Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36210 resultaten - Pagina 36 van 2415

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[8] Als de Vader nu zelfs de bloemen, die maar kort bestaan, zo versiert en tooit, hoeveel te meer zal Hij dan wel Zijn woonhuis dat in de hemel is, sieren en tooien?! En wat de Vader doet, dat doe Ik ook; want Ik en de Vader zijn in oorsprong Een! Wie Mij aanvaardt, die neemt ook de Vader aan; want de Vader is in Mij, zoals Ik in de Vader! Wie voor Mij iets doet, die doet het ook voor de Vader; en je kunt Mij daarom niets geven, wat je niet weldra honderdvoudig weer terugkrijgt! Nu weet je alles wat je weten moest.
Hoofdstuk 34: In Sichar. De hemelse inrichting van het huis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na de maaltijd komt de vrouw weer naar Mij toe, maar durft haast niets te zeggen, want tijdens de maaltijd hoorde zij van de bedienden van de dokter hoe alles in huis gekomen was. En de bedienden zeiden: 'Beste vrouw, God weet hoe dat gegaan is! Wij hebben heel weinig gedaan; de dokter helemaal niets, want toen hij kwam, was alles al gedaan. Daarvoor, en lang voor de dokter kwam, waren we voor hem bezig en toen kwam er opeens een jongeman, die er stralend mooi uitzag en die tegen ons zei, dat we dit en dat moesten doen, omdat de Heer dat nodig had, en we deden alles direkt wat die buitengewone jongeman gezegd had. Maar zie, dat ging er erg wonderlijk aan toe! Als we iets wilden doen, dan was het al gedaan en we kunnen u daarom niets anders zeggen dan: hier heerste kennelijk de almacht van God, en de witte jongeman moet een engel van God geweest zijn! Anders is dit niet te verklaren! De mens, die een poosje geleden samen met u het eerst in de grote eetzaal kwam, moet een groot profeet zijn, als hij zo door de hemelse krachten gediend wordt!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarop spreekt Nathánaël: ' Ja Heer, U bent waarachtig en getrouw! Wat U gezegd hebt gaat nu wonderbaarlijk in vervulling! Waarlijk, waarlijk U bent de zoon van de levende God! God sprak met Abraham door middel van Zijn engelen; Jacob zag in de droom een ladder waarop de engelen omhoog en omlaag gingen, maar Jehova zag hij niet, behalve dan een engel, die de naam van Jehova in zijn rechterhand had staan. En omdat Jacob met hem streed alsof hij Jehova was, werd hij mank door een stoot tussen de ribben. Mozes sprak met Jehova, maar hij zag alleen maar vuur en rook, en toen hij zich in een spelonk verbergen moest omdat Jehova voorbij zou komen, durfde hij niet te kijken voordat Jehova voorbij was. En toen hij daarna keek zag hij alleen nog maar de rug van Jehova; maar daarna moest hij zijn gezicht drievoudig bedekken, omdat het meer licht afstraalde dan de zon en niemand er naar kon kijken zonder te sterven! Verder was er alleen nog Elia, die Jehova ge waar werd in het suizen van de wind! En hier bent U nu Zelf!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Dat is ook helemaal niet nodig, het is voldoende dat je gelooft en Mij liefhebt, het diepere begrip van dit alles zal wel komen als de Geest der waarheid over je uitgestort zal worden. Voordat dat echter zal gebeuren, zullen er zich van jullie, ondanks al deze tekens, nog velen aan Mijn naam stoten!
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zeg echter tegen hen: 'Ter wille van jullie zaligheid is dat niet nodig. Als je Mij toch wilt volgen, dan is het genoeg, dat je Mij in jullie harten volgt! Je moet echter hier in dit land blijven als Mijn getuigen! Want al gauw zullen er behoorlijk wat twijfelaars opstaan en tot jullie komen; die moet je dan een waar getuigenis van Mij geven.
