Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 36 van 184

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[15] De ochtend der wijsheid, die overeenkomt met die boven op de berg, is weliswaar heerlijk en mooi, maar hier beneden bij de tafels van het gastvrije liefdemaal in de grote, heilige kamer van Uw heilige Vaderhart bevindt zich inderdaad ook dezelfde morgen van het ware leven. Boven op de berg, waar wij onderwezen waren in de ware kennis, genoten wij van de heerlijke ochtend van het levenslicht, maar daar waren geen tafels met voedende en het leven sterkende, heerlijke spijzen klaargezet.
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Verder staat er: 'Kijk mij er niet op aan dat ik zo zwart ben (voor jullie dochters van Jeruzalem), want de zon (jullie wereldse trots) heeft mij verbrand (door jullie hoogmoedige, wereldse gezichten)! De kinderen van mijn moeder zijn boos met mij.' Wie anders kan Uw moeder in U zijn, o Heer, dan Uw eeuwige wijsheid, zoals de Vader in U Uw eeuwige liefde is?! Uw moeder is ook tevens Uw eeuwige orde waarvan de, evenals U, o Heer, toornig zijnde kinderen de eeuwige, oneindige ruimte vullen en hun toorn uiten door de grote wanorde van de kinderen Israëls te ordenen.
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Het licht van de diepste wijsheid beviel ons goed, maar U zag bij menigeen misschien ook reeds de kiem van eigendunk, opgekomen in de voren van het levenstuintje in het hart, en U zei met meeslepende woorden van liefde: 'Kinderen, beneden in de diepte der deemoed vind je dezelfde ochtend! Als jullie de korte weg afleggen van de hoogte van de eigendunk, die gewoonlijk een gevolg is van grote, pure wijsheid, naar de deemoedige diepte van van de liefde, genieten jullie van dezelfde stralende ochtend! En beneden in de diepte van de liefde vind je hem net zoals hier, en daar geniet je hem dubbel, want daar is niet alleen hetzelfde licht, maar in de liefde en de deemoed bevindt zich ook de bron van het licht en het liefdeleven! Beneden staan de volle tafels tot sterking, voeding en instandhouding van het leven in al zijn facetten! ,
Hoofdstuk 170: De sleutel tot het begrijpen van het Hooglied. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] SIMON gaat verder: "Als Salomo, of zijn met alle wijsheid gevulde ziel, gelegenheid gehad zouden hebben hier in ons midden te zijn, dan zou het zesde vers zeker niet geschreven zijn, want in het zesde vers zegt Salomo: 'U, die mijn ziel liefheeft, vertel mij waar U vertoeft, waar U 's middags rust, zodat ik niet hoef te zoeken bij de kudden van U w metgezellen! ' Want Salomo, en door hem de ziel van zijn volk, zou U zeker hebben gevonden terwijl U Uw schapen 's morgens, 's middags, 's avonds en ook om middernacht aan het hoeden was; dus steeds bezig en niet alleen 's middags rustend!
Hoofdstuk 171: Simon legt enige verzen van het Hooglied uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Alleen Simon, als mijn intiemste vriend, wist, maar alleen ten dele, hoe het er met mijn Salomo's wijsheid uitzag. Hij hield mij dat vaak voor en toonde mij aan, dat ik met het Hooglied van Salomo óf mijzelf óf de wereld voor de gek hield. 'Want', zei hij mij vaak, 'denk je soms dat jij terwijl jouw overige kennis en ervaring in alles beperkt is, het Hooglied zult begrijpen omdat je het zo moeizaam uit je hoofd hebt geleerd? ! ' Maar ik probeerde het hem toch half te laten geloven door te zeggen dat ik juist een voorliefde had voor de diepste, onduidelijkste en meest duistere geheimen, omdat ik mij voorstelde dat daar iets ontzettend belangrijks achter school. Uiteindelijk nam Simon dat toch van mij aan, maar dat was een geweldige vergissing van hem. Want innerlijk was ik een vijand van de wijsheid van Salomo, die hem uiteindelijk tot afgodendienaar had gemaakt.
Hoofdstuk 172: Gabi bekent zijn domheid en ijdelheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Ik ben nu weer uitgesproken en geloof voldoende bewezen te hebben dat mijn vroegere overtuigingen onmogelijk anders konden zijn; want zoals het onderricht is, zo is de mens en zo ook zijn wil en zijn daden! Dat ik nu met de diepste verachting terug kan kijken op dat echt helse onderricht, spreekt wel vanzelf! Ik verwacht nu echter ook van U, o Heer, dat U tengevolge van Uw liefde en wijsheid, mijn gedachten en daden die ik hier getrouwen waarachtig heb 'verteld, genadig door de vingers zult zien en zult vergeven!"
