Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 36 van 179

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[5] Kortom, Egypte was dus door God aangewezen als voorbereidende school, en de bewoners van dit langst bewoonde land van de aarde waren reeds van oudsher met veel wijsheid begiftigd en hadden ook nauwe kontakten met vrijwel alle beschaafdere volkeren van de aarde. Nu zullen jullie ook begrijpen waarom juist alles wat men in dit land vindt, vaak een zeer diepe betekenis heeft.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Piramidai was de eigenlijke, oorspronkelijke naam en betekende zoveel als "Geef mij wijsheid! " en de beide spitse zuilen droegen de naam Oubeloiska, wat 'De zuivere zoekt het verhevene, schone, reine' betekent. 'Belo' betekende eigenlijk 'wit', maar omdat zuiver wit bij de oude Egyptenaren gold als teken van het reine, verhevene en schone, duidde men daar ook het verhevene, reine en schone mee aan.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De lichtglans, die ik in mijn visioenen als een levende stralenkrans om Uw heilige wezen zag, is nu zichtbaar in Uw grote liefde en vriendelijkheid en in Uw wijsheid, die haar weerga niet kent in de gehele oneindigheid.
Hoofdstuk 208: Verschillende zeden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Weliswaar hebben wij ook niets waarop wij ons tegenover U, o Heer, zouden kunnen beroemen, maar wij weten wel dat wij alleen maar mensen zijn, en dat wij allen werken zijn van één en dezelfde Schepper en ons daarom ook nooit kunnen inbeelden, dat de een wat voor zou hebben op de ander, alsof hij in alle ernst een soort heersende halfgod zou zijn. Iets dergelijks zagen wij bij de blanken, waar er een zich verbeeldde heerser te zijn en alle anderen zich tot op de grond voor hem moesten buigen, terwijl degenen die dat niet deden meteen met stokken werden geslagen. Heer, deze deugd van de blanken beviel ons helemaal niet, en dat straffen geeft blijk van heel weinig wijsheid!
Hoofdstuk 208: Verschillende zeden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De planten en nog meer de dieren zijn niets anders dan voorlopige vaten, die naar Mijn wijsheid en inzicht geschikt zijn om achtereenvolgens gebruikt te worden voor de verzameling, vorming en samenvoeging van de -zeg maar algemene levenskracht van de natuurzielen uit de onmetelijke scheppingsruimte, waaruit ook jullie zielen -oorspronkelijk gevormd op deze of ook op een andere aardse wereld, wat vrijwel hetzelfde is, -afkomstig zijn. Deze dierenzielen voelen de uitstraling van een geordende mensenziel en de daaruit gevormde sfeer van uitstralend levenslicht en uitstralende levenswarmte.
Hoofdstuk 216: Over de invloed van de mens op huisdieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Een profeet genaamd Daniël ('Zoon van de dag of het licht') werd in Babylon door een wrede koning, tegen wie hij een strafpreek hield, in een leeuwenkuil geworpen waarin zich zo 'n twaalf hongerige leeuwen als scherprechter bevonden. Zij. werden reeds jarenlang gevoerd met allerlei ongelukkige misdadigers. De koning die door de scherpe vermanende woorden van Daniël in woede ontstoken was, liet ook Daniël, hoewel hij hem overigens vanwege zijn wijsheid graag mocht, zonder enige genade en consideratie in de kuil van de zekere dood werpen.
Hoofdstuk 218: De macht van de volmaakte ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Want als er in een land slechts een of twee mensen zijn die dit inzien, begrijpen en voor zichzelf toepassen, zal dat hun net zo min enig voordeel opleveren als de wijsheid aan een wijze geeft in een gekkenhuis temidden van louter dwazen, of in een ezel of ossenstal! Denk je dat de wijze begrepen zal worden, als hij hun uit zijn diepe wijsheid heel vriendelijk de verhevenste lessen zal geven?!
Hoofdstuk 222: De betekenis van de uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Een wijze kan immers alleen maar door wijzen herkend en begrepen worden! Aan het leven van dieren en echte dwazen is niets te veranderen, want wat daaruit voort moet komen ligt al in Mijn eeuwige orde besloten; maar uit het leven van de mensen kunnen jullie alles ontwikkelen, via de ware weg van waarheid, liefde, geduld en wijsheid!
