Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 36 van 147

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[12] DE WAARD zegt: 'O Heer en mijn waarachtige God! Als ik dat werkelijk tot op de grond zou begrijpen, zou ik zeker een van de gelukkigste mensen van deze aarde zijn; maar zover is het nog lang niet met mijn begrip, ofschoon ik nu wel bepaalde vage vermoedens heb gekregen van hetgeen U mij eigenlijk heeft willen zeggen! Mijn dochter Eliza die toch al zo'n halve zieneres is, zou Uw uitleg duidelijk beter begrepen hebben dan ik; maar iets heb ook ik begrepen! Maar er is buitengewoon veel voor nodig om in de uiterlijke vormen de innerlijke, puur geestelijke overeenkomsten te vinden en deze in hun talloze relaties juist te begrijpen. Heer, zou U mij dat door een passend beeld niet iets duidelijker kunnen maken?"
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ofschoon het slechts een materieel beeld is, is het toch een begin om iemand een eerste begrip bij te brengen van het overeenkomstige tussen de geheel ruwe materie en datgene wat een geest ervan kan maken. Heeft iemand dat gezien en begrépen, dan gaat het al gemakkelijk verder en dieper, en dan geldt: wie zoekt zal vinden, wie vraagt zal gegeven worden, wie klopt zal worden opengedaan.
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wanneer jullie deze woorden van Mij ter harte nemen en ernaar zullen handelen, dan is dat het juiste zout des levens, en Ik zal jullie nu daarom ook een natuurlijk zout aanwijzen en ook geven. Daarom verlaten we nu deze plaats, keren terug naar jullie dal, en zullen daar in een voor jullie allen nog geheelonbekende hoek van dit dal een heel zuiver en goed zout vinden! Laten we daarom daarheen wandelen!"
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen we weer in het dal voor de rotsspleet stonden, legden allen merktekens neer van daar tot aan de eerste huizen, zodat ze de volgende keren deze geheime weg terug zouden kunnen vinden. Wegingen nu in geheel tegengestelde richting naar de veraf wonende buurman, wiens huis op een behoorlijk hoge heuvel stond en ongeveer een half uur van de andere huizen vandaan lag.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] IK zei: 'Ja, Mijn vriend Barnabe, langs natuurlijke weg zal er met veel aan te doen zijn! Als het op deze hoogte niet zo koud was, zouden we hier buiten kunnen gaan zitten; maar de avonden worden nu al zeer koud en donker en daarom gaat het niet meer buiten. In een schapenstal passen weliswaar vele vreedzame schapen; maar omdat je ook geen banken en tafels hebt, is het toch wel een beetje moeilijk. Ook wat het licht. betreft is je huis niet zo goed uitgerust! Dat weet Ik. Maar we zullen toch middelen vinden waardoor we allemaal goed ondergebracht kunnen worden. Kijk in je huis hoe het met tafels en banken zit en kom het me daarna zeggen!'
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Zoek het zelf op in de Schrift, waarvan u zegt dat daarin uw eeuwige leven te vinden is! En kijk, juist de Schrift getuigt honderd en duizendvoudig van Mij! (Joh.5,39)
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Wat de jongste dag betreft, zullen jullie na het afleggen van je lichaam, in de andere wereld net zo goed een jongste dag hebben als je in deze wereld ook een laatste en tevens oudste dag zult hebben. Alleen, zolang jullie nog in deze wereld leven kunnen jullie, als je dat wilt, nog gemakkelijk een uitweg uit de hel vinden, want hier bij jullie zit de grote Leider en Verlosser, luister naar Hem en doe wat Hij zegt! - Ik heb voor U gesproken, o Heer, en laat nu Elia het woord maar doen!'
