde trap tot boete. Het verslag over de wonderbaarlijke redding van de meisjes van de eerste en tweede trap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Dat is werkelijk waar gebeurd, en de machtige levende cherubijnen op lichtende wolken aan beide kanten van het altaar, waarop de allerheiligste naam van deze Man rust, getuigen daarvan, zoals ook de grote lichtende wolk boven het altaar!
Hoofdstuk 244: De terugkeer van het gezelschap in de stad en in het huis van Lamech. De volksoploop. Henochs goede raad en Lamechs doeltreffende verklaring aan het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] En verzegel dan ook deze woorden in je, die Ik je nu zal zeggen; want alleen jij en niemand anders zal tot aan de grote tijd der tijden de zin ervan begrijpen, - de wereld echter zal tot aan het einde met blindheid zijn geslagen.
Hoofdstuk 252: Henochs bedenkingen over de offerdood van de Heer. De grote onthulling van de Heer over het wezen van Gods liefde, leven, licht en wijsheid. Over de godmens Jezus als vleesgeworden Woord van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Vertel dus wat je weet; maar maak het niet te lang, opdat wij snel in de hut komen, daar de Heer verwachten en daardoor de man de gelegenheid ontnemen om met de vier jonge duiven te doen wat hem belieft! Wij moeten trouwens in goddelijke zaken niet zo lauw zijn, anders zal de wereld geen duizend jaar of langer meer bestaan zoals zij door mijn altijd grote inzet voor God reeds heeft bestaan!'
Hoofdstuk 2: De Heer met Purista, Ghemela, Pura en Naëhme in de hut van Purista. De vragen en vermoedens van de buiten staande nieuwsgierigen. Henochs diepgeestelijke verklarende woorden tot de twijfelaars en kleinzielige mopperaars. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En toen Mira weer opstond, wedergeboren uit Mijn liefde in haar, huilde zij van over-grote liefde voor Mij en was niet in staat met haar mond te spreken omdat haar hele wezen één woord was geworden, welk woord echter op zichzelf meer zegt dan alle boeken in de wereld; want dit eindeloos belangrijke woord heet `Liefde', dat wil zeggen de zuivere, ware, levende liefde tot God.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar het zal niet beter met mij gaan, hoewel ik je nu de waarheid bekende, zolang mij deze grote macht wordt gelaten, zolang, wat de materie betreft, de hele zichtbare wereld, dat wil zeggen aarde, zon, maan en alle eindeloos vele sterren en eveneens talloze zonnen, werelden en eindeloos verschillende soorten wezens, volledig aan mij ondergeschikt moeten blijven en ik hun heer moet zijn.
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Want dat moet ik zijn, omdat ik als een geschapen god ben, en ik ben nu in dit materiële heelal zodanig volledig gevangen, dat ik mij er eeuwig niet aan kan onttrekken zolang er nog een laatste materieel stofje van de allerlaatste wereld zal bestaan. Op grond daarvan ben ik ook alleen maar uit op de voortdurende vernietiging van de dingen, die de Almachtige bouwt, om volgens mijn heerszuchtige opvatting des te eerder mijn alleenheerschappij te verwerven en de Heer der heerlijkheid zogenaamd van Zijn troon te stoten, omdat Hij altijd en eeuwig tegen mijn vernietigingsplannen is, sedert ik uit Hem in mijn buitengewoon machtige en nagenoeg eindeloos grote bestaan geroepen ben ten einde naast Hem als een tweede god te zijn en met Hem te heersen, maar Hem toch in alle liefde boven alles lief te hebben uit het diepst van mijn innerlijk, opdat ik eeuwig voor Hem zou zijn wat een trouwe vrouw voor haar man is!
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] 'Waarom doe je dan niet wat Ik je gebied, en toon je de getuigen niet de littekens van Mijn eeuwige toorn in de aan jou begane tuchtiging, zodat Ik Me daardoor bewust zou worden van Mijn grote schuld aan jou en je dan schadeloos kan stellen voor al het gruwelijke onrecht dat jou is aangedaan?!
Hoofdstuk 18: De leugen van de eeuwige tuchtiging van Satana. De vrouwelijke schoonheid van de oergedaante van Satan. De kruisdood van de Heer en de vrijheidstermijn van Satan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Nu stond Satana plotseling ontbloot voor de getuigen, en allen bekenden met de grootste verwondering van de wereld, zoiets eindeloos moois, volmaakts, in alle delen afgeronds en gezonds en krachtigs nog nooit bij een vrouw te hebben gezien.
Hoofdstuk 18: De leugen van de eeuwige tuchtiging van Satana. De vrouwelijke schoonheid van de oergedaante van Satan. De kruisdood van de Heer en de vrijheidstermijn van Satan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Zie, de zon, die nu al is ondergegaan, is ook een zeer grote wereld, en die op haar wandelen hebben een eeuwige dag; maar wanneer jij in het licht van je geestelijke zon wandelt, dan zul je eveneens nooit een nacht in je gewaarworden, maar je zult in de eeuwige dag van je leven uit God wandelen!
Hoofdstuk 52: Het gedrang van het volk op de berg. Lamechs verlegenheid wegens de op handen zijnde zonsondergang. De raadgevende woorden van de wijze Man over de ware inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Het druppeltje is net als ik een onbeduidend vluchtig ding in Uw eindeloos grote reeks van scheppingen; maar als het er is, neemt de zon het toch net zo goed in zich op als mijn oog en straalt, klein als het is, om zich heen als een kleine zon en verkwikt met zijn licht zijn kleine omgeving, zijn kleine wereld, zoals een wijs mens zijn nog minder wijze broeders.
Hoofdstuk 65: De gelijkenis van de dauwdruppel. Het verloop van de ontwikkeling van de ziel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Werkelijk, Ik zeg je, de wereld heeft al een grote stap in de richting van haar verderf gezet! Ga daarom heen en verkondig overal wat Ik je nu heb gezegd, en roep al het volk terug om zich te beteren, - anders zal nog jouw zoon evenals jij een groot deel beleven van hoe het er op aarde zal uitzien als Ik Mij er geheel van terug zal trekken!
Hoofdstuk 122: Lamechs gelofte, de oude goddelijke orde weer te herstellen. De Heer waarschuwt voor de slang in het vlees van de vrouw. De Heer en de zaligen verdwijnen voor hun ogen. De vergadering van de oudsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zij namen daar vrouwen en vestigden zich, zij bouwden nieuwe grote steden en versterkten die met zware ringmuren en begonnen al spoedig in dit weliswaar grote land de baas te spelen. Dat was in het bijzonder het geval met hun zonen, die zij hadden verwekt bij de dochters van de wereld in de laagte, want die waren krachtig en vervuld van een machtige wereldse geest, of duidelijker gezegd: zij waren de gezegenden van de slang, die hen met alle wereldse macht, kracht en gezag uitrustte.
Hoofdstuk 126: De morele en geestelijke achteruitgang onder de kinderen van de hoogte. Koning Lamechs laatste verordeningen en dood. Thubalkaïn als opvolger van Lamech. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Zo wilde eens een zekere Abedam uit de middag uit grote liefde tot de Heer volgens zijn zeggen in het vuur gaan of tot aan het einde van de wereld!
Hoofdstuk 161: Ohlad wordt door een van de tien boden onderricht. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...