Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

737 resultaten - Pagina 36 van 50

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[10] Dat zijn dus de begrenzingen van onze districtsgebieden. Kunnen deze grenzen of afbakeningen van de districtsgebieden dan niet overschreden worden? Dat kan hier niet zo gemakkelijk, want in de eerste plaats is zo'n districtsgebied al zo oneindig groot, dat daarin miljoenen maal miljoenen mensen buitengewoon goed verzorgd kunnen worden en wat ruimte betreft hoogst geriefelijk kunnen leven. Ten tweede bevinden zich op zijn oppervlak talloze heerlijkheden en veelsoortige, wonderbaarlijke dingen zodat de bewoners van zo'n districtsgebied hun hele leven lang voldoende hebben om te bekijken, te bestuderen en er geestelijk van te genieten. Zij bekommeren zich dan nog minder om een ander gebied dan jullie dat op jullie aarde doen om de omstandigheden op een vreemde planeet, vooral wanneer jullie op je eigen planeet echt goed van alles voorzien zijn.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Maar laten we nu de centrale ruimte van dit gebouw binnengaan vanwaar ons reeds stromen van licht tegemoetkomen. Kijk, het is een heel grote ronde hal. De vloer is azuurblauw en is helemaal ingelegd met de jullie welbekende sterrenbeelden van jullie zichtbare hemel. De sterren stralen echter veel sterker dan die welke je 's nachts vanaf jullie aarde ziet. De wanden van deze ronde hal bestaan eveneens uit drie boven elkaar geplaatste machtige zuilenrijen. De onderste rij bestaat uit louter robijnen, de middelste uit louter smaragd en de bovenste uit de meest zuivere hyacint. De zuilen van elke rij zijn onderling verbonden door witte bogen waarboven prachtige galerijen van doorzichtig goud zijn aangebracht.
Hoofdstuk 20: Beschrijving van nooit vermoede pracht. Gelijkenis van winterpracht en lentewarmte - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Jullie vragen: hoe kunnen wij vuur aan ons hart ontlokken, opdat we daarmee dit hout kunnen aansteken? O broeders en vrienden, wat een vraag! Is dan niet één enkele gedachte aan Jezus voldoende om het hart voor Hem in vuur en vlam te zetten? O broeders en vrienden, als jullie zouden kunnen begrijpen wat deze Naam aller namen betekent, wat hij is en welke uitwerking hij heeft, dan zouden jullie ogenblikkelijk tot zo'n machtige liefde voor Jezus moeten ontbranden dat haar vuur toereikend zou zijn om een heel leger van zonnen aan te steken, zodat deze daardoor nog duizendmaal helderder in hun oneindige ruimte zouden schijnen dan nu het geval is.
Hoofdstuk 13: Jezus, de Naam aller namen en zijn uitwerking. Het geheim van de menswording van God in Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Weten jullie eigenlijk wel op welke wijze alle dingen gezien worden? Jullie zeggen: door het licht. Goed, zeg ik jullie, het licht valt ook aards gezien voor het grootste deel naar buiten in de oneindige grote vrije ruimte. Maar wat zien jullie op een zonnige dag in de helder verlichte blauwe atmosfeer? Jullie zeggen: daar zien we niets anders dan de blauwe kleur van de lucht. Dan vraag ik jullie: waarom zien jullie daar niets? Jullie zeggen: omdat daar geen 'Gegenstand' is. Maar wat verstaan jullie onder 'Gegenstand'? Waarom zeggen jullie niet liever 'Vorstand' dan 'Gegenstand'? Jullie weten niet wat jullie daarop moeten zeggen, maar ik zeg jullie: wanneer jullie een ding naar zijn vorm bekijken, dan is dat ding kennelijk iets dat tegenover jullie staat, dus een 'Gegen-stand', maar wanneer er iets tussen dat ding en jullie zou worden geplaatst, bijvoorbeeld een muur, een sluier, een wolk, dan zouden jullie toch zeker zeggen: dit staat vóór de 'Gegenstand' die we zouden willen bekijken en dit is dus duidelijk een 'Vorstand' of een belemmerende 'Vorgegenstand'. Wanneer jullie echter ten gevolge van zo'n 'Vorstand' de eigenlijke 'Gegenstand' niet kunnen zien, wat is dan de reden daarvan? Kijk, niets anders dan dat de door de 'Gegenstand' teruggeworpen stralen jullie niet kunnen bereiken en zij de reeds in jullie aanwezige voorafbeelding daardoor niet levendig kunnen oproepen.