Hoofdstuk 222: De betekenis van de uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Arme drommels moesten natuurlijk wel hun toevlucht nemen tot allerlei wijsheid en kennis die hun altijd hongerige verbeelding hun verschafte, om daarmee hier en daar een rijk man voor zich te winnen, van hem te leven en hem daarvoor iets wijs te maken; maar de enige waarheid die daarin te vinden is, is de nood van de hongerige wijze en de traagheid van zijn handen, en dat hij daarom liever zijn hongerige maag vult door het gebruik van zijn moeiteloze inbeelding en fantasie over de een of andere god en over het eeuwige leven van de mensenziel, dan door het gebruik van zijn handen, wat meer moeite kost!
Hoofdstuk 224: Honger naar geestelijk voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Kijk en bepaal aan de hand van dit levensgetrouwe beeld of een mens, die met aardse levensgoederen rijkelijk bedeeld is, iets te kort komt! Wat maalt hij om die buitengewoon belangrijke zelfkennis, zonder welke een ware kennis van God ondenkbaar is? Zal hij datgene, wat toch beslist het voornaamste is dat hem ontbreekt, ooit gaan zoeken? Heel zeker niet, want hij lijdt geen honger en geen dorst, hetgeen toch de veronderstelde aansporingen zijn waardoor de arbeidsschuwe arme drommels tot wijsheid en kennis worden aangezet!
Hoofdstuk 224: Honger naar geestelijk voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Hoe zou hij dan anders kunnen ontdekken wat hem voor het ware leven ontbreekt? Alleen honger en dorst zijn -volgens de mening van de goedverzorgde zwelger -de enige beweegredenen om iets te gaan doen; wie dus honger noch dorst te lijden heeft, behoeft helemaal niet naar de een of andere wijsheid op zoek te gaan! Kortom, wie volgens zijn mening niets mist, ziet ook nergens naar uit, en waarom zou iemand die niets verloren heeft, gaan zoeken alsof hij wat verloren had?!
Hoofdstuk 224: Honger naar geestelijk voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Toen zij vanmorgen hierheen kwamen, herkenden zij Mijn ziel en haar wijsheid en kracht in zekere zin reeds van verre; alleen de geest in de ziel konden zij niet waarnemen, omdat Gods geest alleen door een geest uit God gezien kan worden. Daartoe moest Ik door Mijn woord eerst in hun hart de vonk leggen; en toen de vonk al gauw sterker werd, omdat hij overvloedige, juiste voeding vond in een volmaakte ziel, herkenden zij Mij ook weldra in Mijn geest en nu weten zij reeds intenser dan jullie, met wie zij in Mij te maken hebben.
Hoofdstuk 225: De wonderkracht van de wedergeborenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] De wedergeboorte van de geest in de ziel beneemt de ziel echter niet haar eigen, vrije wil en haar waarneming naar buiten toe van de reeksen grote scheppingen, die steeds maar door zullen voortkomen uit Mijn liefde, Mijn wijsheid, orde, macht en kracht."
Hoofdstuk 225: De wonderkracht van de wedergeborenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Wanneer dus de hersenen op juiste wijze en geheel volgens Mijn orde vanuit het hart ontwikkeld worden en de geestelijke levensindrukken die een lichtbron zijn, eerder op de hersenplaatjes ingeprent worden dan de materiële, dan worden de daaropvolgende indrukken van de buitenwereld verlicht, waardoor deze in al hun onderdelen eenvoudig en volkomen duidelijk en volgens de ware wijsheid begrijpelijk en bevattelijk worden. En het licht dat er doorheen straalt vervult dan niet alleen het gehele menselijke organisme, maar het stroomt met geestelijk heldere stralen nog veel verder dan dit organisme en vormt zo de uitstralende levenssfeer, waarmee een mens dan, als die sfeer mettertijd noodzakelijkerwijs steeds dichter en krachtiger is geworden, in de buitenwereld ook zonder de wedergeboorte van de geest wonderbaarlijke dingen kan verrichten, zoals jullie dat bij onze Moren hebben gezien.
Hoofdstuk 228: De juiste vorming van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Maar nu adem Ik nog een keer op onze vier hersenhopen en dan zul je ook iets soortgelijks zien als de obelisken * (* hoge, vrijstaande vierkante zuil, die van boven smaller is dan beneden, en aan de bovenzijde in een piramidevormige spits uitloopt.), die twee aan twee voor de piramiden staan. De obelisken waren echter voor een ander doel bestemd dan de zuiltjes die twee aan twee voor ieder vlak van de hersenpiramideplaatjes staan, want de obelisken voor de piramiden duidden er slechts op, dat in de piramiden de wijsheid te zoeken was, die evenwel alleen voor mensen, die aantoonbaar rein waren, toegankelijk was.
Hoofdstuk 233: De samenhang van de hersenen in voor en achterhoofd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...