Hoofdstuk 173: Gabi's beginselen als Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Overigens zul je nu wel beseffen hoe en waarom dit meisje in al haar liefde zo bijzonder aan Mij gehecht is. Want in die mate waarin dit meisje Mij liefheeft, heeft niemand van jullie Mij lief; want jullie liefde is meer een verbazing over Mijn wijsheid en Mijn voor jullie onbegrijpelijke wonderen. Maar dit meisje houdt van Mij puur om Mijzelf, nu zij eenmaal weet wie in Mij schuilt. En dat is meer waard dan Mij als God te bewonderen, want het moet toch voor iedereen duidelijk zijn, dat bij God alle dingen mogelijk zijn. Ook dat is wel goed, maar het andere is beter
Hoofdstuk 175: Simons gedachte over de Heer als mens van het mannelijk geslacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ben je een zondaar omdat je bij tijden honger en dorst hebt? Zondig je, wanneer je kijkt, luistert, proeft en ruikt? AI deze zintuigen zijn je gegeven om de vormen van de dingen waar te nemen, om de wijsheid van het gesproken woord te horen en om goede en slechte en schadelijke geesten van de nog ongegiste en ruwe materie waar te nemen!
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Dat stemde de goede, oude man erg vriendelijk en hij zei toen tegen mij: 'Aan onze oude en zuivere wijsheid zullen jullie erg veel hebben! Maar neem niets over van onze totaal verdorven zeden, want die zijn slechter dan slecht! Deze stad was eens de trots van het land, wat ook haar naam Memavise (in het Grieks: Memphis) = 'de verhevenste naam', klaar en duidelijk zegt; nu is de naamloze verhevenste slechts een uitgestrekte puinhoop, waarvan jullie jezelf straks zonder moeite kunnen overtuigen!
Hoofdstuk 182: Het verhaal van Oubratouvishar over zijn reis naar Memphis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Nu weet U, verhevenste mens der mensen, hoe ik aan mijn geringe wijsheid kwam, en zegt u mij nu ook eens met zekerheid of ik op de juiste plaats ben, of dat ik nog verder moet trekken! Want lang kan ik niet blijven omdat mijn weg naar ons vaderland erg lang is."
Hoofdstuk 185: Het verblijf van de Nubiërs in Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Daarmee is dan ook vrij goed te verklaren dat wij een totaalonbekende taal van een volk al gauw kunnen verstaan en spreken. Als u, verhevenste mens van de mensen, dat nu overweegt, zult u met uw buitengewone wijsheid wel inzien dat ons tijdens de korte tijd van onze aanwezigheid hier nog niets bijzonders is kunnen opvallen waaruit wij onweerlegbaar zouden hebben kunnen afleiden, dat wij hier al met zekerheid op de plaats zijn die ik in mijn visioenen heb waargenomen.
Hoofdstuk 186: Oubratouvishar verlangt zekerheid over de plaats waar de Heer verblijft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] IK zeg: "Ja vriend, als je steeds die ontzettende en voor meer dan driekwart overbodige eerbied voor Mij aan de dag wilt leggen, zal het voor Mij Zelf nauwelijks mogelijk zijn je enig licht mee te geven naar je vaderland! Overigens doe je Mij als Schepper beslist geen erg grote eer aan als je jezelf, terwijl je toch zichtbaar Mijn werk bent, helemaal niets waard acht en ver beneden de waarde plaatst van een worm die zich kronkelt in het stof van alle vergankelijkheid! Want door die geringschatting van jezelf voor Mij, je Schepper, haal je toch ook Degene, die je uit Zijn hoogste wijsheid en liefde geschapen en gevormd heeft, heel merkwaardig naar beneden!
Hoofdstuk 188: Overdreven deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] De AANVOERDER zegt: "Broeders en zusters, wij geloven het, omdat wij nu oog - en oorgetuigen zijn van wat hier voor ons is en bestaat! Alle menselijke wijsheid, alle denkvermogen en zelfs het zuiverste en nuchterste verstand kan niet begrijpen dat het ooit mogelijk zou zijn om ook maar te denken aan wat hier is en wat zich hier ophoudt.
Hoofdstuk 192: Over het wezenlijke van Isis en Osiris. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Wel hebben onze voorouders reeds het zaad daarvoor gelegd, namelijk door enige dieren vanwege hun grote nut een soort half goddelijke eer te bewijzen om het volk zover te krijgen dat het deze nuttige land en huisdieren beter verzorgde. De ouden wilden daardoor evenwel slechts op zichtbare wijze de veelvoudige uitstraling van de goddelijke liefde en wijsheid in de aard van de dingen tonen aan het toentertijd nog zeer weinig ontwikkelde volk. Maar in de loop van de tijd wordt de geschiedenis der volkeren, hoe verder deze teruggaat in het verleden, eerbiedwaardiger en eerbiedwaardiger. Zij omhult zich steeds meer met een zeker goddelijk waas, en slechte en gewetenloze, zogenaamde volksopvoeders hebben dan des te gemakkelijker spel om alles wat in de oergrijze oudheid gebeurd is, te vergoddelijken en het blinde volk zo diep mogelijk in het ergste bijgeloof te begraven.
Hoofdstuk 182: Het verhaal van Oubratouvishar over zijn reis naar Memphis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Jullie weten waarover ik en de overste in Memphis een jaar lang in jullie bijzijn duidelijk verstaanbaar gesproken hebben, hoewel de overste vaak meende, dat het voldoende was als ik alleen in zijn diepe wijsheid zou worden ingewijd. Maar ik zei: :Kijk, heer, dit zijn mijn broeders en zusters! Geen van hen is ook maar Iets minder dan ikzelf, daarom moet u, heer, terwille van mij geen geheimen voor hen hebben! ' En daarna sprak hij steeds zo dat iedereen het kon horen.
Hoofdstuk 192: Over het wezenlijke van Isis en Osiris. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...