Hoofdstuk 11: Het hele universum en de hemel zijn in jullie! - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Hoe was de vergroting van deze kleinste afbeelding in jullie geest dan mogelijk? Daarbij komt het op de kracht en de tegenkracht aan. De kracht ligt in jullie; de tegenkracht is geschapen en voor eeuwig vastgelegd door God. Wanneer jullie de kracht in jezelf oproepen, wat is er dan natuurlijker dan dat deze op het moment van het oproepen met de overeenstemmende tegenkracht uit God, door jullie willen steeds meer botsen moet? Want de kracht ligt in jullie; de tegenkracht ligt buiten jullie en alles wat jullie dus in jezelf oproepen moet dan in God zijn eeuwig voorbereidend gevormde tegenpool vinden. Als tegenpool is de ster in haar ordening, vorm en gestalte geschapen door God; de volkomen op haar lijkende afbeelding is echter als afgeleide kracht ook in jullie gelegd, omdat jullie geest zelf een afspiegeling van God is.
Hoofdstuk 11: Het hele universum en de hemel zijn in jullie! - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Als er in de eeuwige, oneindige ruimte een volkomen rechtvaardig goddelijk wezen bestaat, dan zal dat hem wel het loon doen toekomen dat hij omwille van mij en nog vele anderen heeft verdiend. Zou er echter wat ik nu bijna niet meer kan aannemen niet zo'n goddelijk wezen bestaan, dan zal de latere geschiedenis hem richten zonder dat ik dit ook maar in het minst hoef te wensen.
Hoofdstuk 15: Goed antwoord van Robert. Vrome wensen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Maar ik wil je deze zaak in zijn geheel laten zien en wil je zelfs meenemen naar de nog veel zwijgzamer lijkende natuur.
Hoofdstuk 19: Rede over de gehoorzaamheid. Voorbeelden uit het rijk van de natuur - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Robert zegt: '0 Heer, U bent nu voor eeuwig mijn enige liefde! Ik vind alles onuitsprekelijk goed, wat U ook maar met mij, arme zondaar, van plan bent te doen. Ik kan alles slechts zien als Uw onmetelijke genade en erbarming! Wat ben ik dan wel voor U? Wat is het stof vergeleken bij Hem, die de eindeloze ruimte uit eigen kracht heeft geschapen en met talloze wonderwerken van Zijn eeuwige liefde en wijsheid heeft vervuld. Uw heilige wil is mijn leven! Hoe zou ik daarom onrechtvaardig kunnen vinden, wat U voor mij beslist? 0, Heer, Uw naam worde geheiligd en laat Uw wil mijn leven zijn!
Hoofdstuk 41: Robert: 'Uw wil is mijn leven'! De Heer: 'Liefde voor liefde!' - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] En U bent hier bij mij als iemand, die door de wereld veroordeeld werd! 0, allergrootste Liefde! O Heer, o Vader, o God! En U noemt mij, de door de wereld vervloekte, Uw broeder! Nee! U bent te groot en Uw liefde is ontzagwekkend! O, wek in mij krachten op, zodat ik U voor Uw goedertierenheid en minzaamheid kan liefhebben met de gloed van alle zonnen die de eindeloze ruimte bevat!'
Hoofdstuk 43: Roberts nieuwe, heerlijke wereld. Woorden van verwondering, dank en innige liefde. 'deze wereld komt uit jou!' Gelijkenis met het verwekken van kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Dat je Me echter uit al je krachten liefhebt, is voor Mij de aangenaamste lof! Want alleen door de liefde ben Ik als Vader voor die schepselen die Mijn kinderen zijn, bereikbaar; door de wijsheid echter nooit. Want de wijsheid van al Mijn talloze scharen engelen en geesten is ten opzichte van Mijn eeuwige wijsheid nauwelijks wat een dauwdruppel is ten opzichte van de eeuwige etherzee die de oneindige ruimte vult.
Hoofdstuk 43: Roberts nieuwe, heerlijke wereld. Woorden van verwondering, dank en innige liefde. 'deze wereld komt uit jou!' Gelijkenis met het verwekken van kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Kijk nu hoe de talloze scharen zalige geesten zich naar onze straat begeven en daar als het ware een levende haag vormen die, zoals jullie in je geest goed kunnen zien, zich in een rechte lijn onafzienbaar ver uitstrekt. Wanneer jullie naar de veelsoortige hemels mooie gestalten kijken die wij aan beide zijden tijdens onze wandeling passeren, dan zien jullie bewoners uit het gehele gesternte. Jullie moeten echter niet denken dat er zich in deze eindeloze rijen velen van een en dezelfde ster of planeet bevinden. Nee, van elke ster zijn er maar twee, namelijk een mannelijk en een vrouwelijk wezen; want zouden er meer van elke afzonderlijke ster aanwezig zijn, dan zou deze in jullie ogen eindeloos uitgestrekte ruimte ook geestelijk gezien te klein zijn om allen te bevatten en dan zouden jullie hen niet kunnen overzien.
