Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 36 van 215

...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...
[4] Maar na mijn genezing kreeg ik niet alleen al mijn lichamelijke krachten vrijwel direkt terug, maar de Heer van hemel en aarde wekte ook nog mijn geest op in mijn zeer bedroefde ziel. En zie deze geest geeft mij nu een diepgaand inzicht in alle dingen die waren en nu zijn, en in veel dingen die nog komen moeten!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Zie je zo'n ten hemel schreiende domheid van je ezelachtige hart nog niet in?! Kun je dan niet rustig zijn, luisteren en alleen maar leren?!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Sinds wanneer staan licht en duisternis niet vijandig tegenover elkaar? Wanneer zijn ooit leven en dood in broederlijke eendracht samen met elkaar opgetrokken? Wanneer hebben de razende honger en de volledige verzadiging elkaar in paradijselijke vrede de hand gereikt? Dwaas! Het spreekt toch wel vanzelf dat als van hieruit het grootste en helderste licht uit de hemel in de dikke, aardse duisternis zal dringen, dat niet zonder tegenwerking zal gaan!
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Ja, Ik zeg je, wie Mij liefheeft zoals jij en oprecht gelooft dat Ik het ben op wiens komst de vaderen vurig hoopten, die is net zo volledig één met Mij, als Ik, die jij hier nu voelt, geheel één ben met Mijn Vader in de hemel! Want de liefde brengt alles tesamen, God en schepsel worden door haar één en geen ruimte kan scheiden wat de ware en zuivere, uit de diepste hemelse diepte komende liefde heeft verenigd.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als je echter de armen wel doet, doe dat dan in alle vriendelijkheid in het verborgene en laat de wereld het niet weten, want de Vader in de hemel ziet het en de gave van de vriendelijke gever zal Hem welkom zijn en Hij zal het de gever honderdvoudig vergelden.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] O, Ik aanvaard geen eer van mensen, want de Vader in de hemel eert Mij meer dan genoeg! Als de mensen echter Mijn geboden houden en Mij daardoor boven alles liefhebben, eren zij daarmee Mij en Mijn Vader, en Ik en de Vader zijn volkomen Eén.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk naar de zon aan de hemel, hoe zij de veldbloemen beschijnt! Zeg eens: zou het niet dwaas zijn als een bloem boos zou worden op de zon omdat die ook haar buurvrouw zoveel licht schenkt?
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ook geloofde een bepaalde sekte van de Joden dat de zon, ter eeuwige nagedachtenis van de dag der algehele verovering van Jericho, iedere honderd jaar op die dag langer aan de hemel bleef staan zonder enige verdere, nadelige gevolgen voor de aarde. Die Farizeeën waren dus ook vrijwel niet bang voor de gebeurtenis die had plaatsgevonden.
Hoofdstuk 115: De gevolgen van de natuurverschijnselen in Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: " Ja, ja, lieve kind, dat zou wel eens zo kunnen zijn! Een licht, dat Ik aan de hemel heb geplaatst, is daar steeds om een aantal goede redenen en niet alleen om te schijnen, wat eigenlijk slechts een zeer ondergeschikt nevendoel is.
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] MATHAËL zegt: "O meisje, een hele hemel vol wijsheid woont in je en ik begin nu werkelijk aan de mogelijkheid te geloven van dat merkwaardige, wat je over jezelf hebt verteld! Maar vertel er nu niets meer over, want onze zielen staan nog niet voldoende open om die groottes te begrijpen, Daar heb ik zelf nog een aantal jaren voor nodig alhoewel mijn ziel toch al aardig verlicht is,"
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Waar blijven nu al die wijze woorden van Salomo, die bij de inwijding van de tempel. sprak: 'Heer, ik weet dat hemel en aarde U niet kunnen omspannen -waar iedere schepping heeft opgehouden, bent U nog eeuwig en oneindig machtig -maar toch hebben wij, o Heer, een huis gebouwd om ons met zuivere en berouwvolle harten te verzamelen om U, o Heer, voor al Uw weldaden en zegeningen te danken en U in tegenspoed onze nood en onze ellende voor te leggen!' (I.Kon.8:12 e.v.)
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Dweepten onze vaderen niet met een heilige Vader in de hemel, terwijl zij zich hem toch nooit konden voorstellen!? Wij hebben nu diezelfde heilige Vader als een tastbare waarheid bij ons op deze aarde, die nu de hemel van alle hemelen is, en wij voelen ons niet op ons gemak!
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] CYRENIUS zegt: "De wijzen die ik noemde, hebben zo'n plaats in mijn geloof en mijn hart, dat ieder woord uit hun mond voor mij eigenlijk al uit de hemel komt, hoewel ik niet bepaald van mening ben dat iets wat waar moet zijn, juist daarom uit de hemel zou moeten komen. Want iedere waarheid blijft op aarde net zo goed waarheid als op de vleugels van het licht uit alle hemelen! Want een peer en nog een peer moeten in de hemel net als op aarde twee peren zijn, -zo niet dan is de hemel een leugen!
Hoofdstuk 143: De mening van de overste der Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Daarbij heb ik nóg een vraag aan u! U heeft zojuist geprotesteerd tegen de Galileese wijzen en dat gaf mij de indruk, dat u misschien nog een andere reden hebt dan alleen maar de Griekse filosofie! Er moet toch in Nazareth een man zijn opgestaan die grote, zeer wonderbaarlijke dingen doet, de mensen een nieuw geloof leert dat uit de hemel afkomstig moet zijn en de echtheid daarvan bevestigt door ongekende wonderen! -Zeg mij of u al van deze mens hebt gehoord en wat uw mening over hem is!"
Hoofdstuk 143: De mening van de overste der Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS weerde de dank af en zei: "Vriend! Alle dank en alle lof komt de Heer van hemel en aarde toe. Maar omdat u volledig bent ingewijd rn het gehele Jodendom en omdat u een volleerd schriftgeleerde bent, vraag ik u om uitleg van het begrip 'engel'! Wat zijn nu precies de engelen van God en hoe dienen zij God en hoe de mensen?"
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49  ...