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Maar breng Mij nu een steen zo groot en zo hard je maar ergens kunt vinden en hier kunt brengen, dan zal Ik jullie allen wat laten zien!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar dit hier is iets wat daar hemelhoog bovenuit gaat! Dit is een echte steen en de hardste die er maar bij ons te vinden is. De Grieken verstaan weliswaar de kunst deze steen in het vuur te smelten en er het kostbare glas uit te bereiden, wat vóór hen, ten tijde van de eerste farao's, reeds de Phoeniciërs gekund moeten hebben, -daarbij verandert de steen. echter alleen in een andere stof. Maar om zo'n steen enkel door de pure wil totaal te vernietigen, daartoe behoort goddelijke kracht, waarvan wij zwakke mensen ons nooit een zuivere en heldere voorstelling zullen kunnen maken!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] En IK zei tegen hem: 'Judas Iskariot, je hebt helemaal gelijk dat je Mij niet bedankt voor wat je niet in alle volheid hebt ontvangen zoals de andere leerlingen. Maar toen Ik jullie enkele maanden geleden eens voor Mij uitstuurde om in Galilea de mensen op Mij voor te bereiden, gaf Ik jou evengoed de macht om wonderen te verrichten als de anderen; maar geldzuchtig als je bent, begon je gewoon zaken te doen en liet je je met hoge bedragen duur betalen voor je verrichte wonderen. Daardoor heb je binnen enkele weken een grote som goud en zilver verworven, waar je met je hart aan hing. En omdat je hart alleen maar hing aan het meest waardeloze vuil van deze aarde, en aan de gave om wonderen te doen alleen maar omwille van het vuil, - omdat dit werkelijk het geval was bij jou, is om een wijze en goede reden deze gave je weer ontnomen, maar niet de leer, en zodoende is het ook jou wel mogelijk om de mensen te onderrichten over de komst van Gods rijk op aarde, wanneer je dat wilt; wil je dit echter niet, dan kun je het ook laten! Maar Ik ben van mening, dat wanneer je het niet erg vindt om te eten en te drinken, je het ook niet erg hoeft te vinden om een beetje te werken voor jezelf en voor Mij!"
Hoofdstuk 273: De geldzucht van Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Geen wonder dat wij, en velen met ons, de Griekse wijzen leerden kennen, vervolgens weliswaar het jodendom predikten, maar zelf als epicurist* (*Epicurus : Grieks wijsgeer 342-270 v. Chr. Epicurist: genotzuchtig persoon) leefden! Want de mens heeft nu eenmaal een niet te stillen dorst naar geluk of minstens naar een redelijke mate van tevredenheid; over een eeuwige gelukzaligheid aan gene zijde konden wij op generlei wijze ook maar de geringste aanwijzing krijgen, laat staan enig vaststaand, houdbaar bewijs. Wij waren gezonde en flinke mensen, de wereld lag duidelijk zichtbaar met al haar genoegens en overvloed voor ons; dan is het toch wel duidelijk dat wij niet aarzelden ernaar te hunkeren en te grijpen! Want waarom zouden wij voor onze moeite om het volk het domme geloof in God en de onsterfelijkheid op allerlei manieren door leugen en bedrog bij te brengen, onszelf ook geen plezier doen, want voor het geluk aan gene zijde konden wij, zoals reeds gezegd, toch nergens een bewijs vinden?!
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK antwoordde: 'Zoals Mozes' zuivere leer mettertijd verontreinigd werd door de hebzucht van de mensen en door hun hang naar het wereldse, zo zal het ook met Mijn zuivere leer gaan. Zij, de wereldse mensen, zullen weer tempels bouwen en deze gebruiken voor het verkrijgen van geld en andere aardse goederen, en daarbij zullen zij het verkrijgen van Mijn rijk helemaal niet belangrijk vinden. Zij zullen trotser dan de grootste vorsten en koningen der aarde rondgaan, gehuld in goud en edelstenen. -Kijk, dat zal het onkruid tussen de tarwe zijn en dat zijn de wilde stammen in Mijn wijngaard! ,
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zeg: 'Dat begrijpen jullie nu nog niet! Er zijn in de aarde, op de aarde en in de lucht nog niet uitgezuiverde, boosaardige geesten, die er steeds op uit zijn het vlees van de mens te bemachtigen. Zij zijn noodzakelijke uitwassen van het oude gericht van de aarde, die naar gelijkgestemden zoeken onder de kinderen van deze wereld en hun zintuigen heimelijk benaderen. Dat vinden de kinderen van deze wereld prettig en zij volgen de geheime verlokkingen van zulke geesten.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Nu zei LAZARUS tegen hen: 'Mochten jullie nergens werk vinden, ga dan naar Bethanië; de heer van het grote landgoed heeft werk voor honderden!'
Hoofdstuk 23: De Heer en de Zijnen in Bethlehem. Genezing en verzorging van veel zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Hoewel Ik jullie allen beloofd heb binnenkort Mijn geest te zenden en hem over jullie uit te storten, die jullie dan in zal leiden in alle waarheid en wijsheid, en Ik ook gezegd heb dat jullie tot dat ogenblik geduld moesten oefenen, wil Ik toch ook mondeling een eerlijk streven als dat van jou helpen. Dat doe Ik nu in deze wintertijd des te eerder omdat Ik deze tijd, zoals afgesproken, vanwege de winterse rust toch al tot vlak voor het Paasfeest hier wil en zal doorbrengen, dus kun je gerust met je twijfels voor de dag komen, en voor wat vandaag niet allemaal behandeld kan worden, zullen wij rog ruim voldoende tijd vinden. Als we klaar zijn met de maaltijd kun je, omdat wij toch weer aan tafel blijven zitten, je verzoek wel naar voren brengen.
Hoofdstuk 26: De filosofische vragen van Philopold - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...