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Joram, jij behoeft niet meer bang te zijn voor Irhaël, want ze is nu volkomen gezond naar lichaam en ziel. En Irhaël, jij hebt aan Joram een hemelse man en je zult geheel en al gelukkig met hem zijn, want hij is geen aardse geest, maar een geest, die van boven gekomen is.'
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Johannes, jij behoeft het niet op te schrijven, omdat Mijn leer toch al door meer mensen opgeschreven zal worden. Er is hier een schrijver, ook een Galileeër, Matthéus genaamd, die heeft voor zichzelf al veel uit Mijn jeugd opgeschreven, en omdat hij vlug schrijft, zal hij zeker alles opschrijven wat hij horen en zien zal. Breng die man hierheen; roep zijn naam en hij zal meteen volgen! Waarschuw ook de voornaamste priesters en vraag of ze komen willen, en doe dat ook met een paar van de voornaamsten, die je gisteren aan de bron gezien zult hebben. Maar roep eerst Matthéus voor Mij, want Ik wil dat ook hij ons volgt!'
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Vroeg in de morgen, terwijl de zon nog nauwelijks een halve handbreedte boven de horizon stond, kwamen al veel priesters, die in Sichar woonachtig waren vanwege de nabijheid van de heilige berg Gerazim, voor het huis van Irhaël en maakten meteen veel kabaal en schreeuwden: 'Hosianna boven hosianna en gezegend is Hij, die daar kwam in de naam van de heerlijkheid Gods! Wacht, zon, en sta stil, o maan, tot de Heer aller heerlijkheid met Zijn geweldige rechterarm al Zijn vijanden, die ook onze vijanden zijn, verslaat en vernietigt! Maar bescherm de Romeinen, o Heer, want die zijn onze vrienden, omdat ze ons beschermen tegen de Joden, die nu niet meer kinderen van God, maar kinderen van Beëlzebub zijn, aan welke vader ze offeren in de tempel, die Salomo voor U, o Heer, heeft gebouwd. U heeft er goed aan gedaan, o Heer, dat U naar Uw echte kinderen gekomen bent, die Uw beloften geloofden en U tot op dit uur verlangend verwachtten. U komt weliswaar van de Joden er staat dan ook geschreven dat het heil van de Joden komt -maar we hebben gehoord, dat U in Jeruzalem en in de tempel was, en dat U daar de Joden met gesels sloeg en hun stoelen omgooide! O Heer, daarmee heeft U zeer veel goeds gedaan en alle hemelen zullen U daarvoor loven met psalmen, harpen en bazuinen! We hebben altijd al gezegd, dat als U komt, U niet voorbij zult gaan aan de heilige plaats, waarop Daniël, Uw profeet, de verschrikking en de verwoesting van Jeruzalem verkondigde! En op deze plaats zult U, o Heer, het heil aan Uw volkeren verkondigen! Geprezen zij Uw naam, hosianna aan U in de hoge en heil aan alle kinderen, die van goeden wille zijn!'