Hoofdstuk 4: De drie hemelen - hun structuur - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Na deze woorden deed hij in een poging om zich te wurgen enkele stevige grepen naar zijn keel, maar natuurlijk zonder enig resultaat. Want hij grijpt in zekere zin telkens door zichzelf heen, zonder ook maar het geringste teken van verstikking te voelen. Dat doet hem versteld staan en hij begrijpt steeds minder van deze toestand. Daar het wurgen niet lukt, besluit hij zich recht vooruit te bewegen. 'Want', zegt hij, echt kwaad bij zichzelf, 'duisterder en bodemlozer dan hier kan het in de hele eindeloze ruimte nergens zijn. Daarom heb ik ook geen afgrond te duchten en nog minder een of ander verborgen gericht. Dus voorwaarts maar! Misschien bereik ik toch nog ergens een lichtstraaltje of de gewenste dood!
Hoofdstuk 4: Noodroep tot God. Beroep op Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Maar dan staat de zon op en zegt: 'Wat klets jij, kortzichtige kosmopoliet? Zie je niet dat ik niet enkel één, maar zelfs vele grotere en kleinere planeten tegelijk heb te verzorgen? Weet je niet dat hun banen ongelijk zijn, dat zowel de grote als de kleine soms dichter bij me staan en soms verder weg komen te staan? Dat zij zich soms in grote getale juist aan de ene kant bevinden en veel aandacht van me vragen en dat daardoor een of andere alleenstaande planeet op een tegenovergestelde standpunt noodzakelijkerwijs wat minder krijgt van mijn anders zo rijke gaven? Wordt zo'n planeet echter tijdens een omlooptijd wat kariger bedeeld, dan krijgt hij toch steeds zo veel dat hij kan blijven bestaan. Ik kan vanuit mijn triljoenen eigen omwentelingen om een andere, nog grotere regerende zon getuigen, dat daardoor nog nooit een planeet die zich bij mij had aangesloten, is verhongerd en te gronde is gegaan. Als echter kometen, die meer gesteld zijn op hun vrije rondzwerven dan op mijn vaste orde, ergens in de eindeloze ruimte, waarheen zij werden gedreven door hun waanzinnige lust naar vrijheid, te gronde gaan, dan kan ik daar niets aan doen. Want een wezen dat alléén wil beslissen over zichzelf, zonder afhankelijk te willen zijn van een machtige leiding, wordt geen onrecht aangedaan; het heeft zichzelf geoordeeld! Als jij, allervrijzinnigste kosmopoliet, mij als planetenregent met alle geweld vanwege mijn noodzakelijk wisselende handelwijze ten opzichte van mijn ondergeschikte planeten, wilt straffen, neem mij dan mijn licht maar af en mijn glans, mijn grootheid en macht! Maar let dan eens op hoe de planeten, die naar jouw mening te veel aan slavenketenen worden gehouden, zonder mij blijven bestaan!'
Hoofdstuk 19: Rede over de gehoorzaamheid. Voorbeelden uit het rijk van de natuur - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg verder: 'Toen de aarde nog een woest hemellichaam was en nog geen planten of dieren had te onderhouden behalve de oertypen van alle latere vormen in de wateren, waren de oergebergten alleen wel voldoende om aan de in zekere zin nog ruwe, niet geheel doorbakken aardbol, de reeds genoemde diensten te bewijzen. Toen echter na een aantal millennia de aardbol vaster was geworden, hele grote eilandengroepen zich reeds boven de zeespiegel begonnen te verheffen en ook de in het water aanwezige oerkiemen zich overal in velerlei grassen en plantensoorten begonnen te ontwikkelen, was het nodig er voor te zorgen dat de oerkiemen uit het water voor hun rijping ook zo gauw mogelijk een groter landgebied kregen. Door onderaardse vuurkrachten kwamen nieuwe grondlagen omhoog, waardoor mettertijd de nieuwe voortbrengselen ruimte, voeding en bescherming kregen. Nu begon het over het hele aardoppervlak geweldig te razen en te woeden. De onder water liggende vaste aardlagen werden opengereten door de grote krachten bij miljoenen ver boven de waterspiegel omhoog geheven.
Hoofdstuk 21: Middel- en kleingebergte. Hun ontstaan en noodzaak in het geheel van de aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Daarop zegt Noach: 'Heer, tot U heb ik altijd gebeden en trouw het geloof en de liefde bewaard. Toen zo'n vierduizend jaar geleden mijn broeder Mahal het verlangen kreeg om zijn blik van de heilige hoogten op het laagland te richten en een reis naar Hanoch te maken, waar Drohuit en Funghar Hellan zo vreselijk huishielden, en toen een dochter van Mahal koningin werd in het laagland... zie, toen riep U mij en toonde mij, hoe ik een geweldige ark moest bouwen voor de redding van mijn kleine familie en vele dieren die door Uw macht vanuit alle windstreken der aarde in de ruimte van de ark werden gedreven.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...