Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

944 resultaten - Pagina 36 van 63

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[16] `Nu, jij mens, ik heb je vanuit mijn kracht geschapen en ik zeg je, je bent vrij en je kunt doen wat je wilt!' Zal nu deze door jou geschapen mens werkelijk reeds vrij zijn? – O, neen, want hij weet immers nog niet wat vrijheid is!
Hoofdstuk 206: Lamechs gedachten van twijfel over het wezen van de begeerte en de verzoeking. Kisehels verklaring van de vrijheid van de menselijke wil aan de hand van een voorbeeld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Waarlijk, als het lichtste, kleinste druppeltje water in de zee is gevallen, dan heeft daardoor de zee in verhouding reeds eindeloos meer luister ontvangen dan jullie levenslange ononderbroken aanbidding en verering zou zijn ten opzichte van de eindeloze eer en eeuwige heerlijkheid van God, die Hij reeds eerder in de meest volkomen mate in Zichzelf bezat toen er nergens nog maar iets was geschapen!
Hoofdstuk 219: De verering van de heilige naam op de plaat in Lamechs troonzaal. Henochs woorden over de liefde als de enig ware verering van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] En Henoch zei: 'Amen! Eeuwig zij de heilige, allerliefdevolste Vader geloofd en bemind door ons allen, Hij die ons reeds heeft bemind, nog voordat wij bestonden; want als dat niet zo was, dan zou er nooit iets zijn geschapen!
Hoofdstuk 220: God als de oneindige liefde en wijsheid is de eeuwige waarheid. De bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Zou er dus ook maar enigszins toorn in Mij mogelijk zijn, dan zou die immers alle liefde vernietigen en daarmee alles wat door die liefde werd geschapen, - ja uiteindelijk zelfs zichzelf!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] En zie, uit deze toorn zijn toen al de talloze geesten, zonnen en werelden, deze aarde en alles wat op haar is, geschapen!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[31] Wil je dus in waarheid Gods toorn zien, kijk dan naar de geschapen dingen; deze zijn de toorn Gods!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Want Ik heb jullie alleen voor de zaligheid geschapen en niet om verdrietig te zijn!'
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Dat de Heer ons heeft geschapen en ons een vrij, zelfstandig bestaan heeft gegeven en bovendien nog een heerlijke aarde voor ons heeft geschapen, die ons draagt en ons van al het mogelijke voorziet, - wie kan dan zeggen, dat heeft helemaal geen nut voor ons?!
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Nu zie, zoals de Heer jullie allen eens heeft geschapen voor een vrij, zelfstandig werkzaam zijn door middel van de aan jullie verleende levende kracht uit Hem. heeft Hij jullie nu ook gelovend en liefhebbend opnieuw gevormd vanuit Zichzelf!
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Daarmee wil echter helemaal niet gezegd zijn dat de mens het natuurlijke voedsel niet moet genieten, omdat dat toch door God voor dat doel is geschapen en Hij zichtbaar voor ons allen daarvan met ons heeft gegeten; maar het moet niet onze voornaamste behoefte worden!
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Henoch zei echter tegen hem: 'Broeder Lamech, de Heer heeft vele dieren geschapen, die alleen bestaan om dag en nacht te vreten; maar ons mensen heeft Hij niet het leven gegeven om alleen maar te eten, maar om ons in de geest te vervolmaken en wij moeten daarom alleen maar met mate eten vanwege het daartoe noodzakelijke lichamelijke leven, maar niet om alleen maar in dit schijnleven als het kan de beste en edelste vruchten van de aarde zonder doel en zonder maat te eten!
Hoofdstuk 249: Het grote maal. De strijd tussen de te laat gekomen armen en de dienaren voor de deur van de zaal. De halfnaakte arme als de Heer Zelf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Begrijp nu verder de diepte van Gods geest! - Je bent een geschapen mens; als zodanig besta je uit een lichaam en uit een levende ziel, waarin de geest van de liefde woont.
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Was God alleen God, dan zou er eeuwig niets geschapen zijn, maar zou alles nog een alleen voor Hem zichtbare oneindige gedachte zijn, - maar geen enkel wezen zou zich in het vrije bestaan in God verheugen!
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Dit Woord is wezenlijk en is de oorsprong waaruit alle dingen vanuit hun oerwezen zijn geschapen.
Hoofdstuk 252: Henochs bedenkingen over de offerdood van de Heer. De grote onthulling van de Heer over het wezen van Gods liefde, leven, licht en wijsheid. Over de godmens Jezus als vleesgeworden Woord van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Hij leerde verder: God is een geest en is als zodanig als een eeuwige, oneindige gedachte alom tegenwoordig. Geen enkel geschapen wezen kan Hem ooit aanschouwen, omdat hij oneindig is.
Hoofdstuk 256: Lamech in gesprek met de twijfelaars over de goddelijkheid van de arme Man. Het eenzijdige godsbegrip van de twijfelaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...