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg echter: 'Beste Irhaël, wacht nog even, de leerlingen zullen dadelijk nog meer gasten brengen, die ook aan het ontbijt zullen deelnemen en die tevens uit Mijn mond zullen vernemen, dat jullie beiden, jij en Joram, nu officieel getrouwd zijn. Ze zullen ook zien dat jullie huis niet een van de minste, maar in alles, zowel uiterlijk als innerlijk, het eerste huis van deze stad is, en dat Ik daarom in dit huis Mijn intrek nam.'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Terwijl Ik dit tegen het echtpaar zeg, openen Petrus en Johannes ook al de deur en tussen hen in komt Matthéus binnen, die diep buigt en zegt: 'Heer, ik sta helemaal klaar om U alleen te dienen! Ik heb hier wel een baan als schrijver en kan daarvan leven en mijn kleine familie onderhouden; maar als U, o Heer, mij nodig heeft, dan laat ik ogenblikkelijk mijn werk liggen; en U, o Heer, zult mijn kleine familie niet laten verkommeren!'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar Ik wijs hem op de omgeving en de vele mensen, die ons gevolgd zijn en zeg tegen Hem: 'Kijk, vriend, het is het oudste en het echtste huis van God; maar het is erg verwaarloosd, daarom wil Ik het nu herstellen, net zo als Ik het huis van Irhaël hersteld heb! Daarvoor hebben we het oude huis zelf niet nodig, en hebben we voldoende aan deze plaats aan de voet van de berg. Tevens zijn hier een aantal banken en tafels, die goede diensten kunnen verlenen aan de schrijvers. Open nu je oren, ogen en harten en bereid je voor, want nu geschiedt dat voor jullie ogen, wat de profeet Jesaja voorspeld heeft!'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Dan komt de priester naar Mij toe en zegt: 'Meester! Uw daden laten zien, dat U meer kunt dan een gewoon mens. Maar als U werkelijk in staat bent om normaal te denken, en daar twijfel ik niet aan, want ik heb U in het huis van Irhaël heel wijs horen spreken, dan moet U beslist bepaalde erg onpraktische leerstellingen uit Uw prediking herroepen! Anders zijn wij genoodzaakt, ondanks al Uw daden, die zonder meer een Messias waardig zijn, U openlijk te betitelen als een fanatiek magiër, die opgeleid is in de een of andere oud-Egyptische school, en U Uit ons midden uit te wijzen als een pure Messiasschenner!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Wie kan zijn vijanden liefhebben, wie kan diegene goed doen, die hem kwaad doet en wie kan diegenen zegenen, die hem haten en slechts kwaad over hem spreken?! En als iemand iets van mij lenen wil, moet ik mij dan niet van hem afwenden en mijn oor en hart afsluiten voor zijn vraag, als ik heel goed zie dat de lener het geleende nooit terug zal kunnen geven?! Ah, dat is toch te dom! Als de luien en werkschuwen dat ontdekken, zullen ze dan niet direct naar de vermogenden gaan en net zo lang bij hen lenen tot deze niets meer hebben?! Als deze dan op die manier alles aan de niets teruggevende armen geleend hebben, en er gaat niets gemakkelijker dan dat, dan hebben ze tenslotte zelf niets meer. Dan vraagt men zich af, wie dan in de toekomst nog zal werken en van wie de armen dan nog iets kunnen lenen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De opperpriester zegt: 'Ik heb het U wel meer dan één keer gezegd; maar om U te laten zien, dat ik beslist heel billijk en gematigd ben, zeg ik U nu, dat ik alle andere punten van Uw leer aanneem als goede en wijze regels om te volgen, maar het ogen uitrukken en het afhakken van handen en voeten kan ik onmogelijk accepteren! Bedenk toch Zelf eens, of het wel mogelijk is jezelf een oog uit te rukken! Zal degene, die zichzelf een hand of een voet afhakt, daarna niet doodbloeden en sterven? En als hij dood is, wat zijn dan de vruchten van zijn verbeterde levenswijze?!
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] U, als Samaritanen, kunt echter gevoeglijk met de voeten beginnen, want ofschoon uw oog nu naar het goddelijke is gewend, en uw handen goed werk doen, is uw voet, of wel uw lust tot verder gaan, puur op de wereld gericht! Want u verwacht van de Messias iets geheel anders, dan wat u volgens de voorspelling van alle profeten van Hem verwachten moet! En dat is geestelijk gezien uw rechtervoet, die u afhakken moet om de juiste weg naar her rijk van God te kunnen inslaan. En daarom heeft de Heer alleen voor u ook over de rechtervoet gesproken, maar Hij heeft het niet op laten schrijven, omdat de latere aanhangers van de leer des Heren wel zullen weten, waar en waaruit het rijk van de Messias bestaat, en wat men moet doen om daarin te komen. Heeft u nog meer bezwaren?'
Hoofdstuk 44: Symbolische ogen, armen